De tragedie van het postkantoor tijdens WO II

De tragedie van het postkantoor tijdens wereldoorlog II

de tragedie van onze dierbaren Robert Bolkaerts, Guillaume Jansen en Camille Louwet

Robert Bolkaerts

Guillaume Jansen

Camille Louwet

We willen niemand pijn doen, opnieuw doen bloeden, maar aan deze feiten in het kader van het weergeven van frappant oorlogs- en ander dorpsgebeuren stilzwijgend voorbijgaan, zou een grove tekortkoming zijn en een gebrek aan patriottisme betekenen. Voor familieleden en vrienden weze het relaas van deze tragedie op onze website daarom een hulde voor tijd en eeuwigheid.

Vele opdrachten werden uitgevoerd om het leven van makkers te sparen. Zo bracht Guillaume menige brief, in de voering van zijn muts verstopt, naar de rijkswacht te Heers. De brief, die hij van zijn kapitein Robert Baldewijns uit Kontich naar de Zoutstraat in Sint-Truiden moest brengen kwam echter te laat. Bij zijn aankomst was de man reeds weggevoerd door de Duitsers.

Op 24 april 1944 aanvaardden Camille, Guillaume en Robert een drievoudige opdracht van hun oversten in het geheim leger. Omstreeks 17 uur zou de laatste opdracht op de terugweg worden volbracht. De tweede bestond erin te Amay contact te nemen met de groep “Baleine et Condroz”. Tijdens de eerste, in bijkomende orde, zouden zij op weg naar Amay, om geld, het postkantoor te Momalle overvallen. Dit geld moest dienen voor het onderhoud van ondergedoken kameraden, werkweigeraars.

Gedurende de oorlog werden zulke daden soms gelaakt als daden van eigenbelang. Maar zoals het principe van de werkloosheidsteun, niettegenstaande misbruiken, onaanvechtbaar blijft, zo mag evenmin een uitzonderlijk verkeerde actie de zware offers tijdens de oorlog overschaduwen.

Twee dagen later, 26 april, zag Fons Houben ze wegrijden. Met welke bestemming ? Wie kon het weten ?Zelfs de ouders waren onwetend over hun opdrachten van het geheim leger. Het zou hen enkel maar slapeloze nachten en ongerustheid bezorgen. Trouwens, tijdens hun onderduiken, hadden de leden van het Geheim Leger zelden een vaste legerplaats : nu eens bij familieleden of geburen, dan weer in een schuur of een stal, een andere keer in de bossen, op het veld of verder weg bij kennissen naargelang de nood en de omstandigheden. Zo heeft Oktaaf Zonderman tijdens de oorlog zijn huis ter beschikking gesteld van weerstanders in gevaar.

Volgens een ooggetuige, waren die dag Duitse soldaten bezig met oefeningen in de omgeving van Momalle. Een gevechtspatrouille met mitrailletten gewapend had zich verstopt achter een bietensilo. Op weg naar het postgebouw worden onze jongens omstreeks het middaguur door deze patrouille opgemerkt en in het oog gehouden. Noodlottig toeval ? Of doorgestoken kaart en verraad ? Toen de fietsers dichter genaderd waren sprongen de Duitsers plots uit hun hinderlaag en hielden hen staande onder bedreiging van hun wapens. De drie B.N.B.-ers (Belgische Nationale Beweging) kregen niet eens de kans van hun eigen wapens gebruik te maken. Bij het fouilleren ontdekten de Duitse soldaten de wapens. Dat zou hen duur te staan komen, want nu worden de A.S.(Armée Secrète) -soldaten als terroristen beschouwd. Zij worden ter plaatse ontwapend, meegenomen over Fexhe-le-Haut-Clocher en Waremme naar Hoei. In de Citadel worden zij opgesloten.

’s Anderendaags werd onderstaand bericht te Hoei uitgeplakt. Alhoewel dit bericht niet ondertekend was, zou, volgens vermoeden van onze inmiddels overleden krijgsauditeur, de verantwoordelijke kreiscommandant een zekere von Bock zijn geweest. Na de oorlog werd hij door het Tjechisch Volksgerecht ter dood veroordeeld en in Praag opgeknoopt.

Het bericht was in het Frans opgesteld. Wij geven hier een vrije vertaling ervan :   

B E R I C H T

Op 26 april 1944, werden in Momalle, drie Belgische terroristen, zeer gevaarlijk, aangehouden.

Zij waren zwaar bewapend en in bezit van geladen pistolen en gereed om te schieten. Door een hinderlaag is men er in geslaagd ze aan te houden (Deutsche Feldgendarmerie).

 De betrokkenen noemen zich :

1° – BOLKAERTS – Robert, geboren op 25 april 1924 te Vechmaal, arrondissement Tongeren

2° – LOUWET – Camille, geboren op 18 augustus 1923 te Vechmaal, arrondissement Tongeren

3° – JANSEN – Guillaume, geboren op 14 februari 1925 te Vechmaal, arrondissement Tongeren.

Het militair tribunaal heeft deze drie personen ter dood veroordeeld.
Zij werden vandaag te Hoei terechtgesteld.

Hoei, 27 april 1944.

De Kreiskommandant.


