De legende van de vervloekte graaf.
(Volksvertellingen in verband met het kasteel)
In de streek van Bovelingen zijn verscheidene legenden over de vervloekte graaf en verzonken kastelen mondgemeen.
De graaf van Bovelingen kocht tijdens de Franse Revolutie voor een appel en een ei, een grote uitgestrektheid van zwarte goederen. Daarom was hij vervloekt. Hij stierf enkele dagen na de koop, maar zijn ziel kon geen rust vinden. Zodra de herfst in het land kwam, met zijn woeste winden en donkere avonden, keerde de graaf terug. Een snelle rukwind stormde door het kasteel, zodat de deuren en vensters openvlogen, de jachthonden begonnen te huilen en de zware ketting van de ijzeren ingangspoort stuk brak. De Zwarte graaf, gezeten in een koets met zes paarden bespannen, reed het kasteel binnen, joeg door het park en verdween dan in het nabijgelegen bos. En dat was alle dagen hetzelfde, zolang de herfst- en winteravonden duurden. Al de jachtwachters, vechtersbazen, haantjes-vooruit trokken erop af, maar zodra ze het hellespan zagen, gingen ze vliegensvlug aan de haal. Pastoors en paters werden erop afgestuurd, doch geen enkele slaagde erin, daar geen van hen onschuldig genoeg was om macht te kunnen uitoefenen op de Zwarte graaf.
In die dagen leefde er een stil en heilig pastoorke in Batsheers, dat alom bekend was als een grote bekeerder. Op een kerstavond ging hij naar het kasteel in koorhemd, met koster en gevolg en het kruis voorop. Plotseling kwam de Zwarte graaf met zijn zwart gespan. Een fosforvlam schoot hem uit de neus, mond, oren en ogen. Het pastoorke deed de graaf stilhouden en verzocht hem dit aardrijk te verlaten. Maar de graaf wedervoer, dat niemand hem kon verjagen, die zelf ooit enig kwaad gedaan had. Hierop antwoordde het pastoorke : “Ik heb nooit vrijwillig een zonde bedreven” . “Jawel”, bitste de graaf terug ” ik heb gezien dat gij in de tuin van de buurman een rode kabuiskool afgesneden hebt”. “Dat is waar”, zei het pastoorke, ” maar ik heb er een half frankske in de plaats gelegd”.
Daarop sprak hij de bezwering uit en de graaf verdween, met paarden en koets in de nabijgelegen diepe put, om nooit meer weer te keren.
Men hoort ook wel eens spreken over een verzonken klooster, dat zou gestaan hebben in de Batsherebeemd, op de plaats waar de Grendelingenbron is.