Slekkewannes of Wannes van Heks
Was het omdat hij dat goedje, nu een delicatesse, heerlijk vond, of wat het omdat hij voor een pintje een slak opat, (zoals ik mij heb laten vertellen) dit konden wij niet met zekerheid achterhalen en eventueel daar zijn naam vandaan haalde. Maar laten wij dat terzijde en hem verder “Wannes” noemen en dat is maar logisch, want als “Johannes” Scheepers, werd hij geboren in 1899, in Heks veronderstellen wij, en overleed hij in Vechmaal in 1967. Zijn ouders waren Jean 1857 – 1930 en Helena Meugens 1864 – 1932. Wannes was de halfbroer van “Nazius” Scheepers. Nazius is de vader van Marieke en Madeleine Scheepers van welke dames ik zijn levensverhaal – of tenminste een klein deel ervan – optekende. Hij had nog een ander broer, Joseph 1893 – 1934, die de vader was van “Madeleine van de secretaris”.
Wie het over “Wannes” heeft, voegt er zo zijn lijflied aan toe, of tenminste de aanhef ervan en voorlopig ook het weinige van de tekst, dat wij hebben kunnen achterhalen : “Is het niet droevig van Heks te zijn, zo’n dorpje klein, drie weken voor het schieten van een konijn . . . ?” Dat kwam zo : hij werd nog maar eens opgepakt voor dit “misdrijf” en werd door de twee rijkswachters, met de fiets, voor hen uitlopend naar de kazerne geleid en in hun tocht zong hij dat liedje. Het is alleszins in onze streek vereeuwigd en aan “Wannes” verbonden gebleven.
Een konijntje schieten, op bestelling, voor zo ‘n 20 frank, een fruitweide bezoeken, hier en daar een karweitje opknappen, een handje toesteken in een boerderij, dat en nog zoveel meer was zijn broodwinning.
Ik moet wel zeggen : een karweitje, want het mocht niet te zwaar zijn of niet te lang duren, want aan “fel” werken had hij een broertje dood, om het nog zacht uit te drukken.
Tijdens de eerste wereldoorlog was hij soldaat en ingelijfd bij de ruiterij, hij was intelligent en diende dan nog een tijdje als hereknecht en koetsier op het kasteel. Doch daar kwam een einde aan omdat hij tegen de “heer” zou gestemd hebben, vermoedens waarschijnlijk omdat zijn neef in de tegenpartij opkwam. Hij bewoonde in den beginne een huisje samen met zijn broer, dat zij later verkochten, was het van moetens of waarom ook, dat moeten wij jullie schuldig blijven. Vanaf dan was hij op den dool. Hij wilde ook geen werk, hem ooit bij naaste familie aangeboden of elders, omdat hij niet graag werkte maar ook en vooral omdat hij een onafhankelijk leven wilde leiden. Hij heeft later ook nooit willen gaan “doppen”.
Hij leefde ook een paar jaar onder de kap van een “camion”, die op gemeentegrond stond tegenover de kapel in Heks. De overheid – inzonderheid de graaf, zijn grote tegenstander geworden – heeft lang moeten werken om hem er van af te krijgen en dat was wel niet zo eenvoudig, want hij was hoegenaamd geen “botterik” en liet zich niet gemakkelijk “doen”. En hij had in Tongeren ook een goede “vriend”, politieker, op zijn hand. Van die vriend was hij zelfs een hevig campagneleider bij verkiezingen. Het was een liberaal – uiteraard – politieker. “Pol Neven is een man, die alles kan”, was de slogan, die Wannes” zong” voor zijn vriend, tevens vertrouwensman en medetooghanger.
Hij zou ook nog even koers hebben gereden, met zelfs een eerste plaats in Heers, hij was inderdaad beresterk, maar dat duurde ook niet lang.
Ik liet mij ook nog vertellen dat “Wannes” af en toe ook “stattels en blink” op kermisdagen in de nabijgelegen dorpen om geld te verdienen voor zijn pintjes, maar dat wordt toch door een nichtje tegengesproken.
Dan heeft “Wannes” een huisje “gekregen” naast de boerderij Renson in Vechmaal, waar hij ook gestorven is. Gekregen inderdaad, want als huur hiervoor moest hij gedurende 3 weken mest laden op die boerderij en misschien ook af en toe nog een karwijtje opknappen, ook op andere plaatsen, als het maar niet te zwaar was of als het maar niet te lang duurde.
En zo leefde hij nog vele jaren, op den dool weliswaar, doch als een “vrij” man. En op zijn manier gelukkig. Een konijntje hier, nog wat anders daar, op bestelling aan de man gebracht. Alle kinderen, ook wij, kenden “Wannes”, want hij hield van iedereen, tenminste van wie hem aanstond, en dat waren de “gewone” mensen.
Jammer dat er over “Wannes” zoveel herinneringen zijn verloren gegaan, want wat wij ervan kunnen vertellen, zal maar een heel klein stukje zijn.
Ook geen foto meer terug te vinden, nergens meer, tenminste voor zover wij konden navragen, maar Ludo zal wel een prachttekening uit zijn pen toveren, voortgaande op de beschrijving van zijn figuur : groot, robuust, grote handen, brede schouders, met klak, fel voorover gebogen en al wiegend voortstappend en een “papegaaie”neus.
Dit alles werd mij over “Wannes van Heks” verteld door zijn kranige nichten “Scheepers”, Marieke en Madeleine, in een gezellige babbel, die ik met elk van hen mocht hebben.