Veldwachter Joseph Kelkeneers

Veldwachter Joseph Kelkeneers

Een beroep dat stilaan uit onze dorpen verdwijnt en waarvan de taken in de fusies van gemeenten worden overgenomen door. een meer administratiegerichte landelijke politie, is dat van veldwachter.
Vroeger was dit nochtans gans anders! 2020-Veldwachter-Kelkeneers-Joseph2
Na Jan Deborne (rond 1850), Martinus Vanbrabant oftwel Mat de Boi in 1870, Livinus Munsters omstreeks 1900 en Christiaan Petermans rond de wereldoorlog was het vanaf 1926 Joseph Kelkeneers die als veldwachter in Vechmaal orde en gezag moest handhaven. Eerst te voet en later per fiets trok hij de velden in om te zien of er niet “gepakt” werd. Iedereen die klachten had richtte zich tot hem en vooral tijdens de oorlog moest hij er vele aanhoren. Alles wat er mis liep in de gemeente, moest hij overmaken aan de burgemeester die in de “noenstond ” meestal thuis was. Als de brigadier op bezoek kwam, werden de belangrijkste klachten met hem besproken.

Veldwachter Kelkeneers, in de volksmond “de gard” genoemd, vermeed zoveel mogelijk iemand een proces aan te doen. Alhoewel steeds recht door zee, probeerde hij bij een geschil beide partijen met elkaar te verzoenen. Toch was het niet altijd mogelijk alles in der minne te regelen. Want toen op een zondagnamiddag de Vechmaalse rakkers het graan van Alfons Houben hadden platgelopen moest ook zijn zoon mee “op de bon”.

Uiterlijk had hij, omwille van zijn snor. nogal een streng opzicht. Daarom klonk dan ook regelmatig het woordje “Gard” samen met dan van “Pastoor” en “’De meester” bij vele ouders als een bedreiging om hun ondeugenden tot betere gevoelens te brengen.
Nochtans volbracht “de gard” zijn taak plichtbewust en in liefdevolle overgave. Bovendien was het een gezond beroep. “s Zomers kon hij genieten van de geur van de vers gemaaide beemden. ‘s Nachts genoot hij van het maanlicht en van het geritsel van weglopende dieven. Tijdens de oorlogsjaren had hij zijn handen vol met het vaststellen van diefstallen en later met het uitdragen van processen verbaal naar de opgroeiende jeugd. Voor het opvangen van de eerste banbliksems thuis kreeg hij dan van de zonen van de verbolgen ouders ’s zondags een pint je aangeboden.

Toen in ons dorp het “doppen” ontstond. ontving “de gard” elke dag de “chomeurs” bij hem thuis.
Een van de gezelligste zondagen van het jaar was de dag waarop elk huisgezin bij hem over de drempel moest om de taksplaten voor de velo’s te bestellen. Terwijl dat nu op een bepaald uur van een bepaalde dag gebeurt of. .. je moet het zelf doen, werd er toen op de telaatkomers gewacht tot ‘s dinsdags en zelfs tot op woensdag.
Kortom, Joseph Kelkeneers was een man die zijn beroep begreep en liefhad en ons dorp als één grote familie beschouwde.

Joseph Kelkeneers werd geboren op 19 maart 1892 te Vechmaal als zoon van Hendrik (1869-1892) en Maria Willems (1863-1933). Hij overleed er op 4 december 1968 op 76 jarige leeftijd.
Op 28 augustus 1936 huwde hij met Elisabeth Degreef, welke geboren werd te Vechmaal op 6 april 1900 en overleed te Tongeren op 2 december 1975 op 76 jarige leeftijd.
Samen hadden ze één kind Julien (°1937) welke huwde met Emma Vanbrabant.

Bron: Het dorpsverleden van Vechmaal door A. Dewelf, C. Wijnen, J. Kelkeneers, L. Dullaers.
Met dank aan kleindochter Hilde Kelkeneers voor de foto’s


Vanschoonwinkel Georges januari 2020

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *