De illustere familie de Hinnisdael
Deze nobele en illustere familie was één van de meest gerespecteerde geslachten in Haspengouw. Zij woonden er sedert onheuglijke tijden. Vooral in de streek rond Heers bezaten ze reeds in de middeleeuwen verscheidene eigendommen. Het leek ons eens interessant om de stam Hinnisdael1 eens nader te onderzoeken en dit aan de hand van de werken van de Hemricourt, van der Heyden en andere historici uit de vorige eeuw. Zoals elke nobele familie had ook de stam de Hinnisdael een eigen wapen. Een schild van sabel2, met een zilveren schildhoofd, beladen met drie eenden3 van sabel.
Henisdael of Hinnisdael was een Loons leen binnen het grondgebied van Vechmaal, en was voorzien van een kasteel met hoeve, omgeven door grachten. Het was eigendom van de ridders van Hinnisdael, een belangrijke Haspengouwse familie, waarvan de oudst gekende telg Gilles de Hinnisdael is (circa 1200); hij zou met Filips van den Elzas op kruistocht zijn gegaan. Door huwelijk komen zij ook in het bezit van Sint-Pieters-Heurne; vanaf dan noemen zij zich heren van Horne. In 1616 wordt Denis van Hinnisdael heer van Vechmaal en Horne. Na de kinderloze dood van Otto van Hinnisdael (1676) wordt het goed verkocht en komt in het bezit van de familie Bentinck en de Leerode (1688). De burcht wordt ondertussen waarschijnlijk sedert geruime tijd niet meer bewoond, en is vervallen. In 1812 verkoopt Maximilien, graaf de Leerode, Hinnisdael; een gedeelte van de goederen wordt gekocht door L. Delvigne, burgemeester van Vechmaal, die toen de hoeve bewoonde. In 1848 zou het goed gesplitst zijn en wordt een nieuwe woning gebouwd. In 1898 wordt de hoeve verkocht aan R. Bodson. Na zijn dood bleef de hoeve onbewoond en raakte in verval. Pas in de jaren 1960 wordt ze opnieuw bewoond en hersteld. Een afbeelding van 1661 toont de hoeve en de burcht van Hinnisdael, tegenover elkaar gelegen: de burcht lag dus waarschijnlijk in de weide aan de overzijde van de weg. De burcht was omgracht en voorzien van een houten brug, en schijnt, in tegenstelling tot de andere gebouwen, in natuursteen opgetrokken, waarschijnlijk mergel, wat een datering vóór de 15de eeuw doet veronderstellen. De burcht is op dat moment reeds in ruïneuze toestand. Dit wordt bevestigd door een getuigenis van 1708, die vermeldt dat de ruïnes nog zichtbaar zijn. Op de Ferrariskaart (1771-77) is de burcht niet meer aangeduid.
Jo Billen april 2017