Hubert Ryckmans en Elisabeth Nijs
Het huisje op de foto was het voorlaatste in de Veulenstraat, richting Klein-Gelmen, maar is thans afgebroken. Tweehonderd jaar geleden stonden er zulke eenvoudige huisjes bij tientallen rond de grote boerderijen gebouwd. Zoals de foto toont, was het een goed en proper onderhouden huisje in vakwerk (leem tussen houten balken).
Het huisje werd voor ’t laatst bewoond door Betje Malaise samen met haar broer Hari. Betje leidde er een eerder teruggetrokken leven. Malaise was de naam van hun moeder. Betje (°20.2.1887) heette eigenlijk Elisabeth Nijs. Zij was gehuwd met Hubert Ryckmans (°16.5.1880 – 4.12.1959), die in de plantage van Remael werkte te Heers. Daar was hij ploegbaas en moest hij bellen om het werkvolk samen te roepen voor de koffie. Vandaar zijn bijnaam “Bèr de Beller”.
Hari (°3.2.1891 – 7.1 0.1966) was knecht op de boerderij Swennen. Betje hield zich bezig met het huishouden, bakte zelf haar brood, zorgde voor haar hennen en mestte jaarlijks een varkentje vet. Op die manier trachtten de meeste gezinnen tot in W.O.II zelfstandig in de eigen nodige levensmiddelen te voorzien, zonder veel tussenkomst van buitenaf. Zij breide ook sokken voor wie haar dat vroeg. Wanneer ze wat ouder begon te worden, moest ze regelmatig voor een drietal maanden naar Ziekeren voor verzorging en keerde na zo’n kuur weer fit en fris terug naar huis. Het huisje heeft ook een schouwbrand gekend, gelukkig met alleen wat waterschade door het bluswerk van de pompiers. Voor de verlichting behielpen zij zich met een olielamp (kenkey). Toen de elektriciteit werd aangelegd, liet Betje de aanleg beperken tot één vertrek. Die dag had zij de knop wel honderd keren omgedraaid, vertelde ze zelf. Het bleef voor haar, vermoedelijk zoals voor velen uit die tijd, een ongelooflijk gebeuren, iets mysterieus, die elektrische verlichting.
Betje stierf kinderloos op 21 maart 1963.
Op 5 mei 1944 is Hari gehuwd met Hubertine Jacques en is later in Klein-Gelmen bij Hubert Noelanders gaan wonen waar hij stierf op 7 oktober 1966. Waarom zou de levensloop van eenvoudige mensen zoals Betje niet als eenvoudig verhaal mogen geschetst worden, net zoals het bestaan was dat ze zelf hebben geleid in alle eerlijkheid, met hun eenvoudige dagelijkse zorgen, maar zonder pretentie, hypocrisie of ambitie, kenmerkende ziekten van onze tijd?
Met dank aan de welwillende dame die mij dit verhaal deed, maar anoniem wenste te blijven.
Bron: Dorpskalender gezinsbond 2008 – Arnold Dewelf
Vanschoonwinkel Georges december 2012