Vanwaar komt de vroegere dorpsnaam BOVELINGEN?

Vele mensen stelden zich ooit deze vraag en sommigen komen het soms aan mij vragen.
Dat is natuurlijk een heel moeilijke vraag, want zelfs linguïsten twijfelen nog altijd en spreken dus liever in termen van “zou” en “zou kunnen”.

Een eerste stap die dient genomen te worden bij de verklaring van een plaatsnaam is het onder ogen nemen van de oudst gekende schrijfwijze. Deze kan fel verschillen met de hedendaagse benaming.
Voor Bovelingen schijnt dit ook het geval te zijn. Want de eerste vermelding die wij terugvinden in 1390 was Bovelingen. Jan van Schalkhoven is de oudste gekende eigenaar van Bovelingen als bezitter van een goed en van een cijnshof dat hij in leen had van de graaf van Loon. Toen werd Bovelingen Schalkhoven genoemd. Een nederzetting te midden van landerijen die toebehoorden aan een edelman die ooit Schalk genoemd heeft. Dit was ook een plaats waar de omwonenden werkten en bescherming vonden.
Het was natuurlijk ook niet de oorspronkelijke naam, want de oudste gekende schrijfwijze was waarschijnlijk toen ook reeds aan “erosie” toe. In elk geval, die oude schrijfwijze biedt de beste kans om de restanten van de originele naam (componenten) te vatten.

De Franken hadden voordien immers plaatsnamen gevormd waarin het begrip “landgoed toebehorend aan een bepaald persoon” werd uitgedrukt, door achter een persoonsnaam (-heim) of (-hoven) te plaatsen, zoals onder meer Koninksem, Eghoven, Kuttekoven, Mettekoven, Engelmanshoven, Guigoven, Rijkhoven enz… Ze waren allen typisch voor de Frankische periode (8 eeuw)

Waarschijnlijk was er een tijd dat de plaatsnamen op -heim (sem) en -hoven (afkomstig uit die Frankische bezettingstijd) evolueerden naar het Germaanse (-inga). Denken wij maar aan : Berlingen, Bitsingen, Buvingen, Bevingen, Halingen, Hundelingen, Hoepertingen, Kuringen, Pepingen, Ordingen, Piringen, Rukkelingen, Rullingen, Wouteringen of Vrolingen.

In 1616 kwam Bovelingen in handen van de familie de Borchgrave-d’Altena en in 1795 werd het door de Fransen samengevoegd met Mechelen tot Mechelen-Bovelingen.
Na een fusie met Rukkelingen-Loon in 1972 werd Bovelingen ten slotte een deelgemeente van Groot-Heers.

We kunnen dus stellen dat er reeds sprake was van Bovelingen omstreeks 1390 in de betekenis van “lieden van B…”, doch dat in de latere jaren de naam “B…” erodeerde tot de huidige naam.


Jos Schoefs december 2024

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *