Pastoor Mathias Truyens
Mathias Truyens, zoon van Gerard en Elisabeth Haez, was afkomstig van Bree, waar zijn vader burgemeester was. Hij maakte zijn humaniora af aan het Augustijnercollege van zijn geboortestad en deed daarna zijn studies van wijsbegeerte en godgeleerdheid aan het Seminarie van Luik. Hij was een der uitstekendste priesters van het Concilie van Tongeren waarvan hij tevens deken was.
Bij zijn aankomst te Heks was de pastorij bouwvallig en de nieuwe pastoor zou vooreerst zorgen voor het bouwen van een nieuwe pastorij, die op een meer geschikte plaats zou opgetrokken worden nl. tegenover de kerk waar nu de tuin van het kasteel is. Werken zouden zijn voltrokken in 1688. Het bouwen van de pastorie, het bakhuis en het duifhuis kostte 153 gulden.
Onder zijn pastoraat had de parochie veel te lijden van oorlogen, besmettelijke ziekten, rattenplaag en hongersnood en ook een aardbeving.
Het jaar 1694 was nog ongelukkiger : gans de oogst werd in de velden door de Fransen geroofd en 22 huizen werden totaal vernield. Pastoor Truyens deed zijn best om alles terug in orde te brengen en vond veel steun bij de juffrouwen de Piolvache, die Munckhof bewoonden.
Volgens het kerkbezoek van 30 September 1700 hingen er drie klokken in de toren : een dikke klok, die toebehoorde aan het kapittel en daarom tiendklok of banklok genoemd, de gemeenteklok van 450 pond en een kleine klok van 179 pond, die eigendom was van de kerkfabriek. De middelste en de kleinste werden in 1680 hergoten en gewijd ter ere van de H. Maagd en de H. Barbara, tweede patrones der parochie en beschermheilige tegen een schielijke en onvoorziene dood. Haar feest werd jaarlijks luisterrijk gevierd : de S. Barbaraparochie ging de zondag na O.L.V. Visitatie (2 juli). Zoals de pastoor het schrijft in 1683, had die dag ook de kleine kermis plaats.
Tot voor enkele jaren werd op de eerste zondag van juli nog papkermis gehouden. Uitleg van die naam : vroeger bestond in Heks de gewoonte op de St-Barbaraprocessiedag ‘s middags enkel rijstpap te eten, overdekt met potsuiker en brokken peperkoek en alzo moest de huishoudster geen middagmaal gereedmaken en kon ze ook de processie vergezellen.
Tegenwoordig (hier bedoelen wij 1960) wordt de kleine kermis gevierd, de zondag na het feest van Sinte Barbara. Valt dit feest op een zondag, dan wordt de kermis toch de zondag erna gehouden, want te Heks “eet de heilige niet mee”. In 1960 – 4 December viel toen op een zondag – wilde pastoor Robijns met deze traditie breken, doch op mijn (Pluymers) aandringen is hij op zijn besluit terug gekomen en werd de kermis toch op 11 December gehouden.
Hij overleed te Tongeren op 22 September 1722 en werd er in de Sint-Catharinakerk begraven. Hij had 28 jaren in de parochie doorgebracht en met zijn parochianen veel oorlogsellende en beproevingen gedeeld. De parochieregisters hield hij goed in orde en dank aan zijn talrijke aantekeningen kennen wij heel wat gebeurtenissen uit deze periode. Het was een echte pastoor.
In 1881 schreef Charles Thys het boek ‘Histoire du béguinage de Ste-Catherine à Tongres‘.Het boek werd uitgegeven bij drukkerij Collée in Tongeren en is online te bekijken bij Google Books. De afbeelding in dit boek op pagina 148. . De afbeelding in dit boek op pagina 148.
In het onderschrift wordt vermeld dat de afbeelding ook eerder verschenen is in het tijdschrift ‘Bulletin de la Société Scientifique et Littéraire du Limbourg’, deel XV.
Met dank aan Peter Vanbrabant voor de afbeelding en de aanvulling.