Pater ‘Simon’ Matteus Melon

Pater ‘Simon’ Matteus Melon.

Zijn afkomst
Stamboom Melon Budo
Romanus Melon werd geboren te Heers op 28 februari 1858 en is overleden te Heers op 18 juli 1924. Hij huwde te Heers op 4 april 1894 met Marie Clementine Budo welke geboren werd te Heers op 2 juli 1871 en er overleed op 28 december 1946. Romain was smid van beroep terwijl Marie het huishouden deed.
Samen hadden ze 9 kinderen waaronder Matheus.
Matheus werd geboren te Heers op 10 april 1901 en is overleden te St Truiden op 6 december 1974. Hij werd begraven te Heers op 10 december 1974.

Familie foto van het gezin Melon-Budo, genomen na de priesterwijding in augustus 1928
Vlnr. Zittend
: Christine Louise  – Simon Joannes Melon – Pater Matteus’Simon’  – moeder Marie Clementine Budo – Aldegonde Leopoldine – op de voorgrond dochter van broer van pater Simonne Melon.
Staand: Victor Simon – Frans Hubert – Daniël Jozef – Marie Agnes – Victor Falla – Jozef Daniël – ? Vandermeer

Naar de missies in Congo

Matheus besloot in te treden in de orde der Minderbroeders te Tielt op 11 september 1920 en kreeg de kloosternaam Simon, een jaar later legde hij zijn tijdelijke professie af om 3 jaar later, te Rekem, zijn eeuwige professie af te leggen.
Hij werd priester gewijd te St Truiden op 9 augustus 1928.
Op 30. November 1929 vertrok hij de eerste maal naar Congo samen met een delegatie van 6 paters. In Congo aangekomen reisden de andere missionarissen door naar hun eigen missiepost. Pater Simon kreeg als werkterrein Dilolo, een pas gestichte missie waar Pater Theodard reeds actief was. Het werkterrein was zo groot als België. Buiten enkele Engelse protestanten waren er nog nooit missionarissen geweest. Pater Theodard verliet op 12 mei 1930 definitief de Missie van Dilolo.
Zijn eerste tegenstanders in Dilolo waren  de protestanten. In die tijd ging het nog om ter snelst de anderen voor te zijn en om het eerst zo vlug mogelijk de streek te bezetten en om de meest mogelijke dorpen in te palmen. In die tijd was de oppositie tussen protestanten en katholieken zeer uitgesproken, ze stonden tegenover elkaar als vijanden. Alleen de Katholieke Kerk was de enige ware, al de rest was uit den boze, had geen reden van bestaan en moest bestreden worden als ketters. Vol zielenijver, stralend van gezondheid en optimisme, gewapend met het uithoudingsvermogen van de Haspengouwse boer, trok hij dagen en dagen per fiets de broes in, vergezeld van enkele dragers beladen met zware koffers, op verkenning, ter verovering. de ene verovering op de andere. Onze missionaris, of zijn dragers, waren beladen met de zoete gaven uit het moederland, nl. zout, waarop de zwarten verlekkerd waren en kleren van de naaikransen. De kleren waren zeer gegeerd, want ze kleden zich toen nog met vellen. Daarbij was de pater voor de zwarten een medicijnman die voor iedere kwaal een pilleke had en raad wist  tegen alle mogelijke ziekten: hoofdpijn, tandpijn, buikpijn, pijn in de gewrichten. Spoedig waren daarom ook veel dorpscheffen gewonnen voor de Kerk en dank zij de overredingskracht van P. Simon  kwamen hele dorpen over.

Steunfonds


Zijn missie-ijver maakte hem vindingrijk, en om zijn volgelingen te overtuigen had hij op zijn broesreizen altijd een grote, geïllustreerde catechismus bij met grote prenten, die bij ieder kampvuur ‘s avonds werd bovengehaald. En daar stond alles in. Ge zaagt er de engelen in de hemel, de duivels in de hel, de gestrafte zondaars en de brave christenen. Op dat boek geraakten ze nooit uitgekeken en jaren nadien vroegen ze nog naar dat boek.
In november 1933 kam een nieuwe karavaan Paters Missionarissen toe uit het moederland. Van die ploeg kreeg Dilolo Post een Pater los, namelijk P. Simeon Meischman. Zo waren ze voortaan op de post met 3 paters en 1 broeder.

Sandoa

Toen hij op 18 mei 1938 Dilolo verliet om naar Sandoa, waar hij plaatselijk overste werd, te vertrekken, liet hij schoolkapellen achter op de meest centrale posten, waren honderden christenen gedoopt, onderricht en opgeleid en had hij Dilolo doen uitgroeien tot een der mooiste van onze missieposten.

Kafakumba Dispensarium

Gedurende zijn verblijf aldaar kwam hij op verlof naar België:  van 3 januari 1939 tot 15 januari 1940. Na zijn terugkeer maakte hij in Sandoa  de moeilijke oorlogsjaren mee: geen geldelijke en materiële hulp meer uit België, dus zien om zelf aan de kost te komen. Gelukkig was hij zeer praktisch aangelegd. Samen met zijn broeders Timoot, Flor en Arnold werd de schrijnwerkerij moderner ingericht, zodat ze meubels konden leveren aan de staat en aan particulieren; de pannen- en steenbakkerij werd vergroot, de veestapel verbeterd. Onder zijn stuwende kracht werd heel Sandoa vernieuwd, woonhuis inbegrepen.
Na de oorlog kwam hij nogmaals op verlof van 1949 tot 1951. In Sandoa verbleef P. Simon  twintig jaar. Zijn eenvoud en hartelijkheid vulde zijn geleerdheid aan. Hij sprak de inlandse taal, zoals  P. Clemens, met een duidelijk Sint-Truidens accent, maar deed het met zoveel overtuiging dat zijn toehoorders zelf aanvulden wat ze niet verstonden.

Kafakumba

Na zijn laatste verlof van 13 mei 1958 tot 10 januari 1959 verhuisde hij naar Kafakumba waar hij werkzaam zou blijven tot aan zijn definitieve terugkeer naar België in 1974. Na lang aandringen bij de Monseigneur kreeg hij 2015-Pater-Simon-Melon-ontfermt-zich-over-de-vrouwenzusters. Met lekenhelper Bert Van Lee werd de zustermissie verder uitgebouwd in een  record tijd: hospitaal, moederhuis, dispensarium, meisjesschool, internaat.

In een brief aan zijn familieleden, gedateerd 15/12/1965, schrijft Pater Simon Melon : “
Met het vooruitzicht van het bouwen van de Missiepost der komende Zusters zijn wij nu reeds begonnen met 2 pressen brikken te maken onder een afdak. Met 12 man maken ze er zoo een 4000 brikken per dag.Onze bisschop heeft reeds laten weten dat hij alleen niet kan instaan voor het optrekken van al die gebouwen. Wij betalen nu de brikkenmakers met de opbrengst van de Vlaamse Kermis die met dat doel was ingericht. Dat komt zo ongeveer 30.000 congolese franken per maand. de mensen hier van de omliggende dorpen hebben reeds beloofd dat zij het stookhout zullen kappen voor het bakken van de brikken”

De oude en alleenstaande vrouwen werden meestal door de familie afgewezen en uit het dorp verdreven. Zij moesten op een of andere manier maar voor zichzelf zorgen
Pater Simon heeft zich over hen ontfermd en kleine huisjes voor hen gebouwd. In ieder huisje was er een onderkomen voor 2 vrouwen
In 1970 stond hij samen met 21 andere confraters op de lijst van de jubilarissen van 50 jaar kloosterleven.

Zijn overlijden.

Hij kwam op verlof van 14 mei 1972 tot 1 februari 1973. Niet zolang  daarna begon hij te sukkelen met zijn gezondheid. In 1973 onderging hij een ernstige operatie, waar hij nog wonderlijk doorgeraakte en nieuwe plannen maakte. In 1974 werd het geelzucht, die hem totaal uitputte. Maar hij vocht tegen de ziekte en de dood. Hij meende heil te vinden en genezing in Europa. De medebroeders wisten dat hij veroordeeld was, maar dachten dat sterven bij de familie toch veel troostvoller. Hij kwam definitief  terug naar België op 27 augustus 1974.Hij overleefde niet lang zijn terugkeer uit Zaïre. Hij stierf  in Sint Truiden 6 december 1974 en werd begraven te Heers.

Pater Simon Melon in HBVL
Dat de terugkomst van een missiepater in die tijd een blijde gebeurtenis was blijkt uit de berichtgeving in de krant
Op 14 januari 1939 verscheen er in Het Belang van Limburg een artikel over de nakende terugkomst van pater Simon Melon, na 10 jaar afwezigheid.

Immers op 31 januari 1939 wordt zijn boot verwacht te Antwerpen. Talrijke familieleden, vrienden en kennissen zullen hem aldaar per autobus afhalen en vergezellen naar Heers. Wie mee wil dient tijdig in te schrijven want de bus zal snel volzet zijn.

Op 20 februari 1939 bericht HBVL over de terugkomst van de pater te Antwerpen. Bij wordt ‘gekiekt’ te midden van zijn broeders en familieleden, na de eerste ontmoeting. De menigvuldige bezoeken en de verandering van temperatuur hebben de Eerwaarde Pater een lichte ongesteldheid bezorgd, die hem verplichte gedurende enkele dagen de kamer te houden.2015-Kranten-artikel-HBVL-20-2-1939

Op zondag 30 juli en 5 augustus 1939 werd er te Heers op het speelplein rondom de gemeenteschool een Vlaamse Kermis georganiseerd, door de B.J.B. meisjes (Boeren Jeugd Bond), ten voordele van de Eerwaarde Pater. Mede door het mooie weer hebben de honderden aanwezigen zich die dag niet verveelt. Er waren optredens van clowns en van balletten van een groep negerinnetjes, er waren meerdere stands met vermakelijkheden, er was een Congolese stand enz..
HBVL roept op 4 augustus 1939 op om op zondag massaal af te zakken naar Heers, voor de Vlaamse Kermis van Pater Simon Melon.

Biografische schets

– 10.04.1901 : geboren te Heers; : zoon van Romain Melon en van Clementina Rudo;
– 11.09.1920 : intrede Minderbroeders te Tielt;
– 12.09.1921 : tijdelijke professie te Tielt;
– 12.09.1924 : plechtige professie te Rekem;
– 19.08.1928 : priesterwijding te Sint-Truiden;
– 1929-1974 : missionaris in Belgisch Congo;
– 31.10.1929 : afreis naar Congo (Dilolo);
– 1929-1938 : broessepater;
– 1938-1939 : te Sandoa;
– 1939-1974 : te Kafakumba;
– 27.08.1974 : definitieve terugkeer naar België;
– 06.12.1974 : overleden te Sint-Truiden

Dit artikel is mogelijk gemaakt dankzij de hulp van:

– P. De Roeck Frans, Minderbroeder;
– mevrouw Marie-Louise Mathay van het Minderbroeders secretariaat in St.-Truiden;
– mevrouw P. Quaghebeur van KADOC, KUL;
– mevrouw Suzanne Kindermans –  MELON bij wie pater Simon altijd zijn vakantie in België doorbracht
 


Vanschoonwinkel Georges en Vrijdaghs Urbain februari 2015 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *