Mijn dorp…van toen.
U kent wellicht het mooie lied “Mijn dorp van toen…” van Wim Sonnevelt, of u heeft het op zijn minst toch al enkele keren horen zingen. Wel hoe meer ik dat lied beluister, hoe méér heb ik de indruk dat die Sonnevelt ooit in Bovelingen gewoond heeft. Ik heb enkele oude zichtkaarten van ons dorp eens vergeleken met die teksten. Alles is zo vergelijkbaar en stemt blijkbaar zo piekfijn overeen dat ik het niet kon nalaten om deze boodschap ook voor de Mechelaars te verwoorden. En dat gaat dan zo klinken.
Thuis heb ik nog een oude kaart,
daarop een kerk, een kar met paard.
een kapel met ernaast een grote den.
Een kroeg, een man op een fiets,
het zegt u hoogwaarschijnlijk niets,
maar t’is het dorp waar ik geboren ben.
Het dorp, ik weet nog hoe het was,
de boerenkinderen in een klas,
een kar die ratelt op de keien.
Het raadhuis met een pomp ervoor,
een holle weg tussen het koren door,
het vee, de boerderijen.
Refrein : En langs de straten van mijn dorp
zag ik hoge houten palen staan.
Ik was een kind en wist niet beter
dan dat dit nooit voorbij zou gaan.
Wat leefden ze eenvoudig toen,
in simpele huizen tussen groen,
met boerenbloemen aan het heg.
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd
want het dorp werd gefusionneerd,
en nu zijn ze op een andere weg.
Want zie, hoe rijk hun leven is,
Enkel auto en computer zijn hun gemis
en ze wonen in betonnen dozen.
Met flink wat glas, zo kan je zien
in gans hun huis, al die machien
en hun teevee vol plastic-rozen.
Refrein : En langs de straten van mijn dorp,
zag ik hoge houten palen staan.
Ik was een kind en wist niet beter
dan dat dit nooit voorbij zou gaan.
De dorpsjeugd komt nu bij elkaar
in mini-rok en beatle-haar
en heult met drugs en rock-muziek.
Wij zeggen wel, t’is hun goed recht,
de “moderne tijd” is niet zo slecht,
maar het maakt ons toch melancholiek.
Ik heb hun bompa’s nog gekend,
ze kochten “klisse” voor vijf cent
ik zag hun oma’s touwtje springen.
Dat dorp van toen…, het is voorbij,
en al wat er blijft voor jou en mij,
is een zichtkaart…met herinneringen.
Refrein : En langs de straten van mijn dorp
zag ik hoge houten palen staan.
Ik was een kind en wist niet beter
dan dat dit nooit voorbij zou gaan.
Jos SCHOEFS 14/08/2005