De emigratie naar de VS (1875-1900)

De emigratie naar de VS (1875-1900)

In de periode 1850 tot 1930 zijn vanuit België zo’n 150.000 landgenoten naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Ook vanuit Vechmaal zijn aan het einde van de 19de eeuw -over een periode van ongeveer 25 jaar- een 40-tal mensen geëmigreerd naar Amerika.
Het zijn allemaal leden van de families Haumont en Francois of hieraan verwante personen van de families Severijns, Smets, Govaerts, Petermans, Leus, Dewitte.
De reden van deze emigratie is moeilijk te achterhalen. De meeste Vlamingen vertrokken in die tijd omwille van de uitzichtloosheid van het bestaan hier. Door tegenvallende oogsten en de stijgende bevolkingsdruk kende men hier voor het eerst sinds de middeleeuwen het verschijnsel armoede en hongersnood.
In de Verenigde Staten zat men daarentegen om arbeidskrachten verlegen. De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) was afgelopen en de Amerikaanse regering had in 1862 de zogenaamde ‘Homestead Act’ goedgekeurd. Door deze ‘Homestead Act’ kon elke burger gratis een stuk land van ongeveer 64 ha verwerven op voorwaarde dat men dat land gedurende 5 jaar zou bewonen en bewerken.

Armoede was echter niet echt de reden waarom men vanuit Vechmaal vertrok. De familie Haumont bijvoorbeeld was een vrij vermogende landbouwfamilie met uitgestrekte landerijen. De initiële reden was bij eerder familiaal (relatie zonen Haumont met hun stiefvader, misschien zat ook de Vechmaalse schoolstrijd er voor wat tussen). Voor de andere families moet de gratis grond ook zeer aanlokkelijk zijn overgekomen.

Het verhaal begint echter zo’n 70 jaar eerder, in het begin van de 19de eeuw.
Joseph Haumont, afkomstig van Hoegaarden, huwde in 1814 met Marie-Cathérine Cuvelier van Heks.
De moeder van Marie-Cathérine Cuvelier woonde sinds het overlijden van haar echtgenoot in 1789 samen met haar kinderen als pachter bij haar ouders (de familie Delvigne) in het Monnikenhof in Heks.
Joseph Haumont was een conducteur van Bruggen en Wegen sinds 1810 (in die tijd was men volop bezig met de steenwegen tussen de steden aan te leggen). Maar daarnaast was hij ook een fervent filosoof (aanhanger van Etienne Bonnot de Condillac). In die hoedanigheid heeft hij ook 4 publicaties of zijn naam staan (2 werken in 1818, een volgend in 1827 en een laatste publicatie in 1842).
Van 1820 tot 1827 woonde hij op de kasteelhoeve van Pietersheim (Lanaken) in dienst van de graaf de Merode. Het is daar dat de meeste van zijn kinderen ook geboren zijn.
Na 1827 trad hij terug in dienst van Bruggen en Wegen totdat hij zich rond 1840 terugtrok in een huis dat hij gebouwd had langs de grote weg As-Lanklaar. Dit huis kreeg in Lanklaar de naam Groot-Homo (verbastering van de naam Haumont).

Joseph Haumont en Marie Cathérine Cuvelier kregen de volgende kinderen:
1.Cathérine Haumont (Tienen 1815- Lanklaar 1875) gehuwd met Pierre-Jean-Hubert Severijns (Lanklaar 1818- Lanklaar 1906)
2.Sophie (Tienen 1817-Leefdaal 1833)
3.Isidore (Pietersheim 1820 – Elton, Nebraska USA 1904) gehuwd met Elisabeth Francois (Vechmaal 1846 –Broken Bow, Nebraska, USA 1918)
4.Joseph (Pietersheim 1821 – Vechmaal 1872) gehuwd met Marie Anne Honlet (Berloz 1835–Vechmaal 1899)


5.Louis (Pietersheim 1823 – Genoelselderen 1900) gehuwd met (1) Marie-Anne Bustin (Hermée 1828 – Lanklaar 1854), (2) Marie-Thérèse Dufour (Grand Hallet 1832 – Tongeren 1904)

Joseph kwam al voor 1850 in Vechmaal inwonen bij zijn tantes Cuvelier. Deze ongehuwde tantes waren van het Monnikenhof naar Vechmaal verhuisd naar de hoeve die tegenwoordig de naam Pieterkeshoeve draagt (De vroegere naam Klein Munkhof heeft waarschijnlijk te maken met de verhuis van de familie Cuvelier naar deze boerderij). Later verhuisde Joseph Haumont naar het centrum van het dorp naar de nu afgebroken hoeve op de hoek van de Kleinveldjestraat. Het is daar dat zijn 3 zonen en 3 dochters geboren werden.

Dit is een foto van de hoeve waar de familie Haumont (Joseph Haumont – Marie Anne Honlet) woonde in de 19de eeuw.
Deze hoeve werd een aantal jaren geleden afgebroken. Zij bevond zich op de hoek van de St.Martinusstraat en het Kleinveldje in Vechmaal. De familie Haumont verwierf deze eigendom in 1867, alhoewel zij reeds eerder pachter waren op deze hoeve. De hoeve werd verkocht in 1900 na het overlijden van Marie-Anne Honlet


Rond 1860 kwam ook Isidore Haumont van Genoelselderen naar Vechmaal waar hij in 1870 huwde met zijn veel jongere vrouw Elizabeth Francois. Na het overlijden van zijn tantes Cuvelier werd hij eigenaar van het Klein Munkhof.

Het idee om naar Amerika te gaan dateert van rond 1870. In die tijd verschenen in de lokale kranten geregeld aankondigingen dat men gratis grond kon krijgen in Noord-Amerika en ook de scheepvaartmaatschappijen hadden in iedere stad een lokale vertegenwoordiger om potentiële klanten te lokken.
En zo rijpte in de familie Haumont en Severijns ook het idee om te emigreren. Waarschijnlijk beslisten ze om eerst één van hen vooruit te sturen alvorens de anderen ook zouden vertrekken. En zo vertrok als eerste Joseph Severijns , een jongeman van 21, in maart 1875 naar Amerika. Hij kwam op 8 april 1875 aan in de haven van New York en reisde vandaar uit door naar Chicago. Joseph Severijns was de zoon van Cathérine Haumont en Pierre Jean Hubert Severijns. Zij woonden in Lanklaar in een herberg naast het kanaal.
Als kleine jongen al leed Joseph aan reumatische koorts. Tijdens zijn eerste reis naar het westen, nadat hij aangekomen was in Amerika, kreeg hij zo’n aanval van koorts. Daar stond hij, ziek, kon geen woord Engels spreken en met zeer weinig geld in de straten van Chicago. Politiemannen brachten hem naar een hospitaal van katholieke nonnen die ervoor zorgden dat hij beter werd. In juli 1875 kwamen dan ook Joseph’s broer Thomas, zijn zus Mina en hun neef Jules Haumont van Vechmaal aan in Amerika, in Philadelphia met eindbestemming Chicago. Het eerste jaar werkten ze met z’n allen in de steenkoolmijnen van Moingona in Iowa en 1877 kwamen ze aan in Wood River, Hall County, Nebraska waar ze later een homestead claim namen
Omdat ze onvoldoende geld hadden om zonder inkomsten op de boerderij de volgende winter door te komen, verhuisden ze terug naar Moingona in Iowa om daar in de steenkoolmijnen te werken. Thomas kwam terug naar België in 1876 om in 1877 met Edmond Haumont van Vechmaal terug te keren naar Moingona. Met een ongelooflijke spaarzaamheid bleven ze dan met nog een jaar in Moingona. In 1878 gingen Thomas Severijns en Jules Haumont dan naar Wood River in Nebraska om er te gaan werken op hun boerderij. Mina Severijns, Edmond Haumont en Joseph Severijns vertrokken in juli 1878 naar een andere mijn in Des Moines, Iowa. Pas in het volgende voorjaar, in april 1879 dachten ze voldoende geld bij mekaar te hebben om ook de reis naar Nebraska aan te vatten. Ze gingen met de trein tot Grand Island. Dat was zover als de trein toen ging. Toen ze er aankwamen, was echter alle gratis grond reeds opgenomen. Daarom besloot de groep een ‘homestead claim’ te nemen zo’n 130 km naar het noordwesten in Custer County. Ze namen allen aangrenzende stukken gratis land op in een plaats die later ‘French Table’ genoemd werd omdat dit een hogergelegen plateau was en omdat de familie Haumont en Severijns franssprekend waren.
In 1879 trouwde Edmond Haumont met zijn nicht Mina Severijns en de volgende lente (april 1880) vertrokken ze naar hun nieuwe woonplaats in Custer County.
Hun eerste probleem was een huis bouwen. Het landschap was een kale grasvlakte waar geen boom te bespeuren viel. Hout aankopen voor een huis was veel te duur.
Omwille van het houttekort kon men zelfs een extra stuk grond van 64 ha krijgen als men een gedeelte daarvan beplantte met bomen. Een blokhut bouwen was dus uitgesloten. De eerste immigranten in die streek bouwden daarom hun huizen van graszoden. Men noemde deze huizen daarom ‘sod houses’.

Omdat deze eerste groep van immigranten samen woonden en leefden, bouwden zij daarom een huis dat wat groter was (4 op 6 meter) en waarin zij gezamenlijk de maaltijden namen. Maar ieder apart bouwde dan nog een kleinere woning (2,5 op 3 meter) omdat zij verplicht waren op hun ‘homestead’ te wonen om de grond gratis te verkrijgen.
Het was ook zeer moeilijk om aan materiaal te geraken. Men moest toen verre afstanden afleggen om aankopen te doen. Zo waren ze een kachel gaan kopen in Grand Island (ongeveer 130 km van hun woonplaats, een reis van twee en halve dag) nadat ze hun huis gebouwd hadden. Toen ze kachel wilden installeren, bleek dat de kachelpijp zo’n halve meter te kort was om door het dak te reiken. Er zat dus niets anders op dan een verhoog te maken van graszoden en de kachel daarop te zetten..
Tot de jaren 1880 waren de meeste pioniers in die streek veehouders. Ook de broers Haumont hadden een kudde schapen. Na 1883-1884 werd het vooral een streek van landbouw. Vooral de zeer strenge winter van 1880-1881 was een keerpunt. Toen verloren de boeren 50 tot 80% van hun vee.

In 1883 emigreerde de grootste groep (17 personen) vanuit Vechmaal. Joseph Severijns was in december 1882 naar België teruggekomen om zijn toekomstige echtgenote Marie Francois mee naar Amerika te nemen. In april 1883 vertrokken ze: eerst met de trein van Tongeren naar Antwerpen, en dan met het schip ‘De Plantijn’ vanuit Antwerpen naar New York. Daar nam men de trein naar het westen. Via het Grote Meren gebied en Chicago kwam men dan na 3 dagen treinreis aan in de eindbestemming in de staat Nebraska.
De groep bestond uit:
Joseph Severijns en toekomstige echtgenote Marie Francois
Louis Haumont (broer van Jules en Edmond Haumont die reeds in Amerika waren)
Pierre Derwa (een familielid van Louis Haumont)
Isidore Haumont, Elisabeth Haumont en zoon Joseph Haumont
Walter Francois (ook zijn broer Jan Francois is naar Amerika gegaan)
Nicolaas Smets, Catherine Francois en hun 6 kinderen.
Theodore Haumont (Reisdorf).

De familie Smets-Francois verliet Vechmaal en België in april 1883. Ze vestigden zich eerst in Wood River (Hall County, Nebraska) voor 1 jaar en nadien verhuisden ze naar Swiss Valley in Custer County, Nebraska.   De foto dateert van rond 1894 en toont het gezin Smets-Francois:

Nicolaas Smets (Vechmaal 1848 – Nebraska 1908)
Catherine Francois (Vechmaal 1844 – Nebraska 1905)
Catherina ‘Katie’ Smets (Vechmaal 1870- )
Willem ‘Jim’ Smets (Vechmaal 1873 – Nebraska 1924)
Victorine ‘Victoria’ Smets (Vechmaal 1877 – Nebraska 1971)
Marie Smets (Vechmaal 1879 – Nebraska 1918)
Julien ‘Julian’ Smets (Vechmaal 1880 – Nebraska 1958)
Nicholas Willem Smets (Nebraska 1885 – Nebraska 1965)
Elisabeth ’Bessie’ Smets (Nebraska 1885 – Nebraska 1949)
Casimere ’Fred’ Smets (Nebraska 1889 – Oregon 1969)
Catherine Smets had nog een andere zoon van voor haar huwelijk met Nicolaas Smets die niet op deze foto staat maar ook mee geëmigreerd was naar Amerika:
Bartholomeus ‘Bert’ Francois (Vechmaal 1865 –Nebraska 1917)


Eens aangekomen in Amerika, namen ze allen weer zo’n homestead claim om gratis in het bezit van landbouwgrond te komen. Eerst verbleven ze korte tot langere tijd in Wood River, maar tegen de tijd dat ze wettelijk verplicht waren een huis te bouwen op hun nieuw verworven land, waren ze allemaal verhuisd naar Custer County in het gebied tussen Elton en Broken Bow. Eind 1884 had Nicolaas Smets zich er een tweekamerwoning opgetrokken, maar het meest indrukwekkend was toch het huis van Isidore Haumont en Elisabeth Francois (ook gebouwd in 1884). Hij speelde het klaar om een huis te bouwen met graszoden dat 2 verdiepingen telde. De muren waren meer dan 5 meter hoog en 85 cm dik. Het was het enige gebouw in Nebraska van graszoden gebouwd dat 2 verdiepingen telde. Er werd later zelfs naar verwezen als het ‘sod castle’ (kasteel van graszoden).

De Vechmaalse emigranten vestigden zich bijna allen in Custer County in Nebraska. Dit is precies in het midden van de Verenigde Staten. Het landschap was daar in 1870- 1880 een enorme grasvlakte waar geen boom te bespeuren viel. De eerste pioniers daar bouwden daarom hun huis van graszoden. De kwaliteit van zo’n huis hing ook in grote mate af van de technische capaciteiten van de bouwer.
Isidore Haumont was technisch nogal goed onderlegd (in België had hij bijvoorbeeld een patent genomen op een speciale ploeg die hij uitgevonden had). Hij presteerde het als enige in gans Nebraska om een huis van graszoden met 2 verdiepingen te bouwen. Hij bouwde dit huis in 1884-1885 in French Table. Het huis werd afgebroken in 1967.
Op de foto die dateert van rond 1885 zien we een aantal mensen die samen met hem geëmigreerd waren in 1883.Van links naar rechts:
Walter Francois (Vechmaal 1855 – Vechmaal 1919)
Jan ‘John’ Francois (Vechmaal 1849 – Broken Bow 1919)
Elisabeth Francois (Vechmaal 1846 – Broken Bow 1918)
Joseph Haumont (zoon van Isidore Haumont en Elisabeth Francois) (Vechmaal 1871 – Broken Bow 1944)
Isidore Haumont (Lanaken 1820-Broken Bow 1904)


In 1886 besloot Thomas Severijns definitief terug te keren naar België na een verblijf van 11 jaar in Amerika. In november van datzelfde jaar trad hij in het huwelijk met zijn nicht Sylvie Haumont van Vechmaal. Thomas Severijns werd kort daarna gemeentesecretaris van Lanklaar (na heel wat tumult omdat hij zogezegd nog amerikaans staatsburger was). Veel later (na Wereldoorlog I, hij was toen al weduwnaar) emigreerde hij opnieuw naar Nebraska samen met 3 van zijn dochters Julie, Lucienne en Blanche. Een vierde dochter Laure emigreerde in 1920 samen met haar echtgenote Gustave Honlet. Zij kwam echter enkele dagen na het overlijden van haar vader aan in Nebraska.

De familie Govaerts (vader, moeder en 5 kinderen) vertrok in 1893 uit Vechmaal. Eén van hun zonen (Joseph Govaerts) bleef achter bij familie in Vechmaal en werd in 1900 door zijn vader opgehaald. Deze foto werd genomen in 1894 bij de geboorte van hun jongste dochter Stella in Amerika.

Op de foto staat bijgevolg de volledige familie behalve Joseph die in 1894 nog steeds in Vechmaal was:
Jean Pierre Govaerts (Vechmaal 1854 – Vechmaal 1930)
Marie Agnes Francois (Vechmaal 1853 – Nebraska 1915)
Marie Louise ‘Mae’ Govaerts (Vechmaal 1877 – Nebraska 1940)
Bartholomeus ‘Bert’ Govaerts (Vechmaal 1879–Canada 1958)
Felicia ‘Phyllis’ Govaerts (Vechmaal 1883 – Nebraska 1976)
Coralie Elisabeth Govaerts (Vechmaal 1886 – Idaho 1936)
Alexander ‘Lex’ Govaerts (Vechmaal 1888 – Nebraska 1919)
Stella Govaerts (Nebraska 1894 – Nebraska 1961)


