Dorpskermis anno 1950

Dorpskermis anno de vijftigerjaren.

De dorpskermis in Bovelingen was toen het grootste feest van het jaar. Alhoewel we twee kermissen hadden : een zomerkermis (eind juli) en een winterkermis (begin november). Die gingen zoals elders gepaard met de feestdag van de dorpsheilige. Bij ons waren dat St-Anna (26 juli) en St-Martinus (11 november).
Ik heb mij trouwens altijd blijven afvragen waarom er twee beschermheiligen waren in onze parochie. Misschien had de plaatselijke adellijke familie, die een kapel bouwde, een vinger in de pap.

Reeds weken op voorhand werd er gesproken over de nakende kermis. Men voelde de spanning geleidelijk toenemen. Als de foorkramers toekwamen was de plaatselijke jeugd present om toe te kijken bij de opbouw. Tussendoor moesten ze gaan voor een nieuw kostuum en ook bij de kapper moest men uren aanschuiven.
De dag voor de kermis was er meestal een bruiloft. Er werden boeketten bloemen afgegeven en strobalen verbrand om de aandacht van het nieuwe koppel te krijgen, maar vooral het geld dat men kreeg was interessant  als een extraatje bij het kermisgeld
Terwijl thuis kippen en konijnen geslacht werden en ook het varken zijn laatste dagen beleefde, hing er een geur van dampende taarten in de lucht. Dat hadden ook de voddenmannen geroken, want die week  deden ze toevallig hun ronde in het dorp. Jongens hadden zoveel mogelijk spullen bijeen gezocht om een kermiscentje meer te hebben. Meisjes daarentegen moesten papiersnippers maken om de straten te versieren tijdens de kermisprocessie.
De zomerkermis was natuurlijk het aantrekkelijkste. De dag voor de kermis was alles nog relatief kalm. Alleen de moeders mochten die dag  hun kooktalenten etaleren. Het resultaat werd dan s’avonds naar de “koude kamer” gebracht, waar het uitpuilde van kasserollen vol groenten en vlees.
En dan de dag zelf. Iedereen was vroeg wakker. Buiten hoorde men het kloppen der hamers. Er moest immers gesierd worden aan de gevels van de huizen , want na de mis trok er een processie door alle straten van het dorp en de deelnemers hadden soms meer oog voor deze versiering dan voor het H. Sacrament.

De kerk zat die dag stampvol. Na de mis vormde zich de stoet. Eerst de misdienaars met het processiekruis, dan de schoolgaande jeugd. Ieder kind droeg een vlaggetje met de nationale kleuren.
Een paar sterke mannen droegen de vlag van de St- Sebastiaans gilde en van de “Bond zonder naam”. Natuurlijk was er ook een groep maagden, gekleed in lange witte klederen en wuivend met een palmtak. Tussendoor droegen vier jongeren de beelden van O.L.Vrouw en  St-Janneke op de schouders. Na het biddend volk en de plaatselijke fanfare kwam het baldakijn, gedragen door leden van de kerkfabriek. Ze beschermden de pastoor met het H. Sacrament tegen zon of regen. Net voor hen strooiden enkele communicanten bloemen en papierknipsels. Zo trok de processie afwisselend met muziek of gebed van rustaltaar naar rustaltaar. Deze waren pareltjes van vindingrijkheid en elke straat had er een gebouwd meestal met boomtakken. Ook de straten waren versierd met kleurrijke bloemen en papierknipsels.
Het was een vermoeiende tocht en iedereen had dorst. De helpers mochten naar de pastorie want de pastoor had gezorgd voor verfrissende dranken. De anderen doken in de kortste bijgelegen herberg. De kermis was gestart.

Nauwelijks was het volumineuze kermismaal gezakt of men hoorde in de verte reeds de eerste klanken van de foor. Maar er was die dag ook steeds een wielerkoers waar bijna altijd een plaatselijke renner meedeed. Daardoor waren de Vespers enkel  met vrouwen bevolkt. Na de koers werd de tombola getrokken en zorgde het gerstenat voor ellenlange discussies . Dikwijls hadden de vaders geen tijd meer om het avondeten, een rijk gevulde koude schotel, te verorberen want de familie of de buren stonden reeds te wachten om naar de foor te gaan.
Er werd gehold van de ene naar de andere attractie. Eerst de “zwokken””, dan van de paardenmolen naar de botsauto’s, van de loterijkraam naar de “zwikskens”. Ja dat was wel het plezantste. Als de doek  neerging kon men zijn partner even aanraken. Maar ook de schietkraam had succes en vooral de frituur. Voor 5 fr kreeg men toen  een grote puntzak met een klad mayonaise . Toen het dan duister werd verscheen plots ook een waal met een roulette spel. Hij moest wel regelmatig uitkijken naar mogelijk gevaar maar toch ging hij met de zakken vol geld terug naar huis.
En als de kermisattracties de lichten doofden ging gans het gezelschap naar de dorpscafés  . Zonder er een over te slaan want in elke café hadden ze een hoekje vrijgemaakt voor een orkest (meestal twee man). Op de tonen van de harmonica werd menig dansje geplaatst.

Bij het einde werd nog even gestopt in het majestueuze danspaleis voor een paar dansjes. In die tent zijn vele romances gestart in zoverre dat het gemiddelde geboortecijfer van sommige maanden in het volgend jaar, ruimschoots overschreden werd.
De eerste kermis dag eindigde meestal in een vechtpartij. Een plaatselijke schone had waarschijnlijk te veel aandacht besteed aan een concurrent.

De dag nadien kon de kater verwerkt worden in een dorpswijk die te ver van het centrum lag. Ook daar was er een wielerkoers en werden de biertonnen geledigd.
De kermis duurde drie dagen. Op dinsdag was er een dorpskoers. Enkel dorpsbewoners die verkleed waren mochten meedoen tot jolijt van de toeschouwers.
Weken nadien werd er nog nagepraat over alle gebeurtenissen van de laatste kermis. Dat stukje folklore moeten wij helaas vandaag wel missen.


Jos Schoefs Februari 2018 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *