Dorpsfiguur Bollen
In ieder dorp waren er zo van die “figuren”, t.t.z. mensen die “buiten het gewone” leefden, als het ware, er een min of meer kleurrijke levenswandel op nahielden. Vroeger “op de bank” in de “gracht” of berm, waar de mensen ’s avonds keuvelden, of een kaartje legden op zon- en feestdag, wanneer het schoon weer was, deden die verhalen de ronde, of werd weer eens de ene of de andere “stunt” van die “figuren” uitvoerig besproken en vooral, de verhalen met de nodige commentaar omringd.
In Gutschoven waren er zo ook enkele, Tinus Petri, die gedurende een nacht een hut bouwde op de berm langs de holle weg naar de Bek. Ik hoop daar nog een foto van te krijgen, zodat ik in een van de volgende kalenderpagina ook daar een verhaal kan rond vertellen. Er waren ook Janneke en Mieke, wonende in een van die typische Haspengouwse lemen vakwerkhuisjes en levend van de melk van een geit of schaap, enkele kippen en de vruchten van wat labeur “in de weremmes” of het lapje tuin aan hun hut, of ergens op een verloren berm of stukje grond te moeilijk te bewerken door de grote boeren. Een van de anekdotes was dat Janneke wanneer er eens overvloedig kon gegeten worden van de ene of de andere buitengewone voedselvoorziening, als afwisseling van het meestal mager dagmenu, een luidruchtige “rupsel” liet en zegde: “Laat maar bijkomen Mieke, ich bèn geschampeerd”… waarna hij al dan niet een pijpke kon opsteken en onder de notenboom in de “weremmes” in het gras kon zijn dutje doen”…
Maar vandaag gaan we het hebben over “Bollen”… een “figuur” die velen onder ons zich nog herinneren. Eigenlijk heette hij Guillaume Sax, verstokte “jonkman” die eigenlijk nooit tijd gehad heeft om veel interesse te tonen voor het andere geslacht. Hij leefde bij zijn moeder in haar huisje “op de Bek”. Hij kon wel hard werken als het hem beviel maar meestal was hij meer aangetrokken door de zon, het plukken van de dag, “carpe diem” noemen ze dat nu. Wat niet wilde zeggen dat hij altijd stil zat. En met de kameraden, het waren er een viertal, waaronder Remi Stessens, een van de door het bombardement op de hoeve van Hem in mei ‘40, gedode knechten van die hoeve. Diens graf is er een van de enkele kruisjes van gesneuvelden aan de kerkhofmuur aan de oude pastorie. Ze dronken graag een pintje, of eerder, heel wat pintjes. Ze waren dan ook heel vaak urenlang te vinden in de dorpscafés “bè Piêk”, “bè Kamiel” of bè Miss Bobine, of de twee cafés die “de Bek” rijk was: “bij Jang van Neiès” of “bij Devisé”, of nog op een van de vele plaatsen waar “onder het hütje” geschonken werd.
Bollen bezat een goed boerenpaard en hij deed aan “interim-arbeid”-“avant-la-lettre”. Als Bij Neungske of bij een andere kleine boer de oogst moest binnengehaald worden of de bieten “nô de stâosse” te Heers moesten gebracht worden, dan werd zijn paard mee ingespannen en speelde hij “voerman”… het verdiende geld werd dan de volgende dagen gebruikt voor de pintjes…. Met de kameraden…. De lol kon weer eens niet op.
Hij had ook een trouwe hond, Mollie. Ook al ging Bollen op stap, zijn trouwe viervoeter was nooit veraf. Soms bij de hondsdagen verdween de hond al eens op zoek naar zijn instinctieve behoeften. Meermaals dacht Bollen dat Mollie dood was. Maar dan werd Mollie teruggebracht door een dam, uit de Walen die intussen wist van waar de hond afstamde… hij had zo ginder zijn vaste toevlucht.
Wat ik mij ook herinner van Bollen… in een van de naoorlogse jaren had iemand Bollen wijsgemaakt dat hij een gedroomde kandidaat burgemeester was. Bollen is dus “opgekomen” en had zijn campagne gesteund met het nodige bier. Veel getrakteerd en veel verteld…. Maar een grote boer van het dorp heeft gewonnen… en Bollen zat op verkiezingsavond met een dikke stoofbuis van een halve meter boven op zijn hoofd, op de bank tegenover het café van Miss Bobine. Ik zie hem nog altijd zo zat als een kanon zijn mening verkondigen over de winnaar… met kleine oogjes… maar toch een zalige glimlach op het gelaat… geïnspireerd door de vele mensen die hem kwamen troosten… met een overvloed aan Cristallekes…
Hij had ook straffe verhalen: hij was eens met de fiets naar Tongeren naar de markt geweest. In het naar huis komen, beneveld als hij was door veel pintjes, tussen Bommershoven en Hex, in de holle straat, liep er een jonge” uitgebroken” vaars op de weg in een afzink waar Bollen hoge snelheid maakte… hij beweerde steeds dat hij die vaars met zijn fiets doodgereden had. Maar hij was een fijne man… nooit iemand kwaad gedaan.
Maar ja… Bollen stierf na een “welgevuld” leven, in maart 1984, op 78-jarige leeftijd.
Ik kreeg een foto van hem… in zijn typische houding, wachtend aan tafel, naar zijn volgende pint.
(met dank aan Jo Smolders, Louiza Moers en onze Maa)
Louis Leduc