De KLJ op kamp te Roeselare

KLJ op kamp te Roeselare.

Waarom gaat men met die kinderen zo ver op kamp? Het antwoord is eenvoudig. De broer van onze pastoor Vandersteegen was broeder-econoom Frans met  de verantwoordelijkheid van keuken en refter in zijn bevoegdheden, in de technische school Sint-Idesbald met internaat voor bijzonder onderwijs van de “Broeders van liefde” te Roeselare. De gebouwen werden voltrokken in 1953. Thans zijn er nog drie broeders thuis: Theo, Herman en Paul.
Frans zorgde voor koks die de maaltijden bereidden tijdens het kamp. Ouders of andere volwassenen (behalve zuster Germaine) gingen niet mee op kamp. Zo kon broeder Frans aan zijn broer-pastoor en diens KLJ deze opportuniteit bieden voor het veertigtal deelnemers, een gemengde groep van zes- tot achttienjarigen uit Klein-Gelmen, die meegingen op kamp en volgens ouderdom werden ingedeeld in groepen. Het eerste korte kamp, als proef, ging echter door te Hamont-Achel.

KLJ-KleinGelmen-op-kamp-te-St-Idisbald


Bijgaande foto zal bij de vroegere deelnemers zeker aangename herinneringen oproepen. Vooraan op de witte plek staat een beeld, waar telkens de groepsfoto werd genomen. De verplaatsing naar en van Roeselare geschiedde met de autocar van Carlens. De deelneming in de kosten bedroeg in het begin duizend frank per deelnemer voor de reis en de tien kampdagen om later, na meer dan wel tien kampen, die werden georganiseerd, op te lopen tot tweeduizend frank.
Vanaf de derde deelnemer uit eenzelfde gezin werd de prijs telkens gehalveerd.
De leiding berustte bij de pastoor zelf en de oudsten van de deelnemers, ernstige jongeren die van deze kampen telkens iets moois maakte voor de jongeren van  ons dorp en die later meestal hun studies verderzetten, zelfs tot ingenieur of dokter of een beroep naar hun keuze aan hogeschool of universiteit.

In de periode voorafgaand aan het kamp vergaderde deze leiding elke dag om het kamp degelijk voor te bereiden. Een paar ouderen hebben wel een vorming gekregen en een opleiding voor deze jeugdbegeleiding gevolgd te Heverlee. Vanuit het kamp werd telkens een stadsspel georganiseerd, met de schoolbus een uitstap voorzien naar zee of een andere gelegenheid zoals Diksmuide om er, na een bezoek aan de IJzertoren, bootje te gaan varen. Bij een stadsspel moest zuster Germaine op een bepaald punt, bij een kapelleke een controlepunt “bemannen” en een drankje aanbieden aan de deelnemers. Daar kreeg ze last van de politie, die meende dat ze aan ’t leuren was. “Wat verkoopt gij hier, Madammeke?”, vroeg de politie. “Dat moogt gij niet”. Na de nodige  uitleg is de zaak toch zonder gevolg gebleven. In één of ander klooster of bij een speelplein op onze weg verorberden we dan onze meegenomen knapzak. Ooit zijn Ludo Paque en Jean-Luc Sonet, twee guitige vrienden, de weg verloren in de stad en kwamen dus te laat aan de bus met de te verwachten hilariteit. Bos- en nachtspelen waarbij de leden dieren in het bos moesten gaan zoeken in het schooldomein en kampvuur met aanwezigheid van de eigen leden en personen van de school ontbraken niet op het programma. Bij zo’n kampvuur moest ieder zijn nummer opvoeren, ook zuster Germaine en broeder Frans die dan vals speelde op zijn gitaar. Er werd ooit een overval geïnsinueerd, door de pastoor tot in de details voorbereid, met aankomst van een echte ambulance en verzorging van de gekwetsten. Het leek zo echt dat de kinderen zaten te wenen tot iemand doorhad dat het geen echt bloed was, maar allemaal opgezet spel. Allerlei activiteiten die jongeren konden boeien kwamen voor in hun programma.

Onder het verlof zijn er in de school geen kinderen aanwezig en bijgevolg  is er een keuken beschikbaar en ruimte naar hartelust in het internaat. Daarenboven bezit deze school meerdere sportterreinen, een paar voetbalpleinen, een atletiekpiste rond de sportterreinen, een sporthal waar dè topploeg volleybal van Roeselare eertijds haar wedstrijden kwam spelen en waar de kampeerders bij slechte weersomstandigheden in de sporthal allerlei sporten konden beoefenen tijdens hun kampperiode. Ook de zuster van de pastoor, Germaine, vergezelde haar broer telkens mee op kamp. Op een kamp is ze eens plots en opvallend, tot ieders grote verbazing, uit de eucharistieviering in looppas weggerend omdat ze in de keuken eten op het vuur had laten staan en vergeten was het vuur uit te schakelen.
Zo stond de familie Vandersteegen ten dienste van de jeugd van Klein-Gelmen. Van harte  bedankt!!!

Met dank aan Josef Fransis en aan Greta Janssen voor al deze informatie.
Bron: Dorpskalender gezinsbond 2011- Arnold Dewelf


Vanschoonwinkel Georges juli  2012 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *