De godsvrucht tot de H. Barbara
De godsvrucht tot de H. Barbara is reeds eeuwenoud in onze parochie. De oude kerk van Heks was toegewijd aan de H. Aldegondis, doch men vierde ook Sinte Barbara als tweede patrones. Haar feest werd er jaarlijks luisterrijk gevierd op 4 December en niettegenstaande het gure jaargetijde deed die dag een plechtige processie haar ommegang. Zoals de processie van Sacramentsdag werd ze begeleid door een speelman met viool. Dit blijkt immers uit een parochieregister opgesteld door Petrus Roux, pastoor in Heks van 1614 tot 1652. Vanaf 1614 vermeldt hij er jaarlijks : “aan de speelman op Sinte Barbara en op Sacramentsdag, twee vaten rog”.
In 1680 werd één der drie klokken, die de kerk bezat, ter ere de H. Barbara gewijd.
Deze heilige Barbara wordt vooral aanroepen om van een haastige en onvoorziene dood bevrijd te blijven. De besmettelijke ziekten, die de parochie geteisterd hadden onder pastoor Roux (1614-1652) en later onder pastoor Truyens (1675-1704), hadden er wellicht toe bijgedragen om deze godsvrucht te verlevendigen en uit te breiden.
Het getal sterfgevallen, dat gewoonlijk 3 à 4 per jaar bedroeg, steeg merkelijk wegens deze besmettelijke ziekten : er waren er 42 in 1617, 41 in 1630 en 16 in de maand augustus 1636. Verder heersten er nog besmettelijke ziekten in 1676, 1693 en 1694.
Het is daarom dan ook dat in 1700 het “Broederschap van de H. Barbara” in de parochiekerk van Heks opgericht werd. Dit werd op 17 November 1700 goedgekeurd door Jozef-Clemens, bisschop van Luik. De plechtigheid van de oprichting had hetzelfse jaar plaats op de feestdag van Sinte Barbara, nl. op 4 December, voor de hoogmis, onder grote toeloop van volk, zowel van Heks als van de omliggende dorpen.
De statuten van het Broederschap werden op 10 januari 1701 goedgekeurd door Guill. Ber. de Hinnisdael, co-administrator en grootvicaris van Luik, terwijl Paus Clemens XI, bij brief van 15 en 16 September, het godvruchtig genootschap verrijkte met verschillende aflaten en voorrechten, o.a. dit van het geprivilegieerd altaar ten gunste der afgestorven broeders en zusters.
In het jaar 1700 werd een register begonnen, waarin de namen der leden van het broederschap vermeld staan. Hieruit blijkt dat deze godvruchtige vereniging veel bijval genoot, niet alleen in Heks maar in de ganse streek : er komen er immers namen in voor van leken en priesters uit Tongeren, Bilzen, Borgloon, Sint-Truiden en andere omliggende dorpen, zelfs uit het Walenland.
Van 1700 tot 1806 werden 1000 leden in het Broederschap ingeschreven en van 1806 tot 1849 werden 472 nieuwe leden aangeworven. Leden werden geregeld ingeschreven tot in 1872.
