Het kasteel van Hex

 Het Kasteel van Heks

Hex is een typisch Haspengouws dorp, in Zuid-Limburg, ongeveer in het zwaartepunt van de driehoek Tongeren – Sint-Truiden – Oreye, in vogelvlucht hooguit 5 km. ten zuid-oosten van Borgloon. Het kasteel staat aan de rand van het dorp, temidden van een prachtig park.

De bouwer van het kasteel :

Franz Karl, graaf de Velbruck, werd in 1719 geboren op het slot Garath, bij Düsseldorf. In zijn prille jeugd diende hij als page aan het Weense keizerlijke hof, maar later kwam hij naar onze gewesten afzakken. In 1735 was hij al kanunnik van de Luikse kathedraal, maar intussen studeerde hij burgerlijk en kerkelijk recht in Reims en Douai. Van 1757 tot 1763 vervulde hij de functie van eerste-minister van de Luikse prins-bisschop. 

In feite was de Velbruck vrijmetselaar en werd hij sterk beïnvloed door de Verlichting. Hij ijverde voor kosteloos onderwijs aan minder begoeden, voor de bouw van ziekenhuizen en voor de bescherming en bevordering van kunsten en wetenschappen.
In 1756 bracht hij het tot aartsdiaken van Haspengouw en werd hij op slag verliefd op de streek, althans op het Limburgse deel van Haspengouw. In 1770 zou hij in Hex een persoonlijk kasteel laten bouwen, één van de fraaiste stijlkastelen van België. Het was bedoeld als buitenverblijf en jachtslot. von Velbruck heeft er ontelbaar veel gasten uitgenodigd.
Hij bracht het nog een stap verder op de maatschappelijke ladder : in 1772 werd hij tot prins-bisschop van Luik gekozen en priester gewijd. In dat jaar voltooide hij zijn kasteel in Hex in weelderige stijl. Héél lang heeft hij niet meer kunnen genieten van zijn Haspengouws kasteel : in 1784 werd hij getroffen door een beroerte en is hij aan de gevolgen ervan gestorven in Hex.
Aangezien het kasteel zijn persoonlijk eigendom was, ging het niet over naar het prinsbisdom Luik maar naar zijn familie, de Marchant d’ Ansembourg en later d’ Ursel, die sedertdien het kasteel uitstekend bewaard hebben.

De lusthof van een prins-bisschop :

Kasteel heksHet monumentale gebouw in Luikse rococostijl heeft een U-vorm, maar vroeger stonden er ten noordoosten nog dienstgebouwen. Thans wordt het woongedeelte nog geflankeerd door twee vleugels, met ertussen een voorplein.
Het opmerkelijkste is evenwel het interieur in Lodewijk XVI-stijl. Het kasteel omvat een groot aantal kamers en niet minder dan zes salons, allen in hun oorspronkelijke staat bewaard, met zeer fraaie decoratie uit stucwerk en lambrisering. In Hex treft men dus een vorstelijke verblijfplaats aan, in ongeschonden toestand, een live-museum uit de 18e eeuw, zo overgeplaatst naar onze tijd. Het interieur is bovendien erg afwisselend. Er zijn weliswaar geen echt grote zalen, maar iedere ruimte bezit een eigen karakter, dat spreekt uit de sterk afwisselende decoratie. Wij kunnen in dit bestek alleen het voornaamste even aanstippen.
De centrale hal vertoont nog heel mooie plafondschilderingen met allegorische jachttaferelen; zij zijn het werk van de Loreinse schilder Joseph Billieux.
Het gele salon draagt, in prachtig stucwerk, de wapens van de Velbruck en van het prins-bisdom Luik, temidden van emblemen, ontleend aan de bouwkunst, de muziek, de kosmografie, de jacht en de landbouw. Rococo en assymetrie vieren hier hoogtij.
Het witte salon is een stuk rustiger. Het is versierd met een groot portret van de Velbruck, in een schitterend gebeeldhouwde stijl, en verder met symmetrische, vergulde motieven met strikken, slingers en ruikers.  Witte zaal

Het groene salon deed eertijds dienst als eetkamer. Het stucwerk, in overgangsstijl van rococo naar vroeg-classicisme, omkranst ook een aantal grisailleschilderingen in ovalen en boven de deuren; deze schilderingen stellen amorfiguurtjes voor met symbolen van kunsten en wetenschappen.
De huidige eetkamer prijkt met een betimmering, waarvan het snijwerk kan toegeschreven worden aan de befaamde Luikse ivoorsnijder Tombaye.  Het snijwerk in Lodewijk XVI-stijl, ontstond omstreeks 1780 en behoort tot het mooiste in ditAmorfig hex genre.
De trapzaal is gedecoreerd met een stucwerk – eveneens Lodewijk XVI-stijl – uit ca. 1775. Op de verdieping bevindt zich een serie kamers, waarvan enkelen een vermelding verdienen, onder meer de Chinese kamer met haar exotische versieringen in rood en groen, de “Belle-Indienne”-kamer (kamer van de mooie Indiaanse) met deurschilderingen door de reeds vermelde Joseph Billieux en de staatsie-gastenkamer, in feite een soort suite met voorvertrek, boudoir en weelderig ingerichte kamer.
De Saksische kamer is behangen met Chinees rijstpapier, in een decoratoire-kamer staat op het behang het verhaal van Telemachus geschilderd en in een derde hangen gele doeken met landschappen en bloemen.
Alle details getuigen van een grote culturele rijkdom.

Het park : een natuurreservaat :

Buiten strekt zich een tuin uit in Franse stijl, ook al één grote weelde. Erin bloeit een roos, die men nergens anders ter wereld aantreft : de Velbruck Indica Centifolia, zo genoemd naar haar invoerder uit het Oosten. Een deel van de tuin ligt op een plateau, dat van de heuvelflank werd afgegraven; aan de zuid-westelijke kant wordt het ondersteund door een soort kunstmatige kaai van praktisch honderd meter lang.
Het park in Engelse stijl is globaal 80 hectare groot en het bezit thans de status van natuurreservaat. Het wordt beheerd door de Belgische Natuur- en Vogelreservaten. De buitenzoom van het domein is bebost, het centrale deel bestaat uit weilanden en grote boomgroepen met onder andere beuk en eik.
Kasteeltuin hexZoals men al kan zien op een kaart van Ferraris (1778), bestaat het kasteeldomein in feite uit twee vanouds beboste heuvels : de Zalenberg en de Sint-Servaasberg, plus dan het later aangelegde park. Op de Servaasberg treft men het Manshovenbos aan, met zowel natuurlijke als aangeplante percelen bos.
Het park heeft een sterk wisselend reliëf : ravijnen, hellingen en heuvels. De Zalenberg is het hoogste punt : 120 meter boven de zeespiegel; het laagste punt, bij de Molenbeek, komt met moeite boven 60 meter uit.
Het domein van Hex is niet toegankelijk voor het publiek, maar is zichtbaar vanaf de openbare weg. Voor groepsbezoek zich schriftelijk wenden tot de Belgische Natuur- en Vogelreservaten.


Jos Valley.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *