Van waar komen onze straatnamen vandaan ?

Kapelstraat:

Deze straat werd sinds mensengeheugenis Kapelstraat genoemd vanaf de smidse van Henri en later Louis Melon tot aan de kapel zelf. Later omstreeks 1950 kwamen er enkele huizen bij achter de kapel richting Batsheers en sinds de fusie in 1970 werd het verlengde van deze straat in de deelgemeente Batsheers ook Kapelstraat genoemd, waar ook nog een Onze Lieve Vrouwkapel staat.
De St-Laurentiuskapel stond eertijds op een terp (verhoog) bij de viersprong van de wegen van Opheers naar Batsheers en ook naar Oleye (Liek) en Heers, tot de terp verdween bij de ophoging van de weg. Voorheen was de kapel omringd van één lindeboom en 2 esdoorns. De lindeboom is sinds lang verdwenen en één van de esdoorns verdween in 1929. Achter de kapel stond een hardstenen kruis. De kapel was een bedevaartsoord tot de H. Catharina, wiens beeld daar bewaard werd. De bouwperiode is, wegens de volledige cementering, moeilijk te achterhalen. Op de Ferrariskaart van 1771-1777 stond zij er al. In het houtwerk van de deur is het jaartal 1737 ingekrast.

 Himpedelstraat

Ik liet mij vertellen dat op de kop van die straat héél veel vroeger een laagte “del” was waar omwille van het waterrijk gebied er frambozen “himbeer” in het Duits zouden zijn gewonnen. Vandaar de naam ?

De foto hierbij is het laatste huis van deze doodlopende straat en dan nog in een aftakking ervan. Je ziet 
“Nie” Vangaethoven voor de deur, die er meer dan 90 jaar woont. “Nie van Merie Jeure”, zoals wij haar kennen. Daarbij was zij op enkele stappen van haar werk, haar velden waar zij zovele jaren heeft gewerkt in dienst bij de boer “Grutman”. Zij woont er nu samen met haar dochter Nicole en haar schoonzoon Tony en hun kinderen. Ook haar broer Jef, ondertussen overleden, en beter gekend als “Toep”, eveneens gans zijn leven in dienst bij dezelfde boer. Ook broer Frans woont nog in die straat. En nog andere familieleden, teveel om op te noemen. En nog lang daarvoor leefden er hun ouders Fil en Marie “Jeure”.

Zonder de gewone mensen te vergeten, durven wij toch stellen dat in dit kleine straatje heel wat dorpsfiguren leefden. En zelfs prominenten. Bij het binnenkomen ervan hebben wij in de hoeve, voorheen “Dubois”, de kruidenvrouw Daniëlla, en uit de media gekend, wonen met haar gezin. Zij zou ons misschien in een bijdrage kunnen leren wat er in onze rijke velden, holle wegen en grachten zo weelderig tiert en van welk nut dit alles kan zijn. En waar wij niets van afweten. Hopen maar !

Wij hebben er Directeur Luc wonen en ei ! zo na de “burgemeester” van Groot-Heers, doch dat is echter anders verlopen. Spijtig toch, wat een eer ware het geweest voor ons kerkdorp en zeker deze straat.

En weten jullie wie wij na ongeveer 50 jaar teruggevonden hebben ? Jawel, Jef van “Joakes”, die ons reeds op de site ontdekt heeft en waar wij al een paar woorden mee gewisseld hebben, na zoveel jaren uit ons midden naar het – wel niet zo – verre Genk getrokken. Dat is toch plezant, niet ? En hij heeft ons reeds het een en het ander verteld en reeds “eintjige aa kui opgehaold”. Aan allen de groeten van Jef.

Woonden ook nog in die straat : een paar dorpsfiguren, Marteingske Mignolet en zijn Julia. “Aa, men Tjoela”, zei Marteingske altijd.”

 Oleyerweg

 Nog een piepklein straatje van ons kerkdorp. De naam van deze straat kennen ze wel, doch is hoogst ongebruikelijk. De “Likkerboan”, weg naar “Liek” = Vlams veur Oleye, kennen ze beter. Alhoewel nog slechts één huis en één voetbalveld, dat van de “Red Star”. Eén huis is nog bewoond door Lutgarde van Fin en Berke Bellis en Edouard Duchateau met hun kinderen. En dat andere op de foto, een beetje verder in de straat, is al tientallen jaren verdwenen. Het was een piepklein huisje, met amper een voorschot groot grond er rond.

Maar toch werd er ooit gewoond en lief en leed gedeeld. Hier heeft ooit Gertrude Stassens, gewoond. Ook een ander dorpsfiguur, “Mieke Staas” (?) woonde er ooit.

Met de afbraak van dat huisje is dan ook weeral een stukje “nostalgie” mee verdwenen. Nu is er regelmatig ongewone drukte als er door de “Red Star” gespeeld, getraind of wat anders gedaan wordt.

Woonden nog in dat huisje : Bebèr Aerts en zijn Antonie, nu nog in Heers wonend. Dan later woonden er nog Feilix Meus en Lisa “Catch”, wij weten niet vanwaar zij ooit vandaan kwamen. Wij weten wel dat Feilix altijd water kwam halen aan de, jammer genoeg uit het straatbeeld verdwenen, dorpspomp in de Kapelstraat met zo ’n schouderplank met twee emmers eraan.”