De “zaouw schroebbe”- In de jaren vóór 1950-51 toen in onze dorpen de betonnen straten aangelegd werden door aannemer Désiron van Grandville bij Oreye, bestond het wegennet uit kiezelwegen afgeboord door ondiepe sloten geplaveid met blauwe stenen. Om de zoveel jaren kwamen kipvrachtwagens een laag steenslag uitstrooien waarover dan gewone grond gestrooid werd. Een stoomwals egaliseerde de hele bedoening zodat er een verharde straat bestond. Bij regenval was de boel modderig en bij droog weer stoof een dikke wolk stof op wanneer er een van de toen nog zeldzame auto’s over heen voer. Die “zaouwen” dienden om het water af te voeren dat ergens op een dieper liggend gedeelte van de weg zijdelings afgevoerd werd naar de ene of andere sloot die dan zelf uitmondde in de dorpsbeek. Tussen de “zaouw” en de gevels van de huizen lag er vaker een “schollei”, ofte met beton, stenen of gruis geëgaliseerde soort stoep. Rijkere aangelanden hadden die stoep dan ook geplaveid met het een of ander materiaal. Aan de lemen vakwerk huizekes was er enkel aangestampte aarde.
Bij het mogen raadplegen van een reeks albums met foto’s, door Jean Marschal gemaakt in de jaren vlak voor, tijdens en na de oorlog vond ik bijliggend tafereeltje waar enkele dorpelingen ijverig de “zaouw schroebten”, t.t.z., men kieperde enkele emmers water in de verharde sloot en schrobde ijverig met een “stijve bossel” alle modder die door de karren en ander landbouwtuigen, getrokken door een stel stoere “Brabantse” boerenpaarden, naar de plaats waar water naar toe vloeide, de “zaouw”. Als er een “schollei” was dan werd die ook geschroebt.
Op de foto zien wij het tafereel vastgelegd door Jean Marschal in zijn straat, de Bekstraat.

Met het verdwijnen van de kiezelwegen, vervangen door een betonnen wegennet, verdween ook dit wekelijks ritueel. De afvoer langs de boordstenen langs de betonweg werd minder vuil en er moest steeds minder geschrobd worden.
Bron: kalender gezinsbond 2013 – Louis Leduc
Georges Vanschoonwinkel december 2022