De straatnamem van Mechelen Bovelingen
Van de “Geetestroat” tot aan de “Wiejaze-Graach”
Hebt U ook al opgemerkt dat oude mensen dikwijls een andere straatnaam uitspreken als ze het hebben over de straat waar iemand woont. Niet verwonderlijk want sommige straatnamen zijn reeds meerdere keren van naam veranderd de laatste 300 jaar. Omstreeks 1976, na de fusie tot Groot-Heers gebeurde dit voor de laatste keer.
Daarom is het interessant te weten hoe onze huidige straten voordien geheten hebben en waarvan de naam afkomstig is.Wij deden een poging, maar aanvullende suggesties zijn steeds welkom.
Wat hebben we nu nog :
De bovelingenstraat :
Ze begint aan de steenweg St-Truiden-Luik en eindigt aan de grens met Waremme. Veruit de langste straat
(5 km) die bovendien het dorp in twee snijdt. Het huidig tracé van deze weg omvat verschillende wegstroken die vroeger elk hun afzonderlijke naam hadden, namelijk de Bornestraat (ook Fabrieksstraat in de volksmond), de Heerestraat, de Lindestraat, een stuk van de Kasteelstraat (vroeger Kattesteegstraat) en verder ook de Dorpsstraat in Rukkelingen.(zie aldaar).
Na de fusie met Groot-Heers werd deze naam gekozen, die verwijst naar de naam BOVELINGEN, voordien de fusienaam van de gemeenten Mechelen-Bovelingen en Rukkelingen-Loon., maar ook tot 1789 een gehucht van Mechelen, waar het kasteel van de Graven de Borchgrave-d’Altena gevestigd was.
De Burgemeesterstraat :
Komende van Heers ligt ze links van de Bovelingenstraat waar ze begint in de buurt van de St-Annabron en eindigt aan de Lindendreef. Ze verving de vroegere Paardenstraat en de Nieuwstraat. Deze twee straten vormden vroeger “DEN HOEK”.
Wij hebben ons laten vertellen dat de naam van deze straat eerder toevallig werd gekozen omstreeks 1970 omdat de laatste drie burgemeesters van de gemeente allen op die straat woonden.
De Gelindenstraat :
Deze straat ligt dan weer aan de andere kant van het dorp, rechts van de Bovelingenstraat met welke ze voor een stuk parallel loopt en dan verder wegloopt door het gehucht Egoven in de richting Gelinden. Nu is ze ook méér dan een kilometer lang, want ze omvat de vroegere Langstraat en de vroegere “Weg van Marlinne naar Gelinden” (Egoven).
De naam ligt voor de hand. Het is voor een stuk de verbindingsweg naar het naburige Gelinden
De Schoolstraat :
Loopt van het huidig buurthuis via de achterkant van het kerkhof naar de Bovelingenstraat.
De naam is vrij recent, en werd gegeven na de bouw van de nieuwe jongensschool.(Ca. 1960) Voordien was dit de kerkstraat omdat de oude kerk steeds langs deze straat heeft gestaan tot het jaar 1912.
De Kloosterstraat:
Verbindt de Bovelingenstraat met het aangrenzende Boekhout.
Deze weg vinden wij op oudere kaarten terug als zijnde de “De oude Weg van St-Truyden naar Marlinne ”.
Pas nadat er een klooster + meisjesschool werden gebouwd omstreeks 1862, is de benaming aangepast.
Omdat deze straat naar boven helt, spreekt men ook van de kloosterberg en in de volksmond is dat dan de “Begijnenberg”.
De Dreefstraat
Vormt de verbinding tussen Bovelingenstraat en Gelindenstraat.(300 m).
Blijft wellicht de meest mysterieuse benaming van alle dorpsstraten. Alles verwijst naar een doorgang, een soort dreef met veel graskanten, waar de inwoners hun varkens en hun geiten kwamen hoedden. Vandaar dat de echte Mechelaar deze straat nog steeds vernoemd als zijnde “de Geetestraat” (Geiten).
De Altenestraat:
Begint aan de Bovelingenstraat na de Lindendreef en loopt voor het kasteel door naar Boekhout.(vandaar de vroegere benaming : “Weg van Bouckhout naar Marlinne”)
Vroeger was die straat de kasteelstraat, maar in 1976 kreeg ze de naam van het roemrijk geslacht dat in dit kasteel vier eeuwen verbleef, en afkomstig was uit ALTEN-AA in Nederland.
De Biessemstraat:
Was een tijd de zijsteeg, zijnde een zijweg van de Langstraat. Alhoewel op oude kaarten vroeger reeds sprake was van Biezenweg. Hoe men aan de naam Biessem is geraakt lijkt mij niet duidelijk. In het woordenboek staat dit woord niet vermeld. Het zal waarschijnlijk toch te maken hebben met de grassensoort “Biezen” die daar nog steeds te vinden zijn in de buurt van de waterbronnen.
De Darisstraat:
Ze begint aan de kerk en eindigt aan de Gelindenstraat. Ze verwijst naar de familie Daris die later is uitgeweken naar Borgloon
De Mechelenstraat:
Is de korste van alle dorpstraten en vertrekt aan de Burgemeesterstraat richting Rukkelingen /Oleye.( Vroeger heette deze weg : de weg van Marlinne naar Oleye Het is lovenswaardig dat men op die manier de naam Mechelen heeft willen vereeuwigen in deze streek. Maar…het vroegere dorp Mechelen (Mechlen-Marlines-Machlinas) lag een stuk verder richting dorp, namelijk rond het oude kerkhof.
Een suggestie aan de dorpspolitici : maak van de Schoolstraat daarom de Mechelenstraat.
Dan kan de huidige Mechelenstraat best Pepingenstraat worden. Want dat is ook een roemrijk gehucht geweest in onze dorpsgeschiedenis en van deze plaats is geen enkele letter achtergebleven.
De Achterstraat:
Verbindt de Burgemeesterstraat met het nieuwe Kerkhof. De benaming blijft voor mij een raadsel. Ik vindt wel op een vroegere kaart de naam “Lichtenstraat”. Het zou dus kunnen dat men deze naam ergens bijna onleesbaar heeft teruggevonden en er nu “Achter” van gemaakt heeft
De Strauvenstraat
Gaat van de Bovelingenstraat (vroegere grens met Rukkelingen) richting Heysselt.
Welk straten zijn wij kwijtgeraakt ?
Zoals gezegd hadden wij vroeger een Bornestraat, een Heerestraat een Paardenstraat, een Nieuwstraat, een Kerkstraat, een Hoolstraat, een Kasteelstraat, een Kattesteegstraat, een Lichtenstraat en een verckensdreef.
De Bornestraat
Ging van aan de kerk tot aan de grens met Marsnil. In het eerste stadium (18 eeuw) noemde men deze weg “ de weg van Marlinne naars Heers” later was er sprake van de “Bronstraat” of Bornestraat . Alles heeft de maken met de bronnen die langs deze weg ontsprongen (Cfr de St-Annabron) Na de oprichting van de bietenrasperij werd deze straat ook Fabrieksstraat genoemd en is zo nog altijd bekend. Tot de zestiger jaren hadden ze bij Pasen hun eigen jaarlijkse kermis.
De Heerestraat
Was de straatstrook tussen de huidige kerk en de Lindendreef en vewijst waarschijnlijk naar de Burgerij die op deze straat woonde, in tegenstelling met de boeren die op de zijstroken (veldkant) woonden. Deze straat staat in 1650 beschreven als “de dreef van Mechelen naar Ruckelingen”.
De Paardenstraat. & De Nieuwstraat:
De namen zeggen genoeg en verwijzen naar de hoeveelheid dieren die daar op een bepaald ogenblik verbleven of naar de nieuwe weg die aangelegd werd. Samen vormden zij de “HOEK”, waarschijnlijk in de betekenis van “uithoek van het dorp”.
VASTSTELLINGEN.
Sinds de laatste fusie zijn het aantal straatbenamingen verminderd omdat men langere stratentracé’s heeft gemaakt, of omdat er in meerdere fusiegemeenten eenzelfde naam bestond.
Sommige namen hebben helemaal geen opportune betekenis of zijn voorbijgestreefd en zouden beter hernoemd worden door namen met een meer geschiedkundige betekenis uit ons dorpsverleden.
Bovendien zijn er nog steegjes of insteekweggetjes die geen naam dragen. Die zouden ook deze leemtes kunnen helpen oplossen .
Enkele personen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van het dorp zijn nergens meer terug te vinden in het stratenbeeld. Waarom wacht men om het dorpsplein eindelijk eens een volwaardige plaatsnaam te geven? Suggesties zijn te keus : Het “Jan Van Mechelenplein” of “ Familie de Borchgrave-d’Altenaplein” of zelfs “ Marlinneplaats”.
Misschien een hint voor kwieke gemeenteraadsleden.
Jos Schoefs