Op het veld in Opheers omstreeks 1940
“Even pauzeren voor de fotograaf”.
Op het veld in Opheers omstreeks 1940..
Toen werd nog met de ganse buurt een handje toegestoken om de een of andere arbeid op het veld te verrichten. Het ploegen, gereedmaken en zaaien was meestal mannenwerk. De knechten, de boeren of boerenzonen zelf knapten deze karwei op. Na het planten of zaaien was er werk voor iedereen. Bij de graangewassen moest er na enige tijd onkruid gewied of getrokken worden. “Zennep trekken”, een welig tierend onkruid uit die tijd, was een van die bezigheden van lange duur. Bij de bieten was er het “kappen” of op afstand zetten van de plantjes en tegelijkertijd het “zuiver” maken van het veld. Bij het oogsten van de graangewassen kwam er in die tijd ook veel handenarbeid bij te pas. Na het zichten, met de hand, wat later met het “zichtmasjien”, getrokken door paarden en nadien al eens met een traktor, moest dit graan ooit nog met de hand in schoven gebonden worden en dan in “mantels” rechtgezet om af te sterven en te drogen. En dan na enige tijd binnengehaald in de schuren met vele en rijkelijk geladen boerenwagens. Uit die schuren werd dan in de winter het graan gedorsen. Bieten, zowel de suikerbieten als de “voederbieten”, werden in die tijd dan nog met de hand gerooid en op zware wagens geladen om binnengehaald te worden of afgevoerd naar de fabrieken in de omgeving. Zo ook voor de aardappeloogst en nog andere meer.
Al deze voorbereidende werken en het oogsten of binnenhalen van allerlei veldvruchten was werk voor zowat de ganse buurt.
Hier een kiekje van een groepje buurtbewoners, die toen op het veld aan het werk waren :
De ganse groep was aan het werk voor boer Jozef Stassens uit de Kapelstraat en woonden er zelf ook, behalve Maarja van Lom, die in het Polderhuisje, een paar honderd meter verder woonde