De Roem van Altena
Dit is de naam van een peervariëteit, net zoals Beurre Hardy, of Saint-Rémy of Légipont.
Omstreeks de jaren 1950 werd ze in Nederland gepromoot, alhoewel ze daar reeds meer dan een eeuw verspreid was en er algemeen “poire belge” werd genoemd.
Ook in België was ze toen al vele jaren gekend onder de naam “Bakpeer”.
Een Nederlands ingenieur, J.D. GERRITSEN, beschreef deze “ROEM van ALTENA” als zacht van vlees en tamelijk zoet, in kleur en vorm gelijkend op een slanke St-Rémy, waarvan het vlees in de kook mooi bruinrood werd. Volgens hem beschikt ze over een uitstekende reputatie, ze is gemakkelijk van teelt, is gezegend met een grote en regelmatige vruchtbaarheid en een uitstekende bewaring. Bovendien groeide ze zowel als struik en als boom.
Niemand wist toen al dat deze variëteit vorige eeuw haar ontstaan kende op het domein van gravin de Borchgrave d’Altena rond het kasteel van Bovelingen. Er waren vermoedens dat ze gekweekt werd door iemand met de naam Altena uit België. Maar wie en waar ?
Tot Ludo ROYEN er zijn neus tussenstak. U kent hem ondertussen wel, de stichterconservator van het hoogstam-fruitboomgaarden museum in Vliermaal-Kortessem.
Hij wist dat het kasteel van Bovelingen eeuwenlang bewoond werd door afstammelingen uit Altena (Nederland).
Op een zondagvoormiddag, na de hoogmis, stond hij aan mijn deur met de vraag om hem even te begeleiden op de overgebleven restanten van het vroegere kasteeldomein. Hij vertelde me wat zijn bedoeling was en vol enthousiasme begonnen wij eraan, eerst naar de kloosterhof die ook destijds door de graven werd aangelegd en waarvan ik wist dat er langs de muren ooit allerhande perenbomen waren geplant voor het genot van de zusters. De ontgoocheling was groot toen we bemerkten dat ze allen verdwenen waren. Ik herinnerde me plots dat begin de tachtiger jaren overal perenvuur was uitgebroken en dat de overheid ons toen de opdracht gaf deze bomen ook te rooien. Zonde zei Ludo, dat had ge nooit mogen doen, zulke oude rassen zijn immuun voor ziekten. Dan maar naar het kasteel waar we begonnen in de destijds zo beroemde kasteeltuin. Alle hoeken en kanten hebben wij doorlopen maar helaas, driemaal helaas, nergens nog een spoor van aanplanting langs de hoge tuinmuren. Dan maar verder getrokken langs de nog resterende dienstgebouwen. Honderden meters lang. Opeens valt zijn blik in de verte op een muur van de aangrenzende kasteelhoeve waar hij onmiddellijk naartoe loopt. Als ik hem terug te pakken heb staat hij voor een muurgeleide perenaanplanting, een tiental oude bomen mooi verzorgd, op een gelijke afstand van elkaar en naast iedere boom hangt nog een tinnenplaatje met daarop in mooi handschrift de naam van de perensoort die de boom voortbrengt. Namen die ik nog nooit gehoord heb, maar Ludo kent ze; Dat dit meer dan een eeuw oud is en hier nog staat , kan ik mij met de beste wil van de wereld niet voorstellen. De meeste plaatjes zijn goed leesbaar, enkelen niet meer. Ook de bomen zijn nog in leven en hebben bladeren, op uitzondering van twee die vermoedelijk dood waren en daarom afgezaagd zijn. Binnenkort gaan ze bloeien zegt Ludo, en ze zullen dit jaar nog vruchten dragen. Hij neemt gretig vele foto’s van de plaatjes en van de bomen. Wat een wonder hoor ik hem zeggen, terwijl hij vlijtig nota’s neemt. Toch wel een bevestiging dat hier geëxperimenteerd werd met allerhande perenrassen en alhoewel onze peer niet terugvonden wordt op het plaatje, mag nu gesteld worden dat de “Roem van Altena” hier ook geboren is.
Ik begreep er toen niet veel van. Nog enthousiaster dan we gekomen waren keerde ik met Ludo terug naar mijn huis. Ik schonk hem enkele glazen “Bovelinger” een zelfgemaakte wijn, van druiven gerijpt niet ver van het kasteel waar ooit de Roem van Altena rijp werd. Voor hij vertrok dankte Ludo mij voor de begeleiding en de, naar zijn zeggen, verrukkelijke wijn Terwijl hij wuivend vertrok riep hij nog dat hij ging terug komen.
Ik heb hem niet meer terug gezien, maar hij is er zeker terug geweest want enkele maanden geleden vond ik in mijn brievenbus een uitgebreid artikel uit een Nederlands fruittijdschrift over ….. een perensoort genaamd : “ROEM van ALTENA” afkomstig uit Bovelingen (Belgisch Limburg).
Foto: Benny Porta
Jos Schoefs