Het St Annaklokje
In de St-Anna kerk te Bovelingen hangt momenteel de oudste gekende, nog actieve kerkklok van gans België.
Dit bleek na een studie verricht in 1996 door “ la Division des documents, Sites et Fouilles” van le Ministère de la Région Wallonne. (Zie brief in bijlage)
Dit prikkelde mijn nieuwsgierigheid en zo ben ik op zoek gegaan naar feiten uit het verleden die te maken hebben met het ontstaan en de geschiedenis van dit klokje.
Héél veel is daarover niet terug te vinden doch door een gelukkig toeval werd ik flink geholpen door Jo Van Mechelen uit St-Truiden, die voor zijn familie de brochure maakte “Van Mechelen in Haspengouw” en daarin een link gebruikte die mij ook naar de oorsprong van het klokje leidde.
Op het klokje staat de volgende tekst ingebeiteld :
Volgens experten is dat de Latijnse vermelding van :
“MAGISTER MARIA JOHANNIS de LEODIO
ME FECIT – Anno 1314 – ANNA VOCOR «
In onze taal is dit nu : JAN UIT LUIK HEEFT MIJ GEGOTEN in 1314 – IK HEET ANNA.
Om het verhaal beter te begrijpen moet men weten dat een zekere JAN, afkomstig van Marlinne bij BURCHWERME, omstreeks 1300 behoorde tot de hogere geestelijkheid van het Kapittel St-Lambertus te LUIK, waar hij in 1315 kanunnik werd. In die tijd gebruikte men als familienaam de naam vanwaar men afkomstig was of waar men nog veel bezittingen had.
Jan was de zoon van Gerard en Christine; Dat kunnen wij duidelijk terug vinden in zijn testament uit1330 ( net opgemaakt voor hij stierf) dat nu nog bewaard is in het Prins-bisschoppelijk paleis te LUIK. (Misschien is dat stof voor een afzonderlijk artikel op dit net)
Kanunnik was een post van aanzien. Het waren de raadgevers van de Prins-bisschop, net zoals nu de ministers van de koning.
In Luik noemden ze JAN dus JOHANNIS de MAGHLINIA, of JAN van MECHLEN.
Onze Jan was aldaar een aanzienlijk en rijk persoon. Hij liet in 1314 een klokje gieten en schonk die aan de kerk in zijn parochie en noemde die naar de patroonheilige van de parochiekerk. Zo is het St-Annaklokje geboren.
Het klokje was niet zo groot en was gemakkelijk met mankracht te dragen. Dit was een geluk want zo kon het telkens ontsnappen uit de handen van de bezetters. De inwoners haalden het dan uit de kerktoren om het ergens veilig op te bergen. Dit was ondermeer het geval tijdens de 80-jarige oorlog (14..-15..), tijdens de Franse revolutie en bij de wereldoorlogen van de 20ste eeuw. Toen de duitsers in 1943 de overige klokken uit de kerktoren kwamen roven was het klokje reeds lang verstopt onder een mesthoop in het dorp.
De parochianen hadden altijd een bijzondere verering gehad voor St-Anna en haar klok. Het werd steeds geluid bij rampen en ontijden, en zelfs tot omstreeks 1965 werd ermee geluid bij hevig onweer boven het dorp. Volgens de verhalen van de inwoners scheurde de onweerswolk dan in twee stukken en kregen de buurdorpen de volle laag. Misschien wat te overdreven, maar een agent van een verzekeringsmaatschappij bevestigde ons destijds dat het aantal schadegevallen wegens blikseminslag beduidend lager lag in Mechelen dan in de buurdorpen.
Vandaag de dag galmt het klokje zijn lied nog altijd over onze daken. Veelal de uurslag , maar ook het getingel op de achtergrond als wij iemand naar het kerkhof voeren.Maar luister ook eens aandachtig naar het Angelus om 11.45 en 17.45. Dan zal u toch moeten toegeven dat onze meervoudige eeuweling nog altijd even jong en fris klinkt.
Is het eigenlijk ook geen enorme toeristische troef, maar bij mijn weten heeft geen enkel gemeentebestuur ooit iets ondernomen om dit feit in de kijker te brengen. Het klokje is zelfs niet geklasseerd als “beschermd monument”.
De tand des tijd slaat natuurlijk onvermijdelijk toe. Hier en daar vormen zich scheurtjes en een oplossing dringt zich op.
Om het enigszins uit de vergeethoek te halen, en ook en vooral om zijn verleden te bewieroken heb ik enkele tijd geleden een gedichtje opgemaakt.
Foto Benny Porta
Jos Schoefs