Stoomdorsmachine van Tjaan

Stroomdorsmachine van Tjaan

Ik herinner mij nog levendig het graandorsmachine aangedreven door een heuse stoommachine die in onze dorpen voor, tijdens en na de oorlog het graan dorste. Ik vond een tafereeltje van de machine opgesteld in een van de velden van het dorp, waar ter plaatse het geoogste graan gedorst werd.
Dat dorsen gebeurde, wanneer de oogst heel droog kon afgedaan worden, ter plaatse op het veld. Wanneer de gedroogde schoven met kar, wagen en paarden binnengehaald werden en eerst opgeslagen in de schuur van de vierkantshoeve, werd een of meerdere dagen aan de poort van de schuur of in de schuur gedorst.
Tjaan Carolus bezat dergelijke machine die ondergebracht werd in een langwerpige loods langs zijn huis “op de Bek”. Ik herinner me dat de wielen geleid werden door en in de boorden van twee brede ijzeren “poutrels”, in de grond ingewerkt. Tjaan had zelf geen paarden en de machine en de stoomaandrijfmachine werden dan samen vervoerd met het “stuk” (toenmalige naam in ons Haspengouws dialect voor een “waterton” op wielen) om het benodigde water te vervoeren, door een stel stoere boerenpaarden van de boer bij wie ging gedorst worden. De bestemmeling van de hele installatie bracht de machine aan en op het einde van de reeks dorsoperaties bij de laatste gebruiker, vervoerde het geheel.

Tjaan zelf bracht het geheel in werking. Een tijd vóór het dorsen werd alles opgesteld, met accessoires aangekleed, een lange aandrijf-“riem” tussen een groot wiel aan de stoommachine en een wiel aan de dorsmachine aangespannen en alles zo opgesteld dat de operaties waar ze uitgevoerd werden, zonder problemen konden verlopen.


Wanneer dan alle knechten en helpers die de boer optrommelde ter plaatse waren, liet Tjaan met de bodem van een fles wrijvend op een stoomklep de stoomfluit “toeten” en demarreerde hij de aandrijving, zodat de machine kon dorsen.

Ik moet zeggen dat dit nogal een indrukwekkende bedoening was, de stoommachine die wolken zwarte rook en witte stoom uitstootte bij ieder draaiïng van de aandrijfas bewogen door een kort opeenvolgend droog klinkend schokgeluid. Degene die zich nog de stoomtreinen herinneren, kennen die tjok-tjok-tjoef geluiden ook nog.
Later werden de dorsmachines aangedreven door vooreerst de krachtige Lanz Bulldog van de gebroeders Monfrère te Heers en ook nog later door de Allis Charmers tractoren van de gebroeders Noppen van Horpmaal (hopelijk herinner ik mij de juiste namen). Daardoor kwam het nogal omslachtig gedoe met vervoer en opstellen van de “stoom-dors-combinatie” in onbruik.

Na de periode van loondorsen werd Tjaan boerenknecht. Jammer genoeg verongelukte hij toen een auto ’s morgens vroeg in het najaar vanachter op de bietenwagen botste, waarachter Tjaan juist op dat ogenblik de remblokken met de “weinig” (zwengel) aan het dichtdraaien was. Hij bracht een vracht bieten naar de tramstatie te Heers.


Christiaan Carolus werd geboren op 11 augustus 1885 te Gutschoven als zoon van Renier Carolus en Catherina Bovie. Op 10 mei 1918 huwde hij te Mettekoven met Alphonsine Robijns. Samen hadden ze 5 kinderen: Julien, Maria, Camille, Charles en Rene. Hij overleed op 8 november 1948 na een smartelijk ongeval. Hij werd 63 jaar oud.

Bron: Kalender gezinsbond 2012 Louis Leduc
Hbvl 14 nov 1948


Vanschoonwinkel Georges april 2020

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *