Hornebos

Watertoevoer naar het kasteel van Mechelen-Bovelingen.

(waterleiding, waterkanaal of waterbevoorrading)

Op onze regelmatige wandeltocht door het Hornebos werd er mij attent op gemaakt van het bestaan van een kanaal dat zou gezorgd hebben voor de watervoorziening van het kasteel en werd ik gebracht naar de ingang ervan (zie foto). Nog op de foto is het bakstenen gewelf te zien, afmetingen ongeveer 60 hoog, 50 breed. De ingang was gemaakt uit 2 verticale stenen waarop een deksteen was geplaatst, die nu op de grond ligt één meter voor de opening (zie foto met Valère ervoor). Dit kanaal werd bevloeid door de bronnen (ook deze van de Herk), enkele honderden meters opwaarts gelegen. In de huidige Sterstraat (nu beton, vroeger aardeweg), genoemd naar het Sterrebos, een paar honderd meter hogerop, in de gracht rechts was er nog een onderzoekschouw, nog bestaande doch nauwelijks merkbaar.

Dit kanaal leidde dan verder via het Sterbos naar het kasteel toe om uit te monden ter hoogte van de “Tempel” en zo verder naar het kasteel. Later en nog niet zo lang geleden (50-tal jaren terug) werd dit kanaal afgeleid naar de nabijgelegen weiden van Prosper Vandevelde ter bevoorrading van drinkwater voor de dieren.
Hornebos1
Het Sterbos was   (of nu nog van de familie?) eigendom van onze brave Dokter Raymond Gielen en de Tempel was zijn geliefde plek.     

Het Hornebos in de deelgemeente Rukkelingen-Loon is een uniek moerasbos en bevindt in het uiterste zuiden van de provincie tegen de taalgrens Bettincourt oftewel “Betkoven”. Hier bevinden zich de bronnen van de Herk.
Door de nabijheid van het pompstation voor drinkwater, op 100 m van de ingang,  liggen alle beekjes DROOG, intriest DROOG, Enkel nog wat water in een paar plassen (voorheen vijver).

PS. Er is er de vijver: deze natuurlijke poel is zeer interessant voor watervogels.
Het bos: inheemse boomsoorten (es, zomereik, zoete kers, …) en een grote variatie aan bosvogels. Het hoger gelegen gedeelte geeft een prachtig overzicht over het Haspengouwse landschap (bij mooi weer kan men tot Genk zien) en is meestal een waardevolle uitkijkpost om roofvogels te bestuderen.

Met dank aan Valère Vanacken, bewoner vlak bij de ingang van het bos en mijn gids op onze regelmatige wandeltochten doorheen het Hornebos en zijn interessante verhalen er rond.


Vinken, ijsvogel, waterhoen, reiger. staartmezen, sperwer, buizerd, torenvalk, pimpelmezen, goudhaantjes, koolmezen, één enkele matkop “waren” er te vinden. In het oudste stuk bos “waren” er boomkruiper en –klever, de grote bonte specht en groene specht. In zo een groot bos ontmoet je zeker de Vlaamse gaai. Boven het pas aangelegde deel vloog in een brede formatie een 20 – 30 tal kramsvogels, even later doken ze het bos in. Bosuil zal je niet gauw te zien krijgen, maar sinds 2000 ringen we er jaarlijks jonge bosuilen in een grote nestkast. Ook jonge ransuilen kan je er op een warme zomeravond horen piepen.

Behalve vogels ontmoetten we ook een eekhoorn die met een maïskolf in een hoge populier vluchtte, de das is er ook terug thuis en onlangs (?) zijn er ook opnieuw reeën opgedoken. De dassen, nu nog anno 2010, vechten in de oude hoeve Vandevelde aan de ingang van de Sterstraat, zegt buurman Frans Haubrechts.

Bereikbaarheid

Vanaf de weg Sint-Truiden Luik (N3) neemt men de weg N743 naar Mechelen-Bovelingen, Rukkelingen-Loon, Waremme. Bij het buitenrijden van Mechelen-Bovelingen is er rechts een garage (Remy); hier kun je best de wagen achterlaten; honderd meter hier voorbij ga je rechtsaf en vervolgens het eerste weggetje links. Je passeert het pompstation voor drinkwater, steekt een bruggetje over en vervolgens zie je rechts een bareel die de ingang van het 80 ha grote domein afsluit.

In noordelijke richting sluit dit bronbos aan bij het ‘Sterbos’ dat eeuwen gebruikt werd als parkbos bij een kasteel. Via een ondergrondse tunnel bestond er zelfs een verbinding tussen de vijver van het voormalige kasteel van Bovelingen en de Peterkerebrukensloop die uitloopt in de Herk.
Bij de aankoop van het domein in 1980 was het valleigedeelte bij de beekbron beplant met populier en fijnspar. Rond 1985 werden deze niet streekeigen bomen gekapt. De herbebossing bestond uit het aanplanten van streekeigen loofbomen (zomereik en es) en diverse soorten inheemse struiken. In 2002 werd nog een bijkomende oppervlakte van 15 ha beplant.
Het hoger gelegen deel van dit jonge bos ligt op bijna 130 m boven de zeespiegel. In het lager gelegen deel schenkt het beheer speciale aandacht aan de bronvegetaties en oudbosplanten.

In de vallei in het Hornebos, enkele honderden meters lager dan de bronnen werden door Winand tal van kogelhulzen gevonden. Er zou dus een afdeling van een leger er gelegen hebben. Waar hij met zijn detector voelde was het raak.
In de “Kettel” een hoger gelegen deel van het bos, waar het huisje (hut) van de jachtwachters was hielden de Duitsers schietoefeningen

Geciteerd uit www.natuurbos.be en www.vogelwerkgroepfruitstreek.be


Paul Boes mei 2011

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *