De keuster

Onmisbare dorpelingen “ De Keuster”

Als men heden ten dage de krant of een tijdschrift openslaat, of ’s avonds vanuit de luie zetel zapt op TV, dan vindt men vaker twee “letterkes” in hoofdletters geschreven, met een punt achter iedere letter: B.V.
Dat zijn mensen die vaker in de belangstelling van de media komen, die bekend zijn en daarenboven Vlaming: Bekende Vlaming.
De-koster-van-gutschoven
Ik was onlangs in de schoendoos met mijn ouder negatieven van foto’s aan het neuzen en vond daar een foto terug van onze vroegere koster van het dorp: Guillaume Vroonen

Destijds in de vijftiger jaren ben ik correspondent geweest voor ons Gutschoven bij de toen bij ons in het dorp heel populaire kranten Het Belang van Limburg en Het Nieuwsblad. Niet dat dit veel opbracht aan de tienerstudent die ik was, maar het erbij horend gratis abonnement was mooi meegenomen, vooral de bladzijden met het relaas van de wielerkoersen.

Maar ik wijk af…. Ik vond dus een foto die ik maakte van de koster voor het plaatselijk nieuws in de krant. Hij was gedecoreerd voor de vele jaren dienst als koster. Hoeveel jaren het precies waren ben ik vergeten – dat doet er ook niet toe, al waren het er heel veel – hij had zijn paasbest kostuum aangetrokken, zijn haren werden feilloos door zijn dochter wat bijgekamd en hij stond daar op de steenweg, fier en fiks, de armen naast zijn lichaam gestrekt zoals in de beste parade voor de Nationale Feestdag, de decoratie op de borst….

Ik dan maar mijmeren over mijn herinnering aan onze “keuister”. De belangrijkste gebeurtenissen voor onze goegemeente waren in die tijd van trouw kerkbezoek de missen, het lof, de vespers… Elke dag, decennia lang was onze koster trouw op post. Hij zou nooit één enkele dag afwezig geweest zijn. Dat begon met het luiden van de klokken, toen nog een half uur en een kwartier vóór het begin van de diensten. Guillaume slofte van zijn thuis “aan de kapel” op het knooppunt van de Steenweg en de Bekstraat naar de kerk en liet daarbij zijn activiteiten op het familielandbouwbedrijf voor wat ze waren.

Na het luiden werden de gewaden voor Pastoor Lambrechts klaargelegd en deed hij zijn toer door de kerk om te zien of alles in orde was voor de viering. Als oud misdienaar heb ik dat vaak meegemaakt. In de sacristie was er een massieve kast met op borsthoogte een groot vlak blad. Op dat blad lag een respectabel boek met de voorschriften qua dragen van gewaden bij de diverse soorten vieringen. Het was een heel oud boek, serieus wat beduimeld, met “ezelsoren” aan de toppen van de bladzijden, ietwat geelbruine bladeren en met soms in de marge, aanwijzingen in de vale inkt van Pastoor Lambrechts – de pastoor maakte die inkt zelf van bepaalde soort korrels die hij plette en liet “trekken” in een fles drievierden gevuld met water. Dat was dezelfde inkt die ik nu nog terugvind bij de inschrijving van de doopsels op het trouwboekje van mijn ouders en ook op “de bulletin” van het Collège Saint-Louis te Waremme, waar onze pastoor ieder week met zijn handteken bevestigde dat ik naar de mis geweest was.
Aan de onderkant van die kast waren grote schuiven waarin mooi door de koster gerangschikt, heel veel gewaden lagen.
Dan koos de koster de kazuifel met bijbehorende accessoires, alles kleur- en uitvoeringsgebonden met de aard van de viering. Hij legde die dan uitgeplooid op het groot vlak blad en legde daarboven op de witte gewaden, met kant afgeboord en andere ad-hoc accessoires zo dat onze pastoor die met een beweging over zijn hoofd kon “aandoen”. Een heel plechtig ceremonieel als je het mij vraagt. Ik was er steeds van onder de indruk.
Dan kwam de pastoor binnen en kleedde zich, terwijl de koster het imposante Latijns misboek op de daartoehorende staander ging plaatsen op het altaar, waar hij eerst de “floeren” kunstig bewerkte altaardoeken weggenomen had en opgeplooid. Op het altaar lag dan nog een kunstig “gebrodeerd” doek, gemaakt door Marieke-van-Pastoor, de huishoudster waarvan men het graf met foto nog vindt, links van de trap van kerkhof naar pastorij. Hij stak de kaarsen aan met die imposante stok met een wiek eraan en een “kappeke” om na de viering het vuur te doven.
Daarna slofte de koster door de kerk naar het dokzaal waar in de eerste jaren van mijn herinnering een harmonium stond en later een occasie gekocht orgel dat nu er nog staat. Men heeft daarvoor het doksaal moeten vergroten, zodat de kunstig uitgesneden borstwering van voordien verdwenen is.
Als het een mis met gezangen was, dan speelde de koster de begeleidende muziek. Ik heb destijds gehoord dat hij die muziek in zijn “oudere” jaren nog met stramme vingers heeft leren spelen. Zijn oude vader had destijds nog gezegd dat hij “vol muziek” zat. Ik herinner mij ook nog zijn schorre stem waarmee hij de Latijnse teksten zong – toen was alles nog Latijn bij de vieringen.

Geleidelijk aan heeft zijn schoonzoon Julien het muziekspelen en het zingen overgenomen. Die heeft zelfs een uitstekend zangkoor opgericht waar de kleinkinderen met mooie heldere stem solo’s zongen bij elke feestelijke aangelegenheid. Er werd zelfs een “concours” gehouden met weerklank vèr buiten de provinciegrenzen. Maar dat is een ander “story”.

Terug naar de foto… onze koster is er heel fier met zijn decoratie op te zien… voorwaar een prachtige hulde aan een uitzonderlijke O.D. ofte “Onmisbare dorpeling”.

In de marge… kijk… toen liepen er nog kippen over de weg naar de er tegenoverliggende weide… iets wat nu in het drukke verkeer op die gewestweg niet meer mogelijk is.


Louis Leduc april 2006

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *