Jan Odeurs “Gekroonde uitvinder”
Voor velen van ons zal die naam niet veel zeggen. Toch willen wij even in herinnering brengen wat deze Mechelaar, geboren omstreeks 1825, internationaal presteerde en tevens stilstaan bij de hulde die zijn dorpsgenoten hem betoonden in het jaar 1862.
Immers dat jaar (1862) kreeg hij een “eremedaille” op de “Exposition de Londres” , voor het ontwerpen van een, voor die tijd althans, revolutionaire “landbouwploeg”.
Onze dorpsgenoot die boer was en waarvan we niet echt weten of hij al dan niet gestudeerd had, ontwierp toen de draaiende ploeg wat de landbouwers veel meer mogelijkheden gaf bij het bewerken van hun akkers.
In het dagboek van pastoor Plevoets vonden wij over de feestelijke ontvangst in ons dorp, de volgende tekst weer :
“ De 17de february 1862, om half dry namiddag, vergaderen zich voor het gemeentehuis, den gemeenteraad, de confrérie van St-Sebastian en die van St-Martinus en eene grote menigte volk, zelfs van den omliggende gemeenten.
Sedert middag heeft het kanon niet opgehouden zich te doen horen
Het kwartier voor dry komt de heer burgemeester op het gemeentehuis. Nu formeert zich de stoet om de heer J.M. ODEURS plegtig in zijn huis te gaan halen.
1) De trommelslager.
2) De confrerie van St-Sebastian met hunne bogen versierd.
3) De gemeenteraad.
4) De Kamer van St-Martinus
Terug aan het gemeentehuis gekomen zijnde, doet de heer Burgemeester de volgende aenspraeck, welke verscheiden malen door een algemeen handgeklap werd toegejuicht.
“Weet gij, inwoners van Mechelen, waarom de Commissaris ons bevolen heeft, van de afgeving dezer médaille, eene gemeente solemniteit te maken? Ziet hier de reden daarvan.
Ieder land, ieder volk, ieder provincie zal altijd trotsch zijn de eer te hebben van in hun midden , mannen te zien geboren worden, die door hun vernuft of door hun wetenschap , zich boven hunne medeburgers verheven en eene vermaerdheid.bekomen hebben. Zulk land reklameert eene overwinnaar,een ander is trotsch an eenen vermaerden schilder of geschiedschrijver bezeten te hebben.
Hier mijne Heren, vinden wij de oorzaek waarom de gemeente moet deelnemen in de plegtigheid van dezen dag.
Kind van Marlinne, heeft Odeurs, geboren in een tijd dat het onderwijs zo mededingers, gekomen uit alle landen der wereld. aan de landbouw, zich doen onderscheiden en uitschitteren in het midden van Brussel, Parijs, Londen, hebben hem, eenvoudige boer, zegevierend uit die wreedzame worstelingen, bestemd tot de uitbreiding der kennissen en tot het welzijn van het mensdom, zien komen
Mijnheer Odeurs ik ben trotsch op de eer die U te beurt is gevallen en U deze medaille, regveerdige belooning van Uwe verdiensten en Uwe talenten, te kunnen moeyelijk kon bekomen worden, zich door zijn vernuft, door de diensten bewezen overhandigen Dat dit nieuw ereteken voor U zij eene aanmoediging. Ga voort te werken met eenen nieuwen iever
Ik maak hier den wensch dat het gouvernement, regveerdige beoordeler der diensten door U aan den landbouw bewezen, U het eereteken verleene welke men geeft aan diegene die aan het vaderland en hunne medeburgers dienst bewezen hebben.
Dien dag gelijk vandaeg, zullen wij uit geheel ons hart uitroepen :
LEVE JAN ODEURS
Na deze aenspraeck en de afgeving van de medaille en den diploma, heeft de stoet zich opnieuw geformeerd om Odeurs, gelijk bij zijne aankomst, naar huis te geleiden.
Tot laat in de avond heeft het kanon zich doen horen;”
Opgetekend door pastoor Plevoets uit Mechelen in 1862
Jos Schoefs.