Allerzielenbrood

Allerzielenbrood

Vroeger bestond de gewoonte om op Allerzielen na de eucharistieviering brood uit te delen aan de armen. Men zag daarin wel eens een verzoek aan de armen, die als Gods beste vrienden werden beschouwd, om bijzonder voor de overledenen te bidden. Later werd het brood dan zowel aan arm als aan rijk uitgedeeld. Ook bij plechtige begrafenissen van welstellende mensen bleef lange tijd de gewoonte bestaan om brood uit te delen aan de armen opdat deze zouden bidden voor het zielenheil van de afgestorvene.(1)

Iets gelijkaardig bestond vroeger ook te Heks, tot rond de jaren 1960. Het kasteel liet jaarlijks drie dagen na elkaar een eucharistieviering opdragen tot nagedachtenis van de overledenen van het kasteel. Deze eucharistievieringen hadden plaats op werkdagen, rond 10 uur. Op het altaar stonden 12 kaarsen, waaraan 12 mini wapenschilden van karton waren bevestigd. In het koor stond een katafalk, overhangen met een zwarte doek en met brandende kaarsen rond deze katafalk. Onder leiding van de Meester en de Zusters werd de schoolgaande jeugd van Heks, min of meer verplicht in groep deze eucharistievieringen bij te wonen, want het gebeurde tijdens de schooluren.
Na deze vieringen, bij het verlaten van de kerk, werd door een afgevaardigde van het kasteel, bonnetjes uitgedeeld aan de kinderen. Met deze bonnetjes kon de jeugd van Heks snoepgoed gaan kopen in de winkels van het dorp. Deze bonnetjes werden door de winkeliers ingeleverd op het kasteel voor geld.

 (I) Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, door Jozef Lamberts.


Jos Valley

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *