WO I in de St Stefanusparochie

 WO I in de Sint-Stefanusparochie


Aan de hand van een vragenlijst werden de pastoors , door het bisdom verzocht, om een verslag te schrijven over hetgeen tijdens de Eerste Wereldoorlog in hun parochie was voorgevallen. ( Deze vragenlijst kan bekeken worden door op de link te klikken.)  Sommige pastoors hielden zich nauwgezet aan de nummering terwijl anderen er een vloeiende tekst van maakten.

Hierna werd dit verslag letterlijk weergegeven, vandaar ook het gebruik van de oude spelling.


Basheers gelegen in het dekenaat Gingelom, kanton Loon, arrondissement St. Truiden, heeft in vergelijking met andere plaatsen, weinig of niets van den oorlog geleden. Basheers ligt tusschen Heers, Opheers, Mechelen (Bovelingen) en Rukkelingen (Loon).

De wegen die naar die plaatsen leiden zijn, de grootste helft van het jaar zeer slecht ’t Is waarschijnlijk aan die onbegaanbare wegen te danken dat de Duitschers het niet in den smaak viel hier inkwartiering te nemen. Enkel in den terugtocht van november 1918 is het dorpke waarlijk overlast geweest van volk en materiaal gedurende een tiental dagen. Ze hebben hier geleefd volgens hun duitsche cultuur, verkochten al wat ze bezaten, dronken zich smoorzat aan honderden flesschen wijn en cognac en na hun vertrek hebben de kamers, huizen, schuren waar ze gehuisvest zijn geweest nog weken lang genoten van duitsche nalatenschap.

Gedurende 17 en 18 zijn de in den omtrek ingekwartierde Duitschers hier te Basheers hun schietoefeningen komen houden in een weide behoorend aan de Kerk en genaamd “potaardekuil”. 3 maal per week oefening met de machinegeweeren en degenen die reeds geoefend waren brachten hun tijd om met de hennen der menschen te vangen of dood te schieten.

Verder, haast ieder dag huiszoekingen naar wol, koper, aardappelen, graan, boter enz. De huizen werden doorzocht van boven tot onder en wijl overal iets verborgen was, zoo zijn er veel menschen van Basheers voor honderden en duizenden marken gestraft geweest. Wilden ze niet betalen dan werden eenvoudig de koeien of zwijnen aangeslagen en meegenomen. Opeischingen bij de vleet, boeten voor het niet of niet op tijd leveren van graan of boter. Dan werd er natuurlijk hevig geklaagd door de getroffen boeren maar van den anderen kant werd hun geldkist van dag tot dag zwaarder. Immers een dorp, afgelegen van anderen, verbonden door allerslechtste wegen, was het gezocht verblijf voor smokkelaars die hier afgezakt kwamen vooral van de kanten van Luik. Dat de boeren hier veel geld gemaakt hebben is zeker en vast, maar dat ze ook niet gierig waren om den pastoor te helpen in het herstellen zijner Kerk, in het aankoopen van Kerkgewaden enz. dat is ook waar.

De arme menschen uit het dorp zijn door de pachters voorzien geworden van graan aan den prijs van het comiteit of meestendeels gratis; en als dan de boeren hun boter of verborgen graan, hun koeien en vette varkens aan hoog prijzen verkochten, kom, ik kan er niet veel van zeggen. Natuurlijk, waren er gierige pachters ook, die nagelang meer geld in hun koffer kwam, van dag tot dag schraper werden. We zullen er niet over spreken. De uitgebreide geschiedenis van Basheers gedurende den oorlog 14-18, handelend voornamelijk over het gedrag der boeren en geschreven door den toenmaliger pastoor Jos. Vanwijck, gansch volgens zuivere waarheid, berust op de pastorij van Basheers in de Kerkregisters.

Een enkel woord over de godsvrucht gedurende den oorlog. De zielmisjes voor de gesneuvelden werden regelmatig en goed bijgewoond.

Dank aan de uitbundige liefde van Jezus goddelijk hart zagen wij in de jaren 16-17-18 het getal H. Communies niet alleen verdubbelen maar verzesvoudigen. Lof en eer zij Jezus Christus!

Basheers, den 10 mei 1919

Jos Vanwijck, pastoor

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *