Frans Arkens de filosoof

“Frans, de filosoof uit de Jodenstraat”.

Logo-boomGeboren te Vechmaal op 22 oktober 1899, zoon van Hendrik Arkens (°Vechmaal 1850), handwerker, en van Marie Pinte (°Oreye 16/03/1867), dienstmeid, gehuwd te Vechmaal op 15 december 1897. Frans was gekend onder de naam “Fransuus”, af te leiden uit zijn naam Franciscus. Bij het overlijden van zijn vader, 63 jaar oud, op 27 april 1913, werd moeder Marie weduwe op 46-jarige leeftijd. Jeanne, de oudere zus van Frans stierf op 16 juli 1898; zij werd slechts vijf maanden oud. Zijn jongere broer Florent, geboren op 2 juni 1903, verhuisde later naar Diegem bij Brussel, huwde en had één zoon, Henri. Frans was een zeer belezen en begaafd man, maar met een paar eigenaardige kantjes. In hun hechte broederband waren Frans en Florent perfect tweetalig. Dat hadden ze van hun moeder geleerd, die van Waalse afkomst was en gebroken dialect (plat Vechmaals met een sterk Waals accent) sprak. Zo werd zij door een tegenpartij voor de vrederechter geroepen te Tongeren omdat haar hond een varken had gebeten. Zij antwoordde de vrederechter zeer gevat als volgt: “Meneer de juus, veronderstel djee weurd een hoond en ich weur een verk; en ich keum snuf-snuf aan oer koont, zui djee nie zek hap-hap?” Waarschijnlijk heeft de rechter hierop de aanklacht verticaal geklasseerd.

De intellectueel in Frans

De enkele kinderen uit de straat kwamen regelmatig bij Marie een ruikertje van haar vele bloemen vragen of bij Frans om de oplossing van een vraagstuk. Frans vroeg niet beter dan hulp te bieden en geen vraagstuk was hem te moeilijk, want rekenen kon Frans als de beste. Dat is altijd de sterkte geweest van onze gemeenteschool, ook vele jaren later nog bij de onderwijzers Glazemakers en Dewitte. Op deze manier had Frans mensen in huis waar hij mee kon praten, en dat deed Frans zo graag.
2012-Frans-Arkens-de-filosoofBroer Florent heeft de derde beroepsklas (in die tijd de hoogste beroepsklas) beëindigd in 1919. 2de en 1 ste wetenschappelijke werden in die tijd in het college nog niet georganiseerd. Beide broers waren verstandige kerels. Frans hield van oude boeken en tijdschriften, die hij kreeg van Florent. Hij bewaarde deze met zorg en nam ze regelmatig weer eens door, maar na de dood van Frans hebben de erfgenamen er vuurtje mee gestookt. Wanneer Frans aan ’t vertellen sloeg, was hij niet meer te stoppen. Men kreeg in  zijn verhalen – geschiedenis was zijn lievelingsthema – geen woord geplaatst tussen zijn woordenvloed. Frans begon met een of andere Franse koning en ging zonder verpozen van het ene onderwerp vlot over naar een ander. Hij goochelde met data uit de geschiedenis. De meeste waren juist, maar het gebeurde wel eens dat hij er met zijn pet naar sloeg.

Geen nutsvoorzieningen

Mijn kinderen gingen van tijd tot tijd in de weide van Frans bij zijn schaapjes. Wanneer de watervoorraad van Frans begon te slinken en hij water moest gaan halen aan de bron zette hij zich bij de kinderen, gehurkt met één knie op de grond, de hand aan een stok die hij rechthield en die hem rechthield. Hij sneed dan bij de kinderen zijn lievelingsthema aan en wist hen daarmee te boeien. Patrick, de oudste ging graag tot bij Frans in de weide of zelfs bij hem aan huis luisteren naar zijn verhalen. Die kinderen van een vroeger kind uit zijn straat waren zijn vrienden en kregen vrije toegang tot zijn weide. De vloer in zijn lemen huis uit vakwerk was van gestampte aarde. Moeder Marie sprak al vloekend over die “vieille baraque”. Frans kon het ook niet verhelpen en bleef daar onverschillig bij. Zijn waterbevoorrading kwam van een natuurlijke bron aan het uiteinde van zijn goed, wel honderdvijftig meter lopen. Met een pint ging hij daar zijn emmer vullen aan een met groen bijna dichtgegroeide bron, niettegenstaande zijn overbuur hem meermaals had voorgesteld een emmer water van de waterleiding te komen halen. Frans echter was voor puur natuur, wilde niemand tot last zijn en deed maar voort. De elektriciteitsdraden passeerden voor zijn huis, maar Frans wilde geen aansluiting en, zoals in de goeie oude tijd, verlichtte hij levenslang zijn woonvertrek met een petroleumlamp (kenkey). Zeer regelmatig kon men tot diep in de nacht vanaf de straat zijn achterhoofd of de schaduw ervan waarnemen bij de kenkey, verdiept als hij was in een stuk lectuur.

Frans smoorverliefd

Frans is ook verliefd geweest, maar die gevoelens waren niet wederkerig en berokkenden Frans veel liefdesverdriet. Als een smoorverliefde knaap kon hij de sierlijkheid van haar lichaamslijn zo mooi beschrijven en geraakte aan een gebuurvrouw, vriendin van Germaine, maar niet uitgepraat. Waar Germaine ging, was Frans in de buurt, volgde haar op, zelfs op het randje van stalking, kroop ooit in een boom om een deel van haar huis te kunnen zien of kwam bij de “krijtheiligen” – zo noemde Frans die beelden – aan de Calvarieberg haar huis bespieden om na te gaan met wie zij omgang zou kunnen hebben of om in gedachten dicht bij haar te zijn. Als een oude schuur in brand schiet, is er geen blussen aan. De “huwelijken staat” was niet aan Frans besteed en Frans is dan maar celibatair gebleven.

Op 87 jaar overleden

Wanneer de beurs slechte tijden doormaakte, waren dat ook barre momenten voor Frans, die zijn spaarcentjes zag wegsmelten. Die spaarcentjes moet hij hebben overgehouden van het bewerken van enkele roeden grond tussen het onkruid dat er welig tierde. Een latere beurscrash in de terminale fase van zijn ziekte, is zijn dood geworden, werd over hem verteld. Teruggekeerd naar de roots van zijn moeder (bij een nicht te Wouteringen), overleed Johannes Franciscus Arkens te (Wouteringen) Oreye op 13 maart 1988. Hij werd 88 jaar oud.

Bij de voorstelling van “Het Dorpsverleden van Vechmaal” op 11 november 1978 heb ik, na wat aandringen, Frans toch kunnen overtuigen om op het podium geïnterviewd te worden (zie foto).
Hij was bang zich belachelijk aan te stellen tegenover een afgeladen volle zaal. Tot zijn geruststelling hadden we samen het interview voorbereid. Frans heeft het publiek meerdere keren aangenaam verrast, wist de geboeide zaal heel wat te vertellen en aan het lachen te brengen. Voor de flink uitgedoste Frans werd het slot een daverend applaus en moest hij bekennen: een succesvol optreden tot zijn eigen grote voldoening.
Dit zijn enkele van de vele anekdotes uit het leven van een begaafd, maar eenvoudig en eerlijk man, een echte dorpsfiguur.

Met dank aan de dame die als kind Frans goed heeft gekend, maar anoniem wenste te blijven.
Bron: Dorpskalender gezinsbond 2011 – Arnold Dewelf


Vanschoonwinkel Georges juni 2012

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *