Burgemeester Neven

Het leven van burgemeester Jef Neven

Joseph Neven, beter gekend als Jef(ke) Neven, werd geboren op 25 april 1925 te Heers als tiende en laatste kind van Constantin Neven en Maria Wathion.  Zijn ouders wilden hem de naam Leon geven, maar toen de peter van het kind kwam, besliste hij dat het kind Joseph zou heten. Hij werd dan ook ingeschreven als Joseph-Leon. Jef zou later zeggen: “Ik mocht niet Leon heten, dus heet ik mijn eerste zoon Leon.”
Constant was postbode en had dan ook de bijnaam: ‘Constant de facteur’, hij werd geboren op 7 november 1877 te Heers en overleed er op 10 juni 1953. Maria beredderde het huishouden
een hele klus met zoveel kinderen, zij was geboren te Statte (Hoei) op 21 mei 1881 en overleed te Heers op 17 maart 1959. 
Het gezin Constant en Maria Neven-Wathion, omstreeks 1927.

Van links naar rechts en van boven naar beneden:
Germaine, Jean, Octave en Angèle Neven Georges, Constant met Marguerite en  Juliette Neven, Maria Wathion met Jef op de schoot en Hubert Neven.

De beiden huwden te Mechelen-Bovelingen op 25 juli 1903. Maria was samen met haar ouders in 1889 afgezakt naar Marlinne omdat haar vader daar contre-maître was in de plaatselijke afdeling van de suikerfabriek van Wanze, nabij Hoei.
Ze gingen te Heers wonen en kregen samen 10 kinderen van wie er 9 de volwassen leeftijd bereikten: Jean, Octave, Angèle, Germaine, Juliette, Hubert, Georges, Marguerite en Joseph. Eén stierf als kind van vijf: Florentine (1912-1917).
Joseph was de benjamin van familie en zelfs, een beetje normaal eigenlijk, wat verwend door de oudere broers en zussen.  Maar zijn band met Marguerite was enorm sterk, zij speelden en stoeiden samen.  Er werd zelfs gezegd dat Marguerite de jongen van de twee was omdat Jefke zoveel stiller en kalmer was dan zijn levenslustige zus.
Hij liep school aan de gemeenteschool te Heers (oude gemeentehuis).  Zijn middelbare studies deed hij aan het Collège Saint-Louis te Waremme (Borgworm), zoals heel velen in die tijd.
Maar hij deed er zijn humaniora-studies niet volledig af want ondertussen was zijn ouders zus Germaine (Mène) in Luik gaan wonen samen met haar man en daar mocht kleine broer logeren om naar school te gaan aan het ‘Institut Sainte-Marie’, Rue de Harlez in Luik. Hij voleindigde daar zijn studies, in volle oorlogstijd. Het was ondertussen 1943 geworden en als jongeman engageerde hij zich bij het verzet en de witte brigade of het geheim leger ‘Refuge Otarie’.  Oneindig waren de verhalen die hij me daarover later vertelde, doch ik was een kind en wist niet beter dan dat het nooit voorbij zou gaan.  Ik vind het jammer nu dat ik er niet alles van onthouden heb.
Jef begon zijn legerdienst te Leuze (nabij Doornik) op 15 maart 1945, net na de bevrijding van ons land maar nog voor de wapenstilstand. Van Leuze ging het naar het Schotse Larne, want hij was aangesloten bij de ‘Brigade Rumbeke’.
Op 28 maart 1945, vertrok hij vanuit Oostende naar Dover en van daaruit naar Larne (Schotland).  In Larne verbleef de brigade tot 28 september 1945. Dan keerden ze naar hun vaderland terug zonder dat ze zich ‘actief hadden kunnen inzetten voor het vernielen van die horden (Hitler en zijn benden).’ (aldus letterlijk genoteerd in het dagboek van Jef Neven rond zijn Ierland-tijd).
Op 2 november 1946 zou Jef beginnen te werken te Luik bij de firma Brunini, kolenhandelaar in de Rue Campine. Hij volgt terwijl ook nog post-onderwijs te Brussel aan het Institut Martal. Op 1 juni 1949 zou hij zijn diploma van fiscaal raadgever ontvangen.
Na zijn legerdienst werd het tijd dat hij zich settelde en aan een gezin begon te denken.  Hij huwde dan ook op 26 oktober 1946 met Maria Jongen (1923-1949), de dochter van Constant Jongen en Christine Leemans.

Huwelijks foto Joseph en Maria Neven-Jongen,
Heers, 26 oktober 1946


Het huwelijk wordt al snel bezegeld met een flinke dochter, Christiane.  11 Maanden later zal er nog een dochter volgen, Gilberte (maar Betty geheten door iedereen). Maria bekende echter aan een vriendin dat ze niet zou stoppen voor ze een jongen had.  Op 4 juli 1949 geeft ze het leven aan een flinke jongen, Leon, maar korte tijd later blijkt dat voor Maria alle hulp zal te laat komen en op 5 juli overlijdt ze. Drie kinderen op 26 maanden tijd vergde teveel van haar gezondheid.  Jef is nog maar 24 jaar als hij alleen achter blijft met 3 kleine kinderen.  Gelukkig nemen de zus van zijn echtgenote, Antonie Jongen, gehuwd met Jefkes broer, Georges Neven, het initiatief om samen te gaan wonen en zo kan de zorg van de kinderen worden gewaarborgd.  Voor Jef zijn deze twee mensen altijd zeer dierbaar gebleven. De opoffering die zij zich getroosten was groot en tot op de dag van vandaag blijven de drie kinderen dankbaar en verknocht ten aanzien van Georges en Antonie.  Een prachtig voorbeeld van familieliefde!
Ondertussen was Jef met zijn beide voeten in het verenigingsleven gestapt. Hij was lid van de schuttersgilde en de fanfare, lid van het zangkoor en lector in de kerk, lid van de K.V.T.
In deze verenigingen zou hij in de loop der jaren steeds een bestuursfunctie blijven waarnemen.  En er kwamen er naderhand nog bij.
In 1952 wordt hij aangezocht om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen. 
Hij stelt zich dan ook kandidaat op de lijst van de mannen van het kasteel.  De lijst ‘Roppe’, aangevoerd door de vader van oud-gouverneur Louis Roppe, die trouwens ook bij hem in Ierland verbleef.
Jef is evenwel niet verkozen, maar is toch plaatsvervanger.  Op 30 juni 1957 wordt hij gemeenteraadslid naar aanleiding van het overlijden van burgemeester Edmond Corswarem.
In 1958 is het opnieuw verkiezingen en hij staat opnieuw op dezelfde lijst.  De kopman van de lijst is ditmaal uittredend burgemeester Jean Vanoostveldt.
Jef is nu echter verkozen, maar nog meer, hij behaalt in één klap de meeste stemmen van zijn partij. Hij wordt dan ook voorgedragen en benoemd tot burgemeester van de gemeente Heers, de jongste burgemeester ooit van Heers. Hij was op dat ogenblik amper 33 jaar oud.
Als een all-roud man en iemand die van aanpakken weet, kwijt hij zich zorgvuldig en nauwgezet van zijn taak.
Maar door de verschrikkelijk drukke bezigheden van Jef had hij niet meer veel tijd om aan een nieuwe levenspartner te denken.
Het is pas in januari 1965 op een huwelijksfeest te Heers dat hij toevallig naast de dochter van Toine de Molder en Madame Missotten (in Opheers: juffrouw Gaby) plaats heeft genomen.  Zijn tafelgenote heet Josée Missotten en er begint die avond wat moois te bloeien.
Drie jaar lang zal hij haar het hof maken en in 1968 hakken ze de knoop door en besluiten om eindelijk te gaan trouwen.

12 Augustus wordt de grote dag.  Jef is 43 jaar en Josée is er 34. Ze beginnen aan een gezellig gezinsleven, samen met de drie kinderen uit het eerste huwelijk van Jef. Deze drie kinderen nemen Josée dadelijk aan als een liefhebbende echtgenote van hun vader en als een tweede moeder, een band die met de loop der jaren steeds inniger wordt.
Twee jaar na zijn huwelijk met Josée kondigt de ooievaar een blijde gebeurtenis aan. Op 31 juli wordt hun eerste zoon geboren. Zes jaar later, geheel onverwacht kondigt er zich nog een jonge spruit aan die het geslacht komt versterken, Marc.
Beide kinderen uit het gezin Neven-Missotten worden geboren op een vrijdag en dit deed Jef eens zeggen in een interview: “Mijn vrijdagavonden zijn mij heilig, dan gaat de fanfare voor alles.  U kan zich mijn ergernis inbeelden dat mijn beide zonen op een vrijdagavond zijn geboren.”
Dit typeert Jef, die bekend stond om zijn humoristische uitspraken.  Hij zei dit steeds met een knipoog en een kwinkslag.
Hij was een liefdevolle man, correct en streng maar steeds rechtvaardig. Ik moet wel eerlijkheidshalve bekennen dat ik als jongste zoon een beetje een voorkeursbehandeling genoot. Ik was zo een beetje zijn oogappel en mij tikte hij ook wel eens op de vingers maar niet zo vaak als de andere vier.  Hij zei ook steeds dat hij dat niet kon, “de jongste is de enige die nog nooit met mijn hand heeft kennis gemaakt”, placht hij te zeggen “bij hem kan ik dat niet.”
De geboorte van mezelf werd overschaduwd door de teleurstellende verkiezingsuitslag van oktober 1976, slechts een maand voor mijn geboorte.  Jef geraakte in de minderheid en moest lijdzaam toezien hoe sommige dossiers zorgden voor pluimen op andermans hoed.
Maar hij was geen man van rancune. Hij ijverde verder voor het welzijn van “zijn” mensen.
Iedereen die hem wat kwam vragen, werd indien mogelijk geholpen, ongeacht welke politieke overtuiging of wat dan ook.  De mens telde voor hem.
In 1977 stelt Jef zich kandidaat voor de provincieraadsverkiezingen en hij raakte verkozen.  Op die manier kan hij zijn horizonten verruimen.  Hij zou in de provincieraad zetelen tot 1987.
In 1982 stonden opnieuw de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur en hij trok nu voor de eerste keer de lijst van de CVP, terwijl zijn partij voordien steeds de naam kreeg van de kopman en dit was drie keer ‘lijst Neven’ geweest.  Nu moesten ze partij kiezen voor één van de grote nationale partijen en daar was hij niet echt gelukkig mee.
Maar hij won de verkiezingen.  De laatste zes maanden van de legislatuur 1977-1982 was hij zelfs eerste schepen geweest, een schepen uit de minderheid, de eerste keer dat dat gezien werd te Heers.
Op 1 januari 1983 werd hij opnieuw burgemeester en zou dit blijven tot de dag van zijn dood. Maar een jaar later kwamen er donkere wolken boven ons gezin drijven. Bij Jef werd een gezwel vastgesteld op de longen. Zijn volledige long moest verwijderd worden. Hij herstelde vrij vlug maar nooit geheel. Maar vier jaar lang hield hij zich staande en ondanks zijn kortademigheid lukte het hem toch de gemeente te besturen.  In 1988 werd hij een laatste maal verkozen en na een hele hoop perikelen, die hem zeer zwaar ontgoochelden, werd hij in 1989 aangesteld tot burgemeester van Heers.  Hij zou niet lang van zijn ambtstermijn genieten. In de zomer van 1989 ging zijn gezondheid sterk achteruit en tegen eind augustus was hij aan het bed gekluisterd. We zagen allen dat hij niet meer lang te leven had maar we gaven de moed niet op en wilden niet inzien dat het leven uit hem weg vloeide.
Op 2 september, rond half elf in de voormiddag, zag zijn schoonmoeder dat het einde nabij was en riep Josée die net naar boven kwam om Jef te wassen.  Josée was net op tijd aan het bed om Jef nog bij te staan toen hij zijn laatste levensadem uitblies. Een einde was er gekomen aan een tijdperk, voor ons, de familie en voor de gemeente.
Jef was niet meer. Hij liet een weduwe achter met drie getrouwde kinderen en twee ongehuwde kinderen van 19 en 12. Hij had reeds drie kleinkinderen.
Hartverscheurend was het afscheid, ongelooflijk zwaar viel het zijn echtgenote en zijn kinderen maar ook zijn kleinkinderen en de rest van de familie.  Een dorpsfiguur viel weg. Hij was heel graag gezien van het merendeel van de inwoners van onze gemeente, dit bewijst ook de vele blijken van medeleven die wij mochten ontvangen. Eén van de mooiste was wel die van dokter Gielen, die Josée vroeg de kinderen bij het sterfbed te roepen en toen met een grote krop in de keel en met tranen die over zijn wangen bengelden, zei: “Ik ben toch zo blij dat hij thuis heeft mogen sterven.”
De uitvaart werd geregeld voor 9 september.  Deze dag werd er eentje van zware emoties, zeker bij de lijkredes die aan de kist werden gehouden en niemand van de familie kon zijn tranen bedwingen toen door de kerk het lied ‘If you ever go to Ireland’ weerklonk. Een afscheidsgroet van zijn makkers uit Ierland (zie legerdienst 1945).


N.v.d.r: Josée Missotten overleed op 12 juni 2020

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *