Over Hex

Over Heks

Oudste vermelding als Herxe (1174); vanaf XVI Hex.
Gemeente in Droog-Haspengouw. Heuvelachtig landschap, met als hoogste punten de beboste Zalenberg (120 m) en het Magneebos (115 m) in het O. van de gemeente, en als laagste gedeelte de vochtige vallei van de Herkebeek (65 m) in het gehucht Broek in het W.; het Z.O. gedeelte wordt ingenomen door akkers. De gemeente wordt gekenmerkt door twee voor Vlaanderen grote boscomplexen, * het bos van Heks, rondom het kasteel, waarin de Zalenberg is opgenomen, en het Magneebos, in het N.O., aansluitend bij het Manshovenbos (cf. Borgloon); beide laatste bossen zijn eeuwenoude eiken- en beukenbossen, waarschijnlijk restanten van een veel groter boscomplex, en deel uitmakend van het jachtgebied dat prinsbisschop de Velbrück zich in deze streek rondom zijn jachtpaviljoen verwierf. Deze zone is vrijwel onbebouwd, wat vrij uniek is in Vlaanderen, met een voor Vlaanderen uitzonderlijke landschappelijke schoonheid: sterke oude bosranden, reliëf, doorzichten, weilanden, hagen en belangrijke holle wegen.
Prehistorische resten werden gevonden op de plaats z.g. Heike.
Van de Romeinse bewoning getuigen de overblijfselen van een villa met hypocaustum, gevonden in 1933, tegulae, scherven en een gouden ring met opschrift FELIX. Een Merovingisch graf, gevonden in 1825 getuigt van de continuïteit van de bewoning. De antieke wegen Bilzen-Waremme en Tongeren-Landen doorkruisten het grondgebied van de gemeente.



Heks was een allodiaal goed van de graven van Loon. In 1174 schenkt gravin Agnes, weduwe van Lodewijk I (1145-1171) de inkomsten van haar eigengoed van Heks aan het hospitaal van Graethem te Borgloon en schenkt de heerlijke rechten van het dorp aan de abdij van Villers op voorwaarde dat de abdij het hospitaal zal laten bedienen door religieuzen uit de abdij. Deze cisterciënzers stichten in Heks een grangia, de hoeve Monnikenhof (curtis monachorum, 1282, cf. Monnikenlaan) waaraan een uitgestrekt grondgebied verbonden was. In 1582 staat de abdij van Villers de heerlijke rechten van Heks af aan het St.-Lambertuskapittel van de kathedraal van Luik. Ca.1760 wordt het beheer van de heerlijkheid door het kapittel geschonken aan kanunnik de Velbrück, de latere prinsbisschop. Hij bezat hier reeds een allodiaal goed, waarop hij zijn jachtpaviljoen laat bouwen, en dat hij door aankoop en ruil aanzienlijk uitbreidt tot een ruim jachtgebied.
Op juridisch gebied behoorde Heks tot de schepenbank van Graethem, de buitenbank van Borgloon, en ging in beroep bij het oppergerecht van Vliermaal.
Op bestuurlijk gebied had de gemeente één, in XVIII twee burgemeesters, die voor één jaar werden verkozen door de inwoners.
Te Heks fungeerden verschillende laathoven: Forkets van Kere, van Herten, Sint Lambert, toebehorend aan het kapittel van St-Lambert te Luik, het Perkels- of Perketshof, het Viltershof, en het laathof Walschaerts.
In 1606 wordt Heks door Hollandse soldaten, de z.g. muiters van Terheyden, bezet, in 1616 beurtelings door Hollandse en Spaanse troepen. Tussen 1635 en 1648 heeft het dorp te lijden van Kroatische en Franse troepen. In 1651 maken Lorreinse troepen zich meester van het Monnikenhof. In 1676 wordt het dorp geplunderd door Hollandse en Franse soldaten. In 1678 en 1679 wordt een detachement Franse troepen ingekwartierd in het Monnikenhof. In 1693 worden dorp en kerk geplunderd door Franse troepen. In 1694 breken plunderende Franse troepen 22 huizen af om het hout van de timmer als brandstof te gebruiken; de inwoners van Heks, Vechmaal en St.-Pieters-Heurne verschansen zich met hun vee in het Monnikenhof en slagen erin de plunderaars af te weren; de hele oogst wordt geroofd. In 1703 kamperen Hollandse troepen in de buurt van het Monnikenhof; Franse troepen roven de oogst.
Zoals andere dorpen in het gebied heeft Heks in XVII te lijden van verschillende epidemieën, vnl. dysenterie, veroorzaakt door de oorlogsgebeurtenissen (1617, 1630, 1636, 1676, 1693, 1694), die een duidelijke invloed hebben op het inwonersaantal van de gemeente.
De oorsprong van de parochie is onbekend; mogelijk was het een stichting van de abdij van Villers, die het patronaatsrecht en het grootste deel van de tienden van de St.-Aldegondiskerk bezat; in 1582 staat de abdij deze rechten af aan het kapittel van de kathedraal van Luik. Ook het kapittel van Tongeren bezat een gedeelte van de tienden van Heks. In 1803 verliest de parochie haar zelfstandig statuut en wordt onder de parochie Vechmaal ondergebracht; in 1840 wordt Heks opnieuw een zelfstandige parochie.
Heks was steeds een landbouwdorp; het ontbreken van werkgelegenheid buiten de landbouw verklaart het sinds 1920 dalende bevolkingscijfer. Bijna de helft van de actieve bevolking is forens.
De bebouwing concentreert zich van oudsher aan de Hekslaan, en in het bij deze weg aansluitende gehucht Broek (Molenstraat en Henestraat), wat het dorp gr.m. het uitzicht geeft van een hoopdorp met lineaire bebouwing. De nederzetting ontstond waarschijnlijk bij de bronnen van de Molenbeek, één van de beken die de Herk voedt. Het dorpsgezicht wordt gedomineerd door het kasteel met zijn uitgebreide, ommuurde park aan de Hekslaan, en de omringende bossen (fig. 164).
Oppervlakte: 1.752 ha. Aantal inwoners: 1.614 (1979).

Bron

  • Ruilverkaveling Grootloon. Deelrapport Landschap. Vlaamse Landmaatschappij, Provinciale Directie Diest, februari 1996, p. 16, 19.
  • BAUWENS-LESENNE M., Repertorium van de oudheidkundige vondsten in Limburg, behoudens Tongeren-Koninksem (vanaf de vroegste tijden tot de Noormannen),Brussel, 1968, p., p. 118-119.
  • BEHETS J.,De plattelandsgemeente in het graafschap Loon en het omliggende van de vroege middeleeuwen tot aan de Franse revolutie, Bokrijk, 1969, p. 56.
  • DARIS J., Notices…, Vol. V, Liège, 1874, p. 1-22.
  • HANSAY A., Documents du XII et XIII siècles concernant l’alleu de Hex et l’hôpital de Looz, (Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundige Studiekring te Hasselt, 11, 1935, p. 331-350).
  • JANSSEN de LIMPENS, K.J.T., Leen- en laathoven in de Maaslandse territoria voor 1795, (Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap; 6), Maastricht, 1974, p. 121-123.
  • LEJEUNE M. e.a. Opstellen van het ruilverkavelingsplan voor de ruilverkaveling van Grootloon. Landschapsecologische studie. 1995.
  • PAQUAY J., Les paroisses…, p. 120-122.
  • PAQUAY J., Inventaire des archives, (Jaarboek van het Limburgsch Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, 32, 1914, p. 162-163).
  • PLUYMERS L.,Het munkhof te Hex. (Limburg, 15, 1933-34, p. 8-11).
  • PLUYMERS L., De parochieregisters van Heks. (Limburg, 52,(3),1973, p. 136-141).
  • PLUYMERS L., Oorlogsgruwelen te Heks. (Limburg, 55,(5),1976, p. 212-216).
  • PLUYMERS L.,Betwistingen rond de pastorie te Heks. (Limburg, 71, 1992, p. 187-192).
  • ROPPE, L.,Velbruck, François Charles graaf de, prins-bisschop, in Nationaal Biografisch Woordenboek. 1981: Brussel. p. kol. 793-798.

Bron: Pauwels D., Schlusmans F. met medewerking van Muyldermans E. & Rombouts J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Brussel – Turnhout.


Vanschoonwinkel Georges December 2015 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *