Pastoor Henricus Moens
Henricus Moens, geboren te Zammelen, werd pastoor in Heks in 1774. Drie jaar later bouwde men voor hem een nieuwe pastorie, die nu nog in gebruik is. De oude pastorij was gelegen tegenover de huidige, in de hof van het kasteel (zie hierover onder pastoor Mathias Truyens). Toen er sprake was een nieuwe te bouwen, was het voor de Velbruck een mooie gelegenheid, om door ruil, het goed waarop de oude pastorij stond in het zijne te trekken.
Naast het huidige kerkhof was een weide gelegen, eigendom van Lambertus Bussy-Houbrechts en een huis met grond, eigendom van Herman L’Hoest. De Prins-Bisschop kocht deze goederen aan en stelde dan aan de gemeente, met toestemming van de pastoor, voor een gedeelte ervan te ruilen met het pastoraal goed. De transactie werd aangenomen en de Prins zou doen bouwen “een pastoraal huys, schure, panhuys, backhuys, eenen bequamen kolder, alles volgens plangh”. De gemeente zou er slechts in tussen komen voor de som van 1000 florijnen, ze behield zich het recht voor de pastorij te doen nakijken nadat het gebouw voltrokken was en indien zij dit niet deed, zou zij erna de Prins niet kunnen verplichten tot enig onderhoud of reparatie.
Wij zullen verder zien dat deze clausule later aanleiding zal geven tot grote moeilijkheden tussen de gemeente en de graaf d’ Ansembourg, erfgenaam van de Velbruck. Het zullen dan ook lastige jaren zijn voor de pastoor, de bevolking zal openlijk in opstand komen tegen de graaf en dat onder voorwendsel van het slecht afwerken van de pastorij. Voor wie moest de pastoor kiezen ? Hij schijnt er zich buiten gehouden te hebben, maar moet er toch fel onder geleden hebben. Tweedracht in zo ‘n kleine parochie brengt zoveel miserie mee en is zo delicaat voor de pastoor, die de herder van beide partijen moet zijn.
De rekeningen van de parochie waren ook niet meer in orde ! In 1791 werden zij door de momber Severinus Dormael in orde gebracht. De eindafrekening – door pastoor Cordy (hierachter) ondertekend – werd opgemaakt : de erfgenamen van pastoor Moens moest nog een gedeelte van het verschuldigde aan de kerk betalen.
Omstreeks 1790 werd er in Heks een school opgericht, die toevertrouwd werd aan de premissarius – was de priester, die op zon- en feestdagen de eerste H. Mis opdroeg – E.H. Jamagne, Heksenaar van geboorte – zoon van Joseph en Marie Agnes Poncelet ° 20 okt 1766 – en gelijktijdig rentmeester van het kasteel. Op 1 mei 1788 subdiaken gewijd.
Pastoor Moens overleed op 22 November 1790 en werd begraven naast het hoofdaltaar, aan evangeliekant. Men zegt van hem “hujus loci pastor valde dignus”