In de lente van 1993 kwam Jan (John) Francois terug naar Vechmaal om er zijn toekomstige bruid Marie Dewitte op te halen. Op dat moment had ook de familie Govaerts-Francois besloten naar Amerika te gaan. Zij woonden in het huis dat nu de herberg ‘De Horne’ is. Toen Jan Francois en Marie Dewitte vertrokken, namen zij daarom alvast reeds de twee kinderen Felicia (Phyllis) en Bartholomeus (Bert) Govaerts als zogenaamd hun eigen kinderen mee naar Amerika. Hun ouders Jean-Pierre Govaerts en Marie Agnes Francois en 3 andere van hun kinderen volgden later dat jaar in het gezelschap van Edmond Haumont en Mina Severijns (die samen met hun 2 in Amerika geboren kinderen Paul en Sylvie in België op bezoek waren).
In 1900 is Pierre Govaerts dan nog terug naar België gekomen om zijn laatste zoon Jan Joseph te komen ophalen.

In 1882 emigreerde ook de vechmaalse smid Willem Petermans (samen met Jean Francois) naar Amerika. Enkelen jaren later volgende ook zijn kinderen (zijn echtgenote Catharina Leus overleed in 1883). Zij vestigden zich echter niet in Nebraska maar in Chicago. Later (in 1902) is een dochter Mathilde Petermans gehuwd met Bert Francois in Broken Bow, Nebraska. Beiden waren geboren in Vechmaal.

In 1902 besloot Walter Francois terug te keren naar België. Hij maakte een overeenkomst met Isidore Haumont om diens huis in Vechmaal (Klein Munkhof, huidige Pieterkeshoeve) te ruilen voor zijn huis in Nebraska. Enkele jaren later kwam ook Jan Francois en zijn echtgenote terug naar Vechmaal. Na wereldoorlog I, in 1919 stierf Walter Francois in Vechmaal aan de Spaanse griep. Toen besloten Jan Francois en zijn echtgenote Marie Dewitte om toch weer terug te keren naar Broken Bow in Nebraska waar ze ook overleden in 1924 (Jan) en 1930 (Marie).
Ook Pierre Govaerts kreeg na het overlijden van zijn vrouw in 1915 veel last van heimwee en besloot uiteindelijk terug te keren naar Vechmaal (1922). Hij overleed in 1930 en werd begraven in het graf van de familie Govaerts aan de ingang van de kerk in Vechmaal.

De Vechmaalse emigranten stuurden geregeld brieven, foto’s en andere zaken vanuit Amerika op.De meeste van deze zaken zijn in de afgelopen eeuw verloren gegaan, maar er zijn nog een aantal brieven, foto’s etc bewaard gebleven.
Ter illustratie is hier een foto (rond 1900) van Joseph Haumont (zoon van Isidore Haumont en Elisabeth Francois) op zijn boerderij die de mechanisatie van de landbouw laat zijn in Amerika


Tot ongeveer 1935 was er nog een intense communicatie (bezoeken en brieven) tussen de familie in België en Amerika. Maar rond die periode waren alle personen van de eerste generatie in Amerika gestorven en werd de taalbarrière een echt probleem. In Amerika sprak niemand Nederlands of Frans en in België sprak niemand Engels. De contacten werden sporadisch, maar toch waren er soms nog bezoeken van Amerikanen naar België (Phyllis Govaerts (1966), Catherine Severijns en zoon Bill Dement, de familie Olson (1980), Joyce Elaine Gangwish (rond 1990) en van Belgen naar Amerika (Marie Luce Wilsens (1956), Roger Smets (1985), Michel en Thérèse Heyman(1988).
De afstammelingen van de Vechmaalse emigranten leven nu verspreid over Amerika, maar de belangrijkste groep leeft toch nog steeds in Nebraska en enkele aangrenzende staten naar het oosten.

Bijkomende informatie met vele documenten en foto’s is ook gepubliceerd op de (Engelstalige) website: http://freepages.genealogy.rootsweb.com/~jeanspage/counties/custer/index.html

Alle bijkomende informatie met betrekking tot deze families in België en Amerika, hoe onbeduidend het ook mag lijken, is steeds van harte welkom. Gelieve mij te contacteren indien u informatie met mij wil delen.

Peter Vanbrabant
Nieuwe Hazendansweg 17
3520 Zonhoven.
Tel 011/81.27.45
peter.vanbrabant@gmail.com


Peter Vanbrabant

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *