MARSNIL, een godvergeten eilandje in Groot-Heers.
Wie de steenweg in Klein-Gelmen verlaat om zich in de richting van Mechelen te begeven moet langs Marsnil passeren.
Tot welke gemeente behoort Marsnil eigelijk, is het Klein-Gelmen, Gelinden of Batsheers?
Het is een klein gehucht dat, van Mechelen gescheiden is door de Grondelingen-beek, ligt in de buurt van het huidig kruispunt. Vroeger zei men Marsnil of Mesnil.
Het is Romaans-latijn voor “Mansio of mansionille” en betekent woning, kleine boerderij, landhoeve of eenzaam huis in het veld.
Mansio was toen ook een oppervlakte maat, het was namelijk de oppervlakte van een grond die één gezin nodig had , om met één gespan, één jaar te kunnen leven.
In het Waals zeggen ze MANICH of MANIL of MANIXHE
Teruggaand in het verleden vinden wij die naam herhaaldelijk terug. Zo werd in 1304 gronden verkocht uit de erfenis van iemand uit St-Truiden, gelegen “ te Masseniel tussen Bersheren en Megghelen”
Pas omstreeks 1500 komt er een “r” in het woord voort. De Haspengouwse familie VANMARSENILLE komt er ongetwijfeld van voort.
In 1373 stond er een kleine hoeve die toehoorde aan de Orde van St-Jan.
Zo konden wij ergens lezen in het Frans : “Appartient à la dite maison de Marsnil, tant en terre comme en autres choses qui sont baillées à un home séculier parmy la somme de XV muid de blé à la mesure de Sanc-Tron, le mui compte pour 1 florin, valant chaque an XV florins”.
Bij die hoeve stond er ook een St-Janskapel, waar elk jaar op 24 juni een minderbroeder uit St-Truiden kwam preken voor bedevaarders. De hoeve en de kapel met strooien daken zijn reeds voor de Franse revolutie verdwenen. Volgens de legende zouden ze na zware regen in de grond gezakt zijn.
In 1600 werd er iemand terecht gesteld : “gheexecuteert ende gebrant eenen sekeren in der wandelinghe genaempt Willeken” Hij had gesodomieterd met een veulen.
In 1660 woonden er vijf gezinnen en in 1970 stonden er negen huizen.
Jos Schoefs