Oude wielerglorieMaurits Biets
Maurits Biets (° 1930 –U1987) was één van de eerste renners uit de naoorlogse periode in onze dorpen. Over hem en zijn rennersloopbaan liet ik mij vertellen door zijn oudere broer Armand (° 1922), die ook even gekoerst heeft in 1939, gedurende een zestal maanden slechts.
Maurits begon zijn rennersloopbaan in 1947 bij de nieuwelingen. Maurits had rappe benen en won dan ook tal van koersen. Uit de glorietijd van toen, gekenmerkt door een bitsige strijd tussen de plaatselijke “cracks”, zoals daar waren Gilbert Balaes en Henri Etienne respectievelijk uit het nabije “Lantermenge” (Lantremange) en “Liek” (Oleye), Gilbert Dedry van “Keunsem” (Koninksem) en Cuyx van Bommershoven. Ook Roger Vanderspikken en Henri Dessart van Veulen waren de tegenstanders van toen.
Memorabele wedstrijden uit die tijd waren Brussel-Zepperen bij de liefhebbers, waar Maurits ooit vijfde werd en toen ook een andere wedstrijd in Zepperen won door op het gras te spurten. Het was een aankomst lichtjes bergop naar Kortenbos toe.
In Jeneffe, het dorp van de latere gekende “Tourrenner” Jean Brankart, ging Maurits hem kloppen voor eigen deur en dit op de dag van Opheers-kermis en wat een kermishoogdag werd het ?
In Mechelen-Bovelingen kwamen in die tijd de gekende gebroeders Roger en Yvo Molenaers de mannen van hier bekampen en met groot succes nog wel, want zij werden er eerste en tweede.
Vermelden wij nog een deelname aan de Omloop van de Vlaamse Gewesten, met aankomst op de “Vélodroom” van Brussel, waar er een 10-11de plaats behaald werd. Daar reed de aanhang naartoe met de “camion” van het familiefruitbedrijf van de “Bietsen”, uitgerust met zetels en ook fruitkisten als zitje, met getrouwe supporters als Fernand Claes, Fred Missotten e.a.
Eén van de hoogtepunten uit zijn “carrière” – dit was toen al bij de beroepsrenners – was zijn deelname aan Parijs-Brussel. Er valt meer over de trip te vertellen dan over de koers. Met de gloednieuwe “Plymouth” van de familie werd de afreis naar Parijs ondernomen met zes man in de wagen, Maurits zelf, broers André en “Ma” – van wie het verhaal – samen met de wielergloriën uit de streek, Franske Leenen, Charel Vandormael en Rik Kempeneers, die later zijn gekend restaurant op de markt in Sint-Truiden had. In Parijs sliepen zij in een soort “bar”, doch Armand mocht niet slapen, hij moest waken. In die tijd werden er wel geen wagens gestolen – of alleszins niet zoals nu – maar wel de wielen werden onder de auto ‘s uitgehaald. Horlogemaker Magon uit Heers kon daarvan meespreken want de zijne werden daar in Frankrijk er onder vandaan gehaald.
Van de koers, waaraan ook Rik Vansteenbergen en Stan Ockers deelnamen, onthouden wij enkel dat Maurits moest opgeven na een lekke band en dat de ploegmekaniekers van “Plume Vainqueur” – ploeg waarvoor hij reed – wielen bij hadden die niet pastten in het kader.
In zijn rennersloopbaan reeds hij ook veel op de piste. In Glons, achter Tongeren was er een assepiste en ook op het “Vissegat” in Sint-Truiden was er ook een.
Een paar jaar na die Parijs-Brussel, omstreeks 1957 dus, stopte hij dan met wielrennen. Een resem mooie uitslagen werden behaald, maar meer nog dan dat was het plezier dat de aanhang en de zijnen aan deze periode mochten beleven.
In die tijd werden er in Opheers ook veel wedstrijden georganiseerd door een ijverige wielerclub, in de tijd van Maurits, onder de leiding van “Jefke” Vandergeten. Later door een nieuwe generatie wielerfanaten, tijdens de volgende periode, de opvolger van Maurits, namelijk Gustaaf, eveneens uit Middelheers.