Lambert Dessart, beter gekend als Bèr de “raomèker” was de echte radermaker uit Heers. Hij was afkomstig van Rukkelingen-Loon. Samen met de meeste van zijn jongens oefende hij dit beroep uit tot het verdwijnen van de paarden en met hen de boerenwagens en -karren uit ons dorpsleven. Zoals in het hierboven beschreven artikel over hun beroep, had hij zijn werkplaats, later beter gekend als schrijnwerkerij, op de steenweg aan de hoek van de kleine weg, die naar Opheers leidt. Zolang zijn zonen met hem samenwerkten waren het nog voornamelijk radermakers tot omstreeks 1940.
Guillaume bleef als schrijnwerker de zaak verder zetten in het ouderlijk huis. Zoon Bèr (Hubert) en Mon werden later hoofdzakelijk dakwerkers, respectievelijk in Opheers en in Heers, waar op beide plaatsen de werkhuizen nog bestaan, doch niet meer of nog nauwelijks in werking zijn. Frans trok naar Veulen en werkte in de suikerfabriek van Oreye, Fons ging naar Liek (het nabije Oleye), Jef bleef in Heers en werkte met Guillaume in de ouderlijke schrijnwerkerij en Nicolas tenslotte ging een andere richting uit en was postmeester in Wellen.
De dochters Marie bleef in Heers, Françoise huwde de smid Joseph Melon, van de gekende smidse op de steenweg in Heers, een paar huizen verder dan haar ouderlijk huis gelegen en Antonie trok naar Engelmanshoven.