De statuten van het Broederschap werden ook in voormeld register overgeschreven; wij laten er een afschrift van volgen :
MensCh Looft goDt aLtoos ! Register des Broederschap onder d’ aenroepinge van de Heylighe Maeghet ende Marteleerse Barbara. Ingestelt in de parochiaele kercke van Hex op den vierden Decembris int jaer Duysent seven hondert deur d’ authoriteyt des Bisschops van Luyck : sijnde aldaer Pastoor Matthias Truyens landtdeken van het Concilie des Christendoms van Tongeren, tot meerdere glorie van den Alderhooghsten. Regels des Broederschap van S. Barbara ingestelt in de kercke van Hex, geapprobeerd, geconfirmeert midts bisschoppelijcke authoriteyt deur den Doorlughsten Heer coadministrateur ende Vicaris generaal van Luyck. Den eersten regel. – Dat alle deghene die van dit broederschap willen sijn, hunne naem in het register des Broederschap moeten ingeschreven sijn, ende op den dagh hunner inschrijvinge sullen gebiecht sijn ende het Sacrament des autaers ontvanghe. Den tweeden. – Alle ingeschrevene sullen op het jaer viermael besoocken de voorzeyde kerk (nochtans op dese daeghen gebiecht sijnde en gecommuniceert hebbende) ende aldaer Godt bidden, teweeten op den feestdagh van de H. Barbara, op den feestdagh van de H. Aldegondis vallende op den 30e dagh January, op den derden Sondagh van den vasten ende op den Sondagh naer den feestdagh van onze L. Vrouwe Visitatie, welcken feestdagh is den tweeden July, ende op dezen Sondagh vergeselschappen die processie die aldaer gehouden wordt ter eeren van de H. Barbara. Den derden. – Alle broeders en susters sullen koemen tot het jaargetijdt voor de afgestorven van dit broederschap hetwelck altijdt sal geschieden ‘s maendaghs naer den Sondagh van onse L. Vrouwe Voorfeest (d.i. O.L.V. Visitatie). Den vierden. – Alle broeders ende susters van dit broederschap sijn gehouden yder te bidden drij mael het gebedt des Heeren oft onsen Vaeder, ende de Engelse groetenisse oft West gegroet ter eeren van de H. Barbara, opdat den Almoegende ende Bermhertighen Godt deur haere verdiensten ende voorspraeke hunn bewaere van een onversinnige ende quaede doodt. Den vijfden. – De voorseyde broeders ende susters sullen hun wachten dat iemant in hun presentie, veul minder sij, den naem Godts sullen blasphemeren oft ijdelijck sweeren, ende andere blasphemerende oft ijdelijck sweerende, quaede wenschen, lasteringe oft vermaeledijnge teghen hunnen evenaesten sprekende, sullen sij met liefde vermaenen ende berispen. Den sesden. – Daerenboven sullen sijn neerstigh in d’ oeffeninge der wercken van bermhertighdijt aen hunnen nevennaesten, ende wesen seer devot aen het Alder H. Sacrament, hetwelck met alle eerbiedinge sullen volghen als het wordt gedraegen naer krancken oft in de Processie. Den sevende. – Dat tusschen de broeders ende susters sal onderhouden worden een waerachtig christelijcke liefde, alsoock een gemeynschap der godtvruchtighe wercken ende Godtsdiensten. Den achtsten. – Wordt versoocht van de ingeschreven broeders ende susters iet te geven volghens sijne macht ende devotie tot behulp der lasten van ‘t broederschap ende tot haere verheffinge. Alles tot meerdere glorie van den Alderhoogsten ende saligheit van de geloovige christenen. |
Om de godsvrucht tot de H. Barbara in de parochie nog meer aan te wakkeren schafte Pastoor Koenraad Averweys zich hare relikwie aan, en kocht daartoe in 1746, bij Francis Stijnen te Sint-Truiden, een zilveren relikwiekast voor de som van 24 gl.
In het register van ‘t Broederschap doet Pastoor Bollis (1747) opmerken dat Pastoor Averweys reeds op 3e augustus 1728 deze relikwie ontving. Deze werd echter slechts op 16 juni 1747 goedgekeurd door Georgius-Ludovicus, bisschop van Luik.
De verheffing en publieke verering dezer relikwie had plaats op 3 December 1747. Er werd een plechtige hoogmis gezongen door E.H. Vandenhooven “pastor vigilantissimus” in Vechmaal, die ook de feestpredikatie hield. ‘s Anderendaags, op de feestdag van S. Barbara werd de plechtige mis gezongen door E.H. Joannes Knapen, pastoor te Horpmaal, doch Heksenaar van geboorte; een minderbroeder hield het gelegenheidssermoen.
Tegenwoordig wordt de H. Barbara nog zeer vereerd in de Parochiekerk van Heks; haar beeld troont er op een zijaltaar en jaarlijks viert men haar feest op 4 December, dag waarop om zo te zeggen een algemene communie plaats heeft.
Tot voor de oorlog 1914-1918 werd er dan telkens om 10 uren een plechtige hoogmis gezongen; de geestelijken uit den omtrek kwamen ze door hun tegenwoordigheid opluisteren en een minderbroeder hield de kanselrede.
Ook vreemde pelgrims komen naar Heks om er S. Barbara te vereren, vooral op kermisdag, d.i. ‘s Zondags na 4 December.
Met dank voor het ter hand stellen van dit dokument door Jos Valley.
Vrij naar Lud. Pluymers