WO I in de Sint Lambertusparochie

WO I in de Sint Lambertusparochie

Aan de hand van een vragenlijst werden de pastoors , door het bisdom verzocht, om een verslag te schrijven over hetgeen tijdens de Eerste Wereldoorlog in hun parochie was voorgevallen. ( Deze vragenlijst kan bekeken worden door op de link te klikken.)  Sommige pastoors hielden zich nauwgezet aan de nummering terwijl anderen er een vloeiende tekst van maakten.

Hierna werd dit verslag letterlijk weergegeven, vandaar ook het gebruik van de oude spelling.


Horpmael, parochie van ongeveer 700 zielen, ligt in de provincie Limburg, arrondissement Tongeren, Kanton Loon, dekenij Loon, op ongeveer 2 1/2 Km. afstand van den Rijkweg Luik St. Truiden.

Alhoewel het Belgisch volk niet voorbereid was op den oorlog werden hier ook in der haast maatregelen genomen en bevelen kwamen tot het inrichten der burgerwacht, hetgeen hier ook gedaan werd. De belgische vlag werd ook uitgestoken op den Kerktoren. Er werden goede raadgevingen gedaan: wat het volk moest doen bij den inval; alle onvoorzichtigheden vermijden.

De Duitschers lieten zich niet lang wachten. De eerste verkenners verschenen te Horpmael den 5 augustus 1914; het waren huzaren met den Doodskop; zij verspreidden zich overal in kleine groepjes, doch in de bosschen tusschen Horpmael en Oreye lagen er velen.

Te Horpmael is er geene schade of vernietiging te betreuren. Wel zijn er in dien tijd twee graanmijten afgebrand en een jongeling door een kogel getroffen is bij een dier mijten erg verbrand geworden, doch of de Duitschers hier de hand in hebben gehad staat niet vast. Deze jongeling J. Verbeelen, is te Tongeren in het hospitaal naderhand overleden.
Hier hebben al de opgeroepene soldaten zich aangeboden en zijn vertrokken naar de plaatsen waar zij ingedeeld zouden worden. Aan het bevel van generaal De Schepper tot inroeping van de klas van 14 werd gevolg gegeven en alhoewel de weg reeds afgesloten, namen verschillige jongelingen dier klas vrijwillig dienst: Henri Dedry, Jules Henckaerts, Adrien Laquay, Joseph Robijns …

Ook de bevolking toonde op alle manieren hare vaderlandsliefde, zoo werd aan de opeischingen van het Belgisch leger stipt voldaan.
Hier gelijk overal was het volk zeer bevreesd de eerste dagen van den oorlog. Gedurig waren er menschen in de Kerk om te bidden. De mis werd talrijk bijgewoond. Eenieder wilde biechten en de H. Communie ontvangen, ook nam het getal Communiën toe gedurende het eerste jaar van den oorlog.

Van af den eersten dag van den oorlog tot aan den wapenstilstand werd de Rozenkrans ieder avond in de Kerk gebeden. In het begin kwam al wie maar eenigzins kon tot dat gebed. Langzamerhand verflauwde dien iever, zoodat het laatste jaar nauwelijks eenige menschen nog aanwezig waren.

De 6e augustus verschenen hier de eerste Duitsche patrouilles, de 8e traden de belgische Lanciers en Cijclisten op. De Duitschers werden nu overal vervolgd en eene ware klopjacht begon, in het veld rond Horpmael kwam het tot wisseling van geweerschoten en deze botsingen eindigden steeds met de vlucht der Duitschers. Dooden zijn hier niet gevallen. Er is een Duitscher gewond geworden, doch niettemin ontsnapte hij. Het dorp leed hierdoor geen schade.

De toestand veranderde de 9e. Alsdan verschenen rond 9 ure sterke voorwachten der Duitschers op den Rijksweg en deze verspreidden zich ook over de omliggende dorpen. De rol der belgische verkenners was nu ten einde, zij trokken terug in de richting van S. Truiden, doch twee lansiers werden te Horpmael door de Duitschers krijgsgevangen genomen. Van af den 9den af waren het alleen nog Duitschers die wij te zien kregen. Vele troepen kwamen hier voorbij. De meeste volgden den Kiezelweg Hex?Horpmael?Heers, doch toefden hier niet.

De 17e ’s morgens stroomde plotseling hier binnen 2.000 mannen: troepen artillerie, voetvolk en een saniteitcompagnie en verbleven tot den 18e ’s morgens. De houding dier vijandelijke soldaten was gelijk zij betaamde te zijn: gewelddaden werden hier niet gepleegd. Opeischingen hadden echter plaats.
Van belastingen, gijzelaars … hebben wij hier niets gehoord.Verschillige malen werd hier eten opgevorderd met de pistool in de hand. Landbouwers werden op dezelfde manier tot varen gedwongen. Wij moeten hier tot den lof der landbouwers bijvoegen dat deze zooveel mogelijk hunne trekdieren verborgen hielden. Ook werd er vee opgeeischt om geslacht te worden.

Wij werden door het Duitsch gezag als overwonnen behandeld en de minste der soldaten toonde zich als ware hij geheel meester. Al de bevelen en mededeelingen aan de burgerlijke en geestelijke overheden hadden plaatst op barsche wijze en waren vergezeld door doodsbedreigingen en desgevallend hooge boeten.
Gewelddaden hadden later hier ook geene  plaats.

In den herfst van 1917 kwam er echter hier een verrassend en zeer slecht nieuws: rond Tongeren zou eene oefeningsplein voor machiengeweerafdeelingen gemaakt worden. Deze plein zou zich langs Hex?Vechmael en Horpmael uitstrekken tot Heers, en Horpmael zou twee Compagnies ter inkwartiering ontvangen. Deze soldaten moesten bij de inwoners onder dak gebracht worden en zelfs werd het lokaal der lagere school van de Eerw. Zusters aangeslagen, ruwe bedden werden inderhaast opgetimmerd en den 25e December ontvingen wij eene Compagnie van de 32e afdeeling. Later volgden twee compagnies van de 61e, 29e en 42e afdeelingen. Deze troepen vertrokken telkens na eene oefening van eenige weken naar het front, om na eenige dagen wederom door andere vervangen te worden.

De Duitsche Katholieke Almoezenier heeft hier vier maal in de parochiekerk, daarvoor geeischt, komen prediken, biecht horen, de H. Communie uitdeelen en mis lezen.
De tegenwoordigheid der vijandelijke soldaten heeft geenen goeden uitslag gehad betreffende de zedelijkheid. De dorpsmeisjes niet gewoon zijnde van soldaten te zien, zagen in de Duitschers geene vijanden maar eerder vrienden. nogthans waar voor sommige …
De vriie school heeft het vervlaamschftl programma moeten volgen

Vier werklieden van Horpmael alhoewel niet werkeloos werden te Tongeren den 30e november 1916 met geweld weggenomen en naar Duitschland vervoerd: Henri Vrijdags, Joseph Vandenborne, Albert Leunen, Emile Verbeelen
Vrijdags werd er gehouden 3 maanden,
Leunen en Verbeelen  7 maanden,
Vandenborne 9 maanden.
Deze mannen waarvan er twee gehuwd zijn, waren bij hunnen terugkeer erg verzwakt en vermagerd. Tot hunner eer moeten wij melden dat zij daar wijgerden te werken.

In de parochie werden ondersteuningswerken ingericht door het Nationaal Comiteit van Hulp en Voeding. Al die werken, zoo ook de Schoolsoep, die in alle gemeenten ingericht werden, bestonden hier ook.

Werden hier onder de wapens geroepen:
 

1) Herman Pluymers10) Joseph Bings
2) Henri Verbeelen11) Henri Noppen
3) Guill. Knapen12) Urbain Vandersmissen
4) Joseph Rober13) Jean Hannosset
5) Joseph Renson14) Camille Willems
6) Guillaume Dethier15) Julien Robijns
7) Martinus Dedry16) Julien Mathii
8) Joseph Dupain17) Henri Biets
9) Victor Lemmens18) Hermann Dieu


Van die hebben vrijwillig dienst genomen: Joseph Robijns, jules Henckaerts, Henri Dedry, Adrien Laquay. Gesneuveld werden: Joseph Bings in het fort van Loncin. Julien Mathii stierf aan typhus in Frankrijck. Camille Willems is verminkt. Op gewelddadige wijze werden de Klokken der Kerk in beslag genomen na ernstige protestactie van den E. Heer Pastoor. Bij de bevrijding was de geestdrift groot. De huizen werden bevlagd, de klokken werden geluid. De intreding der Belgischen soldaten werd begroet door de samenstrooming van het volk, het luiden der klokken, door een plechtig lof van dankzegging met Te Deum.

Horpmael 20 april 1919.

 De Schoolmeester: E. Hayen. De Pastoor: J. Cartuyvels.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *