De Steenweg
De meerderheid van de huidige inwoners van Heers herinneren zich voorzeker nog de dikke plaveistenen van de oude steenweg Luik-Sint-Truiden. Hoe oud is deze steenweg?
Na de Romeinse overheersing werd er niet veel meer aan goede wegenbouw gedaan. De oude heirwegen uit grint, silex en hout vormden samen met de middeleeuwse handelsweg Brugge-Keulen de hoofdaders van ons verkeersapparaat.
Van een verkeerspolitiek vanwege de centrale regering was nergens sprake. Het prinsbisdom Luik kon zich echter in het begin van de 18de eeuw aan de algemene stuwing van de Franse en de Oostenrijkse bewindslieden niet onttrekken. In 1704 kon de verbinding Brussel-Leuven naar een oud plan door de Brabantse Staten verwezenlijkt worden. Deze weg werd in 1715 tot Tienen doorgetrokken. Niettegenstaande hun eerst weigerachtige houding tegenover de Oostenrijkers, besloten de Luikse leiders, om hun handelsbetrekkingen te verbeteren, toch over te gaan tot het aanleggen van vier grote steenwegen, vertrekkende van Luik. Waaronder Luik-Sint-Truiden. Daartoe zou men jaarlijks een som van honderdvijftigduizend gulden uittrekken. Al had de Spaanse Successieoorlog de staatskas leeggemaakt, besloot men in 1713 toch een aanvang te maken met de weg naar Sint-Truiden en verder naar Brabant over Tienen naar Brussel. In de twist tussen de regeringen van Luik en Brussel op welk punt de baanvakken elkaar zouden ontmoeten, won Sint-Truiden het pleit vóór Borgworm. Omwille van instortingen van het mergelgedeelte van de oude weg Luik-Sint-Truiden te Heers in 1710 (in de 20ste eeuw kenden we er nog verschillende), werd het nieuwe tracé, de huidige steenweg, naar het Zuiden verlegd.
Op 1 december 1713 werd besloten met een ploeg zo spoedig mogelijk tot Sint-Truiden twee voren op een onderlinge afstand van 64 voet te trekken, de breedte van de weg. Volgens het plan van ingenieur Stockar zou de weg 60 voet (17,68 m) breed worden, het geplaveide deel 17 voet (5,30 m). Aan weerszijden van het stenen wegdek liep een aarden zomerweg om bij goed weer de stenen te sparen.
Op 30 mei 1714 werd de opdracht gegeven de twee ploegvoren te trekken vanaf de poort Ste-Marguerite in rechte lijn naar Sint-Truiden.
Op 20 oktober werd het lastenboek goedgekeurd en op 1 december had de aanbesteding plaats. Er kwam echter geen schot in het werk en al spoedig palmden de eigenaars hun aanpalende gronden weer in.
Op 21 november 1715 beval de prinsbisschop de voren opnieuw te trekken, alle bomen, hagen en muren tussen de voren te verwijderen en de weg onmiddellijk voor het verkeer vrij te geven.
Op 7 augustus 1717 werden de bruggen aanbesteed. In 1718 kon, met enige goede wil, de nieuwe weg voor het verkeer gebruikt en de tolbarrieren opengesteld worden. Zonder leiding, noch toezicht werden de werken traag en slecht uitgevoerd, moesten sommige bruggen afgebroken en herbouwd worden en sleepte de onderneming nog jaren aan. De voltooiing zou pas in 1740 tot stand komen.
Het nodige zand werd gehaald in Engelmanshoven, de heide van Heers, enz… De stenen werden betrokken uit de steengroeven van Ans, Montegnée, Gràce-Berleur, Hollogne-aux-Pierres, Horion-Hozémont, Aalst, Hoegaarden, Tienen, enz… Om de toegang tot de landwegen en de waterafvoer naar de grachten te vergemakkelijken, werd het wegdek niet horizontaal, maar bol gelegd.
De nieuwe weg was een grote verbetering in vergelijking met de oude gebrekkige wegen. De snelheid van de diligence kon tot 3,4 km/u stijgen. Het vervoer was goedkoper en veiliger; er waren minder paarden nodig; men was er zeker van op de plaats van bestemming aan te komen; het gevaar van karren- en moddersporen was afgewend. In de winter ging het vervoer door zoals in de zomer. Met de tijdwinst voor man en paard kwam een volgeladen wagen nu in drie dagen van Leuven tot Luik. Herbergen, dus handel, en uitspanningen als nieuwe bedrijven schoten uit de grond. Er kwamen niet minder dan 50 herbergen tussen Leuven en Tienen. De tolbarrieren moesten echter de zware kosten helpen betalen.
Bron: Dorpskalender gezinsbond 2007- Jos Valley
Vanschoonwinkel Georges januari 2018