Er wordt ook beweerd dat het te Hoei helemaal niet ging om een Duitse Militaire Rechtbank, maar om een “Schnellgericht” (gerecht voor spoedprocedure) waarbij aan de gevonnisten geen recht op verdediging werd toegestaan, de mogelijkheid van een vraag om genade werd geweigerd en zelfs geen toelating gegeven werd een afscheidsbrief te schrijven. Deze bewering zou verklaren waarom de executie reeds bij de volgende dageraad om 4 u 25 plaats vond. Op dit uur viel samen met het brutaal afbreken van drie jonge levens onder de moordende kogels van Wehrmachtsoldaten, ook de polshorloge van Robert ontredderd stil.

De plaats van de terechtstelling op de Citadel te Hoei is rechtstreeks toegankelijk vanaf de weg naar Namen op de rechter Maasoever en ook zichtbaar vanaf deze weg. Boven de drie executiepalen wapperen de Belgische en Franse vlaggen. Er vielen daar nog twee jonge mannen : een Belg en een Fransman.

Wie ook uit ook uit Vechmaal of onze dorpen daar toevallig zou voorbijgaan, herdenke het offer van onze vrijheidsstrijders.

Een Belgische aalmoezenier begeleidde hen in hun laatste ogenblikken. Hij was zelf ook ter dood veroordeeld, maar de soldaten weigerden een priester te fusilleren. Daarom werd hij kort nadien naar Duitsland afgevoerd voor het voltrekken van het vonnis. De lijkkisten die reeds ter plaatse waren gebracht, bestonden uit vier gewone ruwe withouten planken, niet eens lang genoeg. De lijken werden brutaal in de kisten geworpen. Daar ontredderde de horloge van Robert. Gemakshalve werden hem de laarzen van de voeten getrokken. Op gevaar van zijn leven, is een patriot uit Hoei deze achteraf gaan wegnemen om ze aan de ouders terug te bezorgen.

Dezelfde dag werden de kisten naar Luik vervoerd voor begraving op de Citadel. In Hoei keerde men het blad om, de zaak was afgehandeld; in ons dorp begonnen angst en verdriet. Onzekerheid over hun lot. De ene had hen in Luik gezien, de andere elders. Met doodsangst in het hart, vrees voor het ergste en toch vol hoop zijn ouders en familieleden dag en nacht op zoek gegaan naar hun vermiste zonen. Hoop en wanhoop lagen zo dicht bij elkaar tot eindelijk de zekerheid alleen maar gebroken harten achterliet. Eén van de moeders vernam het te Luik en verloor het bewustzijn. Een vader getuigde : “Hadden zij zich in een gevecht kunnen verdedigen, ik zou het offer aanvaard hebben. Maar nu zo weerloos neergeschoten. Neen ! “.


Bijna een jaar ging voorbij. Een in Thys doodgeschoten weerstander werd op de Citadel opgegraven. Dit feit en de voortdurende opgravingen deden Louis Dieu besluiten dat ook de drie jongens uit Vechmaal erbij konden zijn. Met dit nieuws kwam Louis uit Thys naar Vechmaal. Familieleden gingen ter plaatse. Klederen, persoonlijke voorwerpen en papieren stelden hen in de mogelijkheid hun zonen te herkennen. In de portefeuille van Robert werd een foto gevonden van René Miguet. Heeft die een stukje geluk gehad.

De oorlog was niet voorbij. Onze streken werden bevrijd in de eerste dagen van september 1944, maar Duitsland capituleerde pas op 8 mei 1945.

Bidprentje Louwet - Bolkaerts - JansenHet stoffelijk overschot werd overgebracht door Jozef Lowette uit Jesseren naar elk van de drie families. In de vroege morgen van maandag 16 april 1945 werden de lichamen in het, tot rouwkapel omgevormde, Gildenhuis opgebaard. Om elf uur zou de begrafenismis plaats hebben. Vechmaal was één mensenzee, vrijwilligers, B.N.B.-ers met de alpenmuts en een grote volkstoeloop uit de omliggende dorpen. Na de lichting der lijken sprak onderwijzer Florent Dewitte namens de fanfare en de toneelvereniging een lijkrede uit. Daarna brachten achtereenvolgens Camille Piette als vriend en Eugène Deroulou en Leon Pluymers als medestrijders uit de B.N.B. nog een laatste hulde aan de drie gesneuvelde helden. De foto ‘s, bloemen en kransen werden meegedragen in de stoet. De staf van de officieren van het B.N.B. werd ook opgemerkt, met vaandel. B.N.B.-ers droegen hun gevallen makkers op de schouders kerkwaarts. Het kerkje was te klein : enkel de B.N.B.-ers en de familieleden mochten binnen. Bij het open graf spraken achtereenvolgens commandant Tony Lambrechts en een lid van de B.N.B.-ereafdeling Vechmaal een afscheidsrede uit. Wanneer de brigadeoverste in korte woorden afscheid nam van zijn mannen en een drietal revolverschoten als een afscheidssalvo loste, blonk in menig oog een traan : ontroerend ogenblik.

Vechmaal en B.N.B. boden hun drie strijders een uitvaart, hun offer waardig.

….. nooit meer ……..

uit “Het Dorpsverleden van Vechmaal”

A. Dewelf, C. Wijnen, J. Kelkeneers, L. Dullaers.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *