Vragenlijst

  Vragenlijst en Stofindeeling.

1.- Bestuurlijke ligging. (Provincie, arrondissement, kanton, gemeente; dekenij).
Natuurlijke ligging der parochie voor zooveel deze ligging van aard is sommige feiten beter in ’t licht te stellen. (Ligging belangrijk onder krijgsoogpunt op eene rivier, eene hoogte, nabij eene versterking, enz).

2.- Maatregelen bij den inval getroffen door de Belgische burgerlijke en krijgsoverheid en door de geestelijkheid. (Ontruiming door de bevolking, in veiligheid brengen van kunstschatten en kerkelijke voorwerpen;  –  vernietiging,   door de oorlogsleiding,  van  beplantingen,   huizen, kerktorens; – schade daarbij aan het kerkfabriek of aan godsdienstige stichtingen toegebracht).

3.- Houding der krijgsoverheid. – Gesteltenis der soldaten. – De vrijwillige dienstneming.

4.- Gesteltenis der burgerlijke bevolking gedurende de eerste dagen van den oorlog. – Eenige feiten in ’t bijzonder: kerkelijke diensten, ’t bijwonen der Heilige Mis, ’t naderen tot de Sacramenten.

5.- De inval van den vijand. – Gevechten op het grondgebied der parochie. – Schade gedaan aan de gebouwen, in ’t bijzonder aan kerken, kloosters, pastorijen, scholen, en lokalen dienstig voor de werken. Korte opgave der huizen, in hun geheel of ten deele vernietigd.

6.- Houding der vijandelijke legers in de eerste uren der bezetting: plunderingen, brandstichtingen,   moordtooneelen.  (Uitvoerige  aanteekening  nopens de slachtoffers).   –   De  vernietigde gebouwen. – Belangrijkheid der schade, – Opgave der kunstschatten, vernietigd of gestolen en van deze welke in veiligheid werden gesteld (l).

7.- De dagen die op den inval volgden: belastingen, gijzelaars, enz. – Houding van het Duitsche gezag ten opzichte der plaatselijke overheid, der geestelijken en van den eeredienst.

8.- Latere gewelddaden. Inkwartiering, Inbeslagnemingen.

9.- De bezettingsjaren:
a)De kerk.  (Herstellings- of hermakingswerken – tijdelijke kerken).  De kerkbemeubeling. (Nieuwe aanwinsten, herstellingen). – De klooster- en andere kapellen op het gebied der parochie.
b)De goddelijke diensten. (Hernemen van den dienst na den inval). – Gebruik der kerk of der kapellen op de parochie door den Duitschen, katholieken of protestantschen, aalmoezeniersdienst.
c)De vrijheid van den eeredienst zoo binnen als buiten de kerk. (Lezing der bisschoppelijke brieven, sermonen; – processien, openbare berechtingen, bedevaarten, kerkelijke stoeten).
d)Het bijwonen der diensten en het naderen tot de Sacramenten gedurende de bezettingsjaren. (Plechtige communie der kinderen, vergelijkende tafels 1913-1918). – Buitengewone diensten. -De openbare zedelijkheid.
e)De toestand der vrije scholen. (Opgelegd programma, voertaal, gewoon en buitengewoon schooltoezicht, – uitkeering der schooltoelagen, – het onderwijzend personeel).
f)De patronaten, – werken voor schoolgaanden en werken voor de jeugd, – werken voor volwassenen. (Beperking der vergaderingen door de bezettende macht; – andere oorzaken van ontwrichting). – De liefdadigheidswerken.
g)Het onvoeren der werklieden. (Treffende feiten; – namen der werklieden in Duitschland overleden of later in België door ontbering omgekomen; – overzichtstafels).
h) Ondersteuningswerken. (Aard, bestuur, bijzonder doel, uitslagen). Overzichtstafels. Toestand van werk en nijverheid, armoede.
i) Gerechterlijke vervolgingen. (Namen der beschuldigden, grieven, gerechtsleiding, uitslag van het proces). De politieke gevangenen in Duitschland of in de gevangenis in België gestorven. Eene uitgebreide aanteekening zal aan de terechtgestelden gewijd worden. Oorlogsbelastingen, boeten, uitbuiting der bevolking.

10.- Naam, voornaam en dienststaat der parochiëele geestelijken en ook der andere, zoowel wereldlijke als kloosterlingen, in de parochie gevestigd, met inbegrip der leden der Congregatiën van Broeders, bij de voorvallen betrokken of die tot het leger hebben behoord, als soldaat, ziekenverzorger of aalmoezenier. Hun dienststaat in ’t leger.
Korte overzichtstafel der parochianen onder de wapens geroepen of die vrijwillig hebben dienst genomen. – Getal en namen der gesneuvelden in den oorlog, der verminkten, en der soldaten in Duitschland of in Holland gestorven, der krijgsgevangen, der soldaten die zich in den oorlog onderscheidden. Vergelijkende tafel der geboorten en sterfgevallen bij de burgerlijke bevolking van 1913 tot 1918.

11.- Huiszoekingen in kerken of kloosters. – De opname of in beslagneming der klokken.

12.- Feiten van verscheiden aard. De grensversperring, – de aanwervingsdienst over den draad. -Daden van vaderlandsliefde of offervaardigheid. – Plichtverzakingen. – Vaderlandsche betoogingen.

13.- De ontruiming. – Houding der vijandelijke legers. – Voorvallen en misdaden.

14.- De bevrijding. – Intrede der Belgische of verbondene legers. – Godsdienstige plechtigheden. – Terugkeer der gevangenen en uitwijkelingen. – Gedenktekens.

(1) Het blijft verstaan dat de EE. HH. Pastoors, die in 1915 Ons een verslag deden toekomen over de gruwelen door de invallende legers begaan, er mogen bij blijven naar dit verslag te verwijzen, voor zooveel, tenminste, zij er niet aan houden sommige deelen aan te vullen of te wijzig
 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *