De Tuyter
Vroeger had ieder dorp met zijn inwoners een roepnaam of spotnaam.
Zulke roep- spotnamen verwezen gewoonlijk naar een plaatselijk gebruik of lokale gebeurtenis.
Vooraf wil ik de lezer van dit verhaal erop wijze dat er duidelijk een verschil bestaat tussen een Tuyter en de Teuten, het zijn twee verschillende volkeren, beiden uit ons eigen Limburg maar met hun eigen specifiek verhaal van levenswijze.
De Teuten
De teuten waren een uniek slag van handelaars die van 1500 tot 1900 vanuit de Noorderkempen handel dreven met de Nederlanden en Duitsland. Zij trokken, alleen of in groepjes, voor drie tot zes maanden per jaar naar het buitenland om er te venten met de inhoud van ‘de pak’; lakens, wol, stoffen, koperwerk en vee. De Teutengemeenschap kenden een complexe organisatie.
Voor de klanten bestond er een interessant kredietstelsel. Geen wonder dat de Teutenhandel bloeide en de Teuten zelf een welvarende groep in Noord-Limburg werden. Vanaf 1850 werd hun handel in hoog tempo voorbijgesneld door de industriële samenleving met haar nieuwe manier van handeldrijven.
De Eerste Wereldoorlog betekende door de afsluiting van de Nederlandse grens de economische doodsteek voor de laatste Teuten. Een tijdperk was voorbij. Met de Teuten hebben de Tuyters dus niets te maken.
Hoe zijn de inwoners van Horpmaal aan de roepnaam Tuyter gekomen ?
De achterhaalde verhalen zijn nogal uiteenlopend en we laten daarom de lezer op het einde van deze vier verhalen zelf zijn conclusie trekken.
Wat de meeste dorpelingen weten is dat het iets te maken heeft met de lengte van één (mannelijke)broekspijp. Maar vanaf hier lopen de verhalen uiteen:
Verhaal 1
De broekspijp werd in de sokken gestoken om zo het werken op klompen te vergemakkelijken. Zo was de broekspijp onderaan smal en het bovenbeenstuk nogal breed: de vorm van een tuit dus. Een tuit verwijst naar een koffiekan of ketel van breed naar smal, waardoor deze gelijkenis.
Verhaal 2
De naam Tuyter zou een roepnaam zijn van een persoon uit de Kempen, die het Teutenberoep uitoefende, maar in Horpmaal is blijven plakken, t.t.z. verkering gekregen en gehuwd in Horpmaal, kwam achteraf terug voor een paar maanden en was dan weer op weg om zijn marchandise te verkopen. Deze persoon (naam onbekend) had een kortere broekspijp als de andere, wat hem kenbaar maakte van op afstand. Hier zou de uitspraak van ‘nen teut’ naar ‘nen tuyter zijn overgegaan volgens het dialect.
Verhaal 3
De naam Tuyter zou afgeleid zijn van toeter, in de betekenis van lawaaimaker. De Horpmalenaren waren vroeger luidruchtige mensen. Ze lieten zich graag opmerken door het hard roepen en durfden soms wel eens schreeuwen.
Verhaal 4
Een Tuyter zou iemand zijn van de volksstam ‘der Teutonen’, die in Horpmaal is achtergebleven en zich er gevestigd heeft. Het is een bedenkelijk verhaal want de Teutonen waren een Germaanse volksstam, mogelijk van Aziatische oorsprong, die zich in de 2de eeuw vóór Christus aan de kusten van de Baltische Zee vestigde.
Conclusie
Dat het met een broekspijp te maken heeft kan in de goede richting wijzen. De andere verhalen nemen we liever met een korreltje zout. Zullen de mensen van Horpmaal ooit de echte waarheid te horen krijgen?
De roepnaam Tuyter zal altijd een mysterie blijven, maar daar zijn we in Horpmaal fier op.
Michel Mathei
Hallo Michel en George,
Een mogelijke verklaring voor het woord Tuyter kan ook zijn dat het een afgeleide kan zijn van
tuit ! Dit woord werd gebruikt voor een muziekinstrument (mogelijk een doedelzak of een fluit)
Vermits Horpmaal in de 17de en 18de eeuw regelmatig bezet werd door buitenlandse legers is het m.i. mogelijk dat ze deze muziekinstrumenten bij hadden en bespeelden !
vgr, Lemmens Jean-Paul