De wijnbouw in Bovelingen
BOVELINGER , een Heers natuurprodukt
Als je durft spreken van de wijnbouw in Bovelingen dan fronsen de meeste mensen het voorhoofd. Het kan toch niet dat wij hier in het dorp wijn kunnen drinken van druiven van eigen kweek.
En toch….
Als wij zijn even terug gaan in de geschiedenis van deze streek dan worden wij geconfronteerd met geschriften die wijzen op de aanwezigheid van de druivenplant in onze velden. In menige dorpjes van Heers vinden we zeker zo’n plaats, denk maar aan de wijngaardstraat, aan het Weygersveld enz.
Dus vroeger stonden hier al druivenaanplantingen. En het zou ook maar logisch geweest zijn . In de kerk was toch miswijn nodig en in het kasteel zal niet te dikwijls water gedronken zijn. Wellicht een overblijfsel van wat de Romeinen ons eens meegebracht hadden. Maar Napoleon dacht er anders over. Rond 1800 liet hij veel aanplantingen opruimen om zodoende de import van wijn uit Frankrijk te bevorderen.
Onder impuls van wijlen Jan Bellefroid de peetvader van de wijnbouw in Zuid-Limburg is ook de microbe terug waargenomen in Bovelingen. Op dit ogenblik zijn er zelfs, links en rechts, een aantal wijngaarden verrezen in open lucht. Een kleine berekening brengt ons al vlug bij de 1.000 wijnstokken in Mechelen en Rukkelingen. Louter als hobby natuurlijk, daarom ook dat de plaats en de naam van de wijnbouwer nog voor velen een geheim blijft.
En al zijn de laatste 10 jaren zeer succesvol geweest toch blijft het nog een gevecht tegen de natuur. Het klimaat lijkt immers te verschuiven zodat we ook boven de 50° graad noorderbreedte (lijn Calais-Moezel) weer wijn kunnen maken. De destijds zo gevreesde mei-vorst met de ijsheiligen zijn precies afgeschaft. Bovendien zijn onze wijnbouwers beter uitgerust (bv met vogelnetten) of hebben ze betere sproeimiddelen om de fameuze witziekten te bekampen.
Het hoogtepunt in het wijnjaar is natuurlijk de pluk vanaf september-oktober. Allereerst komt de vroege loonse, een creatie van wijlen Jan Bellefroid, aan de beurt.
Dan volgen witte druivensoorten als Muller-Thurgau, Sieger, Optima, Bacchus, Ortega, Auxerois en Chasselat . Hun blauwe collega, de pinot noire en vooral de dornfelder, mogen dan nog een tijdje verder rijpen in de late herfstzon.
Bij het malen, persen en de beslaggisting, wordt door de helpers stevig geproefd van het product dat vorig jaar werd geoogst en dat voorlopig nog op de ton verder rijpt. En het is net het zelfde verhaal als op de bruiloft te Canaän; hoe langer het duurt, hoe beter hij wordt.
Op hun stralende gezichten kan het worden afgelezen : Le nouveau Bovelinger est arrivé….
Jos Schoefs