Vliegtuigcrasch WO II te Veulen

Vliegtuigcrasch tijdens WO II

Uit de tijd der Veulense meersterschool. (een ooggetuigenverslag)

Het was reeds dinsdag  24 oktober 1944. Sinds 9 september waren de Duitse bezetters uit België terug geslagen. Amerikaanse vliegtuigen vlogen nu de ganse dag op en af van uit Brustem.  Ons dorp lag immers in de grote draaicirkel voor de vliegtuigen die  op de vliegbasis opstegen en landden. Dat was al zo sinds mei 1940 met de Duitse vliegtuigen en nu met de Amerikaanse.  Een Duits vliegtuig was niet meer te zien, wel kwam er zo om het kwartier een V 1  (Vliegende bom) met ratelend geknetter overdonderen met zijn vlammende vuurstaart. Die vliegende bommen vlogen dag en nacht met als doel de haven van Antwerpen te bombarderen.
Tijdens de lesuren in de voormiddag van die dinsdag 24.oktober.1944, hoorden we in de meesterschool, eigenlijk liever het vliegtuiggebrom en het krakend geratel der V 1’s dan de strenge stem van de lesgevende meester Florent Cordie.
Twaalf uur en we mochten naar huis om snel te gaan eten. Ook de meester ging dan in zijn ouderlijk huis eten.  Om 1 uur moesten we terug in school zijn voor de namiddaglessen.
Omdat we graag nog wat speelden op het dorpsplein, kwamen de meeste van ons na een goed half uurtje al terug op het dorpsplein. Wij speelden een partijtje voetbal met een papieren bal. Een rubberen bal was niet te krijgen en dus behielpen we ons al gans de oorlog met een bal uit hard opeen gefrommelde kranten die door touw bij elkaar werd gehouden.
 Het constant geronk van de vliegtuigen boven ons hoofd van het vliegveld in Brustem  waren we zo gewoon geraakt en dus kreeg de bal veel meer onze aandacht… tot we aan de hoek van de kerkhofmuur de meester zagen terugkomen met de deursleutel al in de hand. Nog even naar de vliegtuigen en hun capriolen gekeken en daar gebeurde het…
De meester stak de sleutel in het slot van de voordeur en draaide de sleutel maar bleef dan stokstijf staan.  Hij staarde boven de rij jongens heen naar de lucht waar een akelig huilende motor zich liet horen.  Al de jongenskoppen draaiden zich automatisch in die richting en zagen een vliegtuig in de richting van Gutschoven uit de lucht vallen in steile duik die dan overging in een warrelende spiraal. Het vliegtuig viel neer…een doffe plof… en een zwarte rookkolom steeg op over de bomen in het Seurveld.  De meester hoefde de deur niet verder open te stoten want de hele rij jongens was lopend verdwenen in de richting van de rookwolk en zag het protesterend gebaar van de meester al lang niet meer.
We liepen ons het hart uit de boezem naar die rookwolk toe. Het was zeker 1500 meter lopen eer we aan de rand van de weide raakten van waarop achter hoge doornhagen de vlammen opsloegen. Enkele jongens hadden in een canadastrook voor de weide reeds de afgeworpen “canopy”, de micakoepel van het vliegtuig, ontdekt.  Stukken mica was een schat waar de jongens van alles konden mee aanvangen.  Het brandde stinkend als een fakkel als je er een lucifertje aan hield en als je hem niet aanstak kon je er van alles mee maken. Je kon er kruisjes met Belgische driekleur mee maken en die om je hals hangen; je kon er  dito ringen uit vijlen of je kon een stuk mica ruilen voor knikkers.
De meeste jongens echter waren nieuwsgierig de appelweide van boer Swennen binnengestormd waar zo’n honderd meter na de omheininghaag het wrak lag te branden. Er was al wat volk verzameld in de weide, vooral mensen die op de nabije velden aan het werken waren en kinderen van Gutschoven die vanaf de “bek” dwars door de weiden waren gelopen en dus rapper bij de valplaats waren dan die van Veulen.
Pats..pats.. pats, harde knallen deden de mensen opschrikken.  De vliegtuigmunitie, ganse mitrailleurbanden met punt 50 kogels, lag in dat vuur te schroeien. Regelmatig ontplofte zo’n kogel door het barsten van de hulzen. Pats…Pats…Pats!!
Men probeerde zoveel mogelijk de mensen weg te houden van het brandend wrak wegens die ontploffende kogels.  Probeer echter maar eens de jeugd weg te houden van de plaats waar zoveel interessante dingen voor het grijpen lagen.
Twee appelbomen verwijderd van het wrak, lag iets dat  uitzag als een witte pilotenhelm besmeurd met een bloederige brei. Een meter verder lag een afgehakte gehandschoende mensenhand in het gras. Naast het brandend wrak en gedeeltelijk nog in het brandend inslaggat lag een wit stuk doek, vermoedelijk het ongebruikte valscherm, waarvan de boord ook door vuur was aangetast.
Het was voor iedereen, ook voor ons jonge knapen, duidelijk dat de onfortuinlijke piloot tevergeefs geprobeerd had zijn vliegtuig te verlaten maar in zijn vliegtuig het leven had gelaten.
Ondertussen was een legerjeep en een Amerikaanse G.M.C.-camion met een vijftal Amerikaanse soldaten de weide binnengereden.  Zij begonnen aanstonds het publiek uit de weide te verwijderen. Van tussen de gaten in de doornenhaag bleven we nog een tijdje kijken naar die Amerikaanse soldaten die rond het gevallen vliegtuig bezig waren en rondom verspreide stukken, zoals die witte pilotenhelm en die gehandschoende hand, bijeenraapten en samenbrachten in een lijkzak.
De werkzaamheden die we van achter de haag konden bekijken interesseerden ons niet lang en stilletjes aan trokken we in groepjes terug naar het dorp. De namiddag was al ver gezet en naar school gingen we liever niet meer, want de meester zou zeker niet mals zijn voor onze desertie.
Onderweg waren we al aan het onderhandelen om een stukje mica vast te kunnen krijgen van hen die er eentje hadden weten te veroveren. De prijzen waren heel hoog en een klein stukje van tien vierkante centimeters kostte minstens twintig glazen knikkers of vijftig aarden. Dan gingen we met een knagend ongerust gevoel naar huis…

                                                                                                         Jean NOSSIN


Opgravingen

In 1989-1990 werd, op aanwijzen van Jean Nossin, de plaats gevonden waar op 24 oktober 1944 het vliegtuig neerstortte.
Onder leiding van Rudi Simons en zijn  achtkoppige vriendenkring werd het vliegtuig opgegraven met bedoeling tot oprichting van een gedenkteken en/of met de wrakstukken een museum van oorlogsarcheologie op te richten.

Op 23 oktober 2011 te 10.00 uur werd het monument (gedeelte van de propeller van de PC 47 Thunderbold)  ingehuldigd,  voor 1st Lt Gordon Diard die daar op 24 oktober 1944 neerstortte .

Opgegraven vliegtuig

Vliegtuigtype Republic .P47C   THUNDERBOLT/USAAF : Zwaarste jachtbommenwerper tot dan toe. (1943) Sterke Pratt & Whitney ster-motor R-2800 double wasp achttien cilinders. Snelheid : 697 Km/u op 10.000 m. hoogte. Vierbladige schroef van 3,17 meter hoogte. Vier .50 mitrailleurs(12,7mm browning) in elke vleugel . Volle brandstofvulling bij start  :1.355 liter. Aan elke vleugel een bom van 225 Kg. of een tiptank met brandstof van elk 758 liter.
Het toestel werd op 17 augustus 1943 ingezet om het eerste gedeelte der B17 bommenwerpers te begeleiden bij de zending naar SCHWEINFURTH. (Duitsland) Het toestel had een vleugelbreedte van 12.4 met, besloeg 27.87 vierkante Meter oppervlakte, was 11 meter lang,  4.300 meter hoog,,. Leeg gewicht woog het 4.850 kg. en geladen 8.800 kg. Het kon tot 12.000 meter stijgen en de snelheid bedroeg 690 Km/u en 887 km/u in duikvlucht.
De mitrailleurboxen werden geladen met elk 350 pond munitie.(50)


Het vliegtuig een Amerikaans jachtvliegtuig  van het type P.47 THUNDERBOLT, behorende tot het 48e smaldeel van de 492e Amerikaanse Luchteenheid met basis op het  vliegveld van Brustem. Het betrokken vliegtuig was nieuw en had slechts 18 uur en 35 minuten gevlogen toen het neerstortte. Op het ogenblik van de crash was het in testvlucht en iets daarvoor meldde de piloot per radio aan een gelijktijdig vliegend toestel dat hij bijna geen  brandstof  meer had en binnen vijf minuten terug op de basis zou landen.  Bij de mitrailleurs waren     2.200 riemen .50 kogels geïnstalleerd en de wapens opgeladen.

Verhalend verslag der onderzoekers

Rond 14.40 uur (Amerikaanse tijd = 13.40 Plaatselijke tijd), op 24 october 1944, werden we door de Belgische politie op de hoogte gebracht dat er een “crash” was geweest op ongeveer acht mijlen O.Z.O. van het vliegbasis (Brustem). Ik vertrok onmiddellijk met een ambulance en een brandweerwagen.
Het vliegtuig, P47 (Bubble Canopy) bevond zich in een klein bebost veld en was gevallen tussen bomen van ongeveer 70 voet hoog. Geen enkele van de bomen vertoonde tekens van beschadiging en volgens de positie van het vliegtuig kon er worden uitgemaakt dat het neerkwam in een hoek van niet minder dan 80%. Het vliegtuig bevond zich helemaal onder de grond. Er was een smeulend vuur ter hoogte van de motor maar het was niet geblust.
We waren in de mogelijkheid de staat aan te duiden en vonden het nummer 2-28621. De burgers, samen met een plaatselijke pastoor, hadden enkele overblijfselen van de piloot uit het vliegtuig weggenomen. De parachute was geopend geweest en lichtjes verbrand. Het was duidelijk dat de parachute geopend was door het ongeval en niet door een poging tot openen.
Toen het vliegtuig voor het eerst werd waargenomen door de burgers, was het in een diepe duikvlucht. Volgens een rapport viel het neer in spinval. Het vliegtuig brandde niet in de lucht, ook werden er geen rondvliegende stukken gezien, uitgezonderd het cockpitdak of “canopy”.
De canopy lag ongeveer 400 yards van het wrak en de ontsnappingsarm was gebruikt.
Burgers meldden dat er geen enkel ander vliegtuig werd opgemerkt in de onmiddellijke omgeving. Ze waren niet in de mogelijkheid om de hoogte in te schatten
                                                                                                      ( Get.)
                                                                                           HAROLD L.MONEELY
                                                                                               Majoor, Luchtcorps,
                                                                                                Onderzoeksoffcier.


Vaststelling

1.Vliegtuig p-47D-28RA, AC Nummer 42-28621 met motor R-2800-69 AC nummer FP-00394, Curtiss electric propeller, stortte 24 october 1944 neer ongeveer 8 mijlen van de basis(A-92).
2.Originele waarde van het toestel  $103.855.00
Geschatte waarde op het ogenblik  $  00.000.00
3. Dit vliegtuig was op een onderhoudsvlucht en keerde terug naar de basis, de benzine was aan het minderen (was laag) volgens het laatste radiorapport van de piloot. Het vliegtuig stortte neer door ongekende redenen en had de volledige vernieling als gevolg.
4. Gezien de aard van de schade besloot de deskundige officier het vliegtuig niet conform met de voorschriften van ETOCSA, circulair 86, par.7, gedateerd 8 maart 1943, af te danken.
Belgische politiemensen werden ter plaatse gelaten om het wrak te bewaken totdat er de juiste zorg kon worden gedragen door het H.P.S. en een onderhoudsploeg.

                                                                                                      ( Get.)
                                                                                           JOHN A.MARSHALL
                                                                                               Kapitein, Luchtcorps,

                                                                        (Stukken uit het Engels vertaald door J.NOSSIN


Levensloop van de piloot

Gordon R.DIARD
°Glendale(USA) 8.8.1924    +Veulen (Belgium) 24.10.1944

Gordon DIARD was de zoon van Napoleon en Violet DIARD. Hij was geboren op 8 augustus 1924 en had een zuster,Marie Lucille DIARD, geboren op 16 mei 1928.


Zijn moeder, Violet, benam zich het leven, vermoedelijk als gevolg van een postnatale depressie, een niet opgespoorde kwaal die destijds niet werd verzorgd.
Na haar dood gaf “Nap”, zoals hij was geheten, de kinderen in opvoeding bij zijn zuster. Valentine was getrouwd met Sam Bertel en bracht haar leven door in San Fernando-Vally. Gordon kreeg alzo een stiefbroer bij, Edward Bertel.
Gordon liep school in de stad San Fernando  Zijn tanten  en onkels van vaders kant kregen hem dikwijls op bezoek in Glendale. Bij een van zulke bezoekjes redde Gordon zijn neefje Pat, toen twee jaar oud, van verdrinking in een achtergelegen beek.
Pat’s herinneringen aan Gordon waren deze aan een gelukkige jonge man met grote schitterende ogen.
In de Hogeschool van San Fernando  speelde Gordon mee in de band en stapte mee op in de befaamde Rose Bowl parade in PASSADENA op Nieuwjaarsdag.
Na voltooiing van zijn studies verhuisde hij naar San Francisco om bij zin vader te leven en kort daarop ging hij in dienst bij het leger.
Gordon was al altijd geïnteresseerd in “vliegen” en werd legerpiloot.  Zijn dood was een schok en vooral tragisch vuur zijn zus Marie die al zoveel in haar jonge leven had meegemaakt.

Begraafplaats

Gordon R.DIARD werd overgebracht naar zijn  geboortestreek en op 02 juni 1949 begraven op het Golden Gate National Cemetery te San Bruno
San Mateo County te California, USA
Plot: SECTION H SITE 1826B.
Met dank aan http://www.findagrave.com/ voor het nemen van de foto

 

In de pers:
De weekkrant
Passepartout

Jean Nossin is overleden op 18 februari 2020


Jean Nossin oktober 2011

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *