Knikkeren

Knikkeren.

Als ik terug denk aan mijn jeugd komen ongetwijfeld de knikkers terug in vizier.
Het waren de kleine, harde na-oorlogse bollen (ongeveer 1cm doormeter), van gebakken aarde, geverfd in allerlei  tinten . Later werd de aarde  vervangen door glas.
Naast straatvoetbal was knikkeren toen de verslaving van de jongens. Het werd niet enkel na de schooltijd  beoefend, ook tijdens de speeltijden op school zag men diverse groepen jongens
bezig om hun talenten te testen. Ze droegen allemaal een zelfgemaakt stoffen zakje (beurs) om de lenden waarin zich een voldoende aantal knikkers bevonden..

Wat was er dan zo fascinerend aan ? Was het de kick om de beste te zijn  of was het misschien reeds de drang naar bezit ? Want knikkeren leek wel onschuldig maar in feite was het een kansspel waar iets werd opgeofferd met het doel er méér uit te halen. Door de deelnemers werden knikkers ingelegd en de overwinnaar kreeg meestal alle inzet. Trouwens er bestaat ook ergens een uitdrukking van : “het gaat om de knikkers..”

Knikkeren bestond in vele vormen en kon op vele terreinen gebeuren. Meestal werd er gespeeld op harde aarde (stoepen), maar wanneer die er niet was speelde men op stenen ondergrond. De inzet (meestal één knikker per deelnemer)  werd steeds gelegd in een gemaakt ringetje. Van op een bepaalde lijn op een vijftal meter van dat ringetje werd geprobeerd om die knikkers uit dat ringetje te schieten. Er werd natuurlijk niet geschoten met een geweer. De deelnemers waren enkel gewapend met een andere knikker. Die knikker werd vakkundig geplaatst  op de wijsvinger van een gesloten hand en dan met de duim vooruit gestuwd. Sommige spelers konden dit ook door een nijpbeweging te maken op de knikker die ze plaatsten tussen duim en wijsvinger; Met zoals wij nu een kersenpit weg pitsen.
De kunst bestond er dus in om zo juist mogelijk te mikken, want de bedoeling was dat men de knikkers uit het ringetje kon schieten, evenwel zonder dat de schutter zijn knikker niet in deze ring bleef liggen. In dat geval was men “dood” en kon men niet verder spelen. Dit was ook het geval als een knikker werd aangeraakt door deze van een ander deelnemer. Wie een knikker uit het ringske kon schieten werd daar eigenaar van, doch als hij voortijdig dood werd geschoten dan moest hij zijn buit overdragen aan zijn “moordenaar”. Eens alle knikkers uit de ring was het spel afgelopen en kon men opnieuw beginnen.
Het ging er soms geanimeerd aan toe. Tussendoor hoorde men soms kreten om de tegenspeler af te leiden voor een geslaagd schot. Ook waren er twee vaste uitroepen : “alles” of “verbied alles”. Zo kon eventuele faciliteiten bekomen of verhinderen. Ondermeer het toekomstig traject van de knikker al dan niet zuiver maken. Wie het eerst had geroepen na de vorige handeling kreeg de keuze.
Maar er waren ook andere spelletjes met de knikkers. Zo werd er ook een kronkelende slang op de grond gekerfd of getekend met in de kop een kuiltje. De deelnemers startten in de staart en beurtelings moesten ze proberen om het eerst in dat kuiltje terecht te komen. Wie buiten de lijnen geraakte moest vooraan opnieuw beginnen en de eerste ontving als beloning  de knikker van de deelnemers.
Soms werd die slang op een hellend- of geaccidenteerd terrein getekend en dat maakte de wedstrijd nog moeilijker. Best te vergelijken met een van onze huidige mini-golf banen.
Helaas, met de opkomst van de  TV’s en de PC’s zijn de knikkers in de vergeethoek geraakt.


Schoefs Jos november 2016

Een reactie op “Knikkeren”
  1. Ooit is er een filmploeg ons komen filmen tijdens het knikkeren , was het nu door Echo en of te voet door Vlaanderen , ik weet het niet meer